DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Kennisbank voor de eenmanszaak of vof, belastingen, diversen

Iedere maand brengt ABAB u op de hoogte van fiscale aandachtspunten en tips. In maart vragen de volgende fiscale punten uw aandacht:

  • aangifte omzetbelasting
  • aangifte loonbelasting
  • bezwaar WOZ-beschikking
  • fiscale eenheid verbreken
  • overgang naar besloten vennootschap (bv).

Aangifte omzetbelasting

Doet u per jaar aangifte omzetbelasting? Dan moet u over 2015 uiterlijk 31 maart 2016 aangifte omzetbelasting hebben gedaan. Wanneer u maandelijks aangifte omzetbelasting doet, dan moet voor deze datum de aangifte over februari 2016 zijn ingediend. Daarnaast moet u voor deze datum de verschuldigde belasting voldoen.

Aangifte loonbelasting

Voor 31 maart 2016 moet u aangifte loonbelasting doen over februari 2016. Daarnaast moet u de verschuldigde belasting voor die datum voldoen.

Bezwaar WOZ-beschikking

Bent u het niet eens met uw WOZ-beschikking? Dan moet u uiterlijk binnen zes weken na dagtekening bezwaar maken. De meeste WOZ-beschikkingen zijn gedateerd op 28 februari 2016. Uw bezwaar moet dan uiterlijk de eerste week van april bij de Belastingdienst binnen zijn.

 

Vennootschapsbelasting

Wilt u een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting aangaan of verbreken? Dat kan met terugwerkende kracht per 1 januari 2016? U moet dan vóór 1 april 2016 een verzoek indienen bij de Belastingdienst.

Overgang naar besloten vennootschap (bv) registeren

Wilt u uw eenmanszaak of vof omzetten naar een bv? Dit kunt u ruisend of geruisloos doen. Bij een ruisende overgang staakt u de activiteiten van eenmanszaak of vof voor de inkomstenbelasting. U bent dan inkomstenbelasting verschuldigd over de stakingswinst.

 

Laat u voor 1 april 2016 een voorovereenkomst bij de Belastingdienst registreren, dan kan 1 januari 2016 met terugwerkende kracht de ingangsdatum zijn voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting. Voorwaarde is wel dat de oprichting en inbreng voor 1 oktober 2016 plaatsvinden.

 

U kunt uw onderneming ook geruisloos inbrengen in een bv. De eindbalans van uw eenmanszaak of vof is dan gelijk aan de beginbalans van de bv en u bent geen belasting verschuldigd over uw reserves. Dit kan voor de inkomstenbelastingen en vennootschapsbelasting met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2015 mits u voor 1 oktober 2015 een voorovereenkomst had gesloten en de overgang voor 1 april 2016 plaatsvindt.

(Bron: ABAB)

Zijn werkgeverslasten nu iets wat iedereen wel weet of blijven er vragen over. Werkgeverslasten in 10 vragen – opgesteld door Ton Breitenfellner – biedt een beknopt overzicht.

1.   Wat zijn werkgeverslasten?

Werkgeverslasten zijn extra loonkosten naast het brutoloon en bestaan uit wettelijke en niet wettelijke lasten.

2. Waarover worden werkgeverslasten berekend?

Werkgeverslasten worden berekend over het loon maar ook over uitkeringen. Uitkeringen worden betaald door uitvoeringsinstellingen en eigen risicodragers

3. Hoe hoog zijn de werkgeverslasten?

Werkgeverslasten over het loon kunnen oplopen tot 40% van het brutoloon. Over uitkeringen is dit maximaal 25%.

4. Waarom is inzicht in werkgeverslasten belangrijk?

Ter bepaling van de totale loonkosten, het risico van eigen risicodragers en het extra percentage dat meeverzekerd kan worden bij verzuimverzekeringen in verband met werkgeverslasten.

5. Wat zijn wettelijke werkgeverslasten?

Wettelijke werkgeverslasten bestaan uit premies werknemersverzekeringen:

  • WAO-WIA basispremie (inclusief premie kinderopvang)
  • AWF-premie
  • ZVW-premie
  • Sectorfondspremie
  • Premies (Whk) ZW, WGA-vast en WGA-flex.

Premies werknemersverzekeringen worden berekend over het gemaximeerde loon (artikel 17 Wfsv). Per 1-1-2016 bedraagt dat maximum  € 52.763,- per jaar. De premies Whk worden jaarlijks door het UWV aan werkgevers verstrekt.

6. Wat zijn niet wettelijke werkgeverslasten?

Niet wettelijke werkgeverslasten zijn de via arbeidsovereenkomst of CAO geldende lasten zoals de pensioenpremie en sectorale afdrachten (bijvoorbeeld O&O-fondsen).

7. Hoe hoog zijn de werkgeverslasten over het loon voor niet eigen risicodragers?

De WAO-WIA, AWF en ZVW-premies worden landelijk en de Sectorfondspremies per sector vastgesteld. Voor de Whk gelden voor kleine werkgevers sectorale,  voor grote werkgevers gedifferentieerde en voor middelgrote werkgevers gemengde premies. Gemiddeld zijn de wettelijke werkgeverslasten 2016, 18,47%.

8. Hoe hoog zijn de werkgeverslasten over het loon voor eigen risicodragers?

Werkgeverslasten voor eigen risicodragers zijn gelijk aan die van niet eigen risicodragers met uitzondering van de premie voor het risico (ZW en/of WGA) dat men zelf draagt. Gemiddeld zijn deze lasten over 2016 voor eigen risicodragers ZW 18,08% en voor eigen risicodragers WGA-vast 17,99%.

9. Hoe hoog zijn de werkgeverslasten over uitkeringen?

Over uitkeringen zijn alleen wettelijke werkgeverslasten verschuldigd. De hoogte ervan hangt af van wie de uitkering betaalt: het UWV of de eigen risicodrager. Voor het UWV zijn de werkgeverslasten 2016, in alle gevallen 18,85%. Voor eigen risicodragers zijn deze gelijk aan die over het loon.

10. Hoe berekent de werkgever zijn werkgeverslasten?

De  WAO/WIA-basispremie inclusief premie kinderopvang, de AWF-premie en de ZVW werkgeverspremie, bedragen 15,57%.  De Sectorfondspremie kan aan de hand van de gepubliceerde tabellen worden bepaald. Kleine werkgevers (loonsom tot € 319.000) betalen ook voor de Whk sectorale premies die jaarlijks worden gepubliceerd. Grote werkgevers (loonsom boven € 3.190.000) betalen gedifferentieerde ZW, WGA-vast en WGA-flex premies. Middelgrote werkgevers betalen een mengvorm van sector- en gedifferentieerde premies Whk. Werkgevers ontvangen jaarlijks in november van het UWV een opgave van de nieuwe Whk-premies.

(Bron: Accountancyvanmorgen)

In de onderstaande tabel vindt u een opsomming van kosten. Per kostensoort ziet u welk percentage van de kosten u mag aftrekken bij het bepalen van de winst uit onderneming.

Tabel Kosten voor de onderneming

Soort kosten Welk deel van de
kosten is aftrekbaar?
Werkruimte thuis 0%, met uitzonderingen
Voedsel, drank, genotmiddelen,
representatie, congressen,
seminars, studiereizen (inclusief
reis- en verblijfskosten), e.d.*1
drempel € 4.500*2
Telefoonabonnement thuis 0%
Zakelijke telefoongesprekken thuis 100%
Algemene literatuur 0%
Vakliteratuur 100%
Werkkleding*3 100%
Kleding (geen werkkleding) 0%
Persoonlijke verzorging 0%
Aktetassen e.d. 100%
Apparatuur en instrumenten
die niet tot het
ondernemingsvermogen behoren
0%
Verhuiskosten beperkt
Huisvesting buiten de woonplaats beperkt
Geldboeten 0%
Auto van de zaak beperkt
Zakelijke kosten eigen auto beperkt
Vaartuigen voor
representatieve doeleinden
0%

*1 Onder de post ‘voedsel’ vallen zakenlunches en -diners (ook de fooien). Denk bij ‘drank’ aan koffie, thee, melk en frisdrank. Bij ‘genotmiddelen’ moet u denken aan onder andere sigaretten en sigaren. Onder ‘representatie’ vallen onder meer de kosten van recepties, feestelijke bijeenkomsten en vermaak. Bij deze kosten geldt dat u het deel van het totaalbedrag mag aftrekken dat boven de drempel van € 4.500 uitkomt.

*2 Voor de kosten van voedsel, drank, genotmiddelen, representatie, congressen, seminars, studiereizen en dergelijke kunt u in plaats van het toepassen van de € 4.500 drempel ook 73,5% van deze kosten aftrekken. Wilt u deze methode toepassen, dan kunt u daar bij de aangifte voor kiezen.

*3 Werkkleding is kleding die u (bijna) uitsluitend kunt dragen in het kader van uw onderneming. Dit moet blijken uit de uiterlijke kenmerken van de kleding (bijvoorbeeld:een uniform of overall). Is de kleding ook geschikt om buiten uw onderneming te dragen? Dan moet de kleding zijn voorzien van een beeldmerk met een oppervlakte van minimaal 70cm2. Het beeldmerk moet verwijzen naar uw onderneming.

(Bron: Belastingdienst)

Fiscale reserves zijn bedragen die u opzij legt (reserveert) en die u mag aftrekken van de winst. De 3 belangrijkste fiscale reserves zijn de herinvesteringsreserve bij verkoop van een bedrijfsmiddel, de egalisatiereserve voor hoge periodieke uitgaven, en de oudedagsreserve voor ondernemers in de inkomstenbelasting.

Herinvesteringsreserve

De herinvesteringsreserve stelt u in staat de opbrengst van de verkoop van een bedrijfsmiddel opnieuw te investeren in een ander bedrijfsmiddel. De belastingheffing over de behaalde boekwinst bij de verkoop van het bedrijfsmiddel wordt hierdoor uitgesteld. Om gebruik te maken van deze reserve moet u aan bepaalde voorwaarden voldoen.

Egalisatiereserve

De egalisatiereserve is bedoeld voor de kosten die eens in de zoveel jaar moeten worden gemaakt voor periodiek onderhoud van de bedrijfsmiddelen, zoals voor het onderhoud van uw bedrijfspand. Dit zijn vaak hoge kosten. U kunt deze reserve ook aanleggen voor toekomstige uitgaven, zoals een milieuverontreiniging. U mag geen egalisatiereserve vormen voor jaarlijks terugkerende uitgaven of voor de aanschaf van bedrijfsmiddelen.

Oudedagsreserve

Als u ondernemer bent voor de inkomstenbelasting mag u jaarlijks een deel van de winst reserveren voor uw oudedagsvoorziening. Dat gereserveerde deel heet de oudedagsreserve. Het vormen van een oudedagsreserve betekent niet dat u daadwerkelijk geld opzij zet. Het is een boekhoudkundige reservering van een deel van de winst. Deze reservering zorgt voor uitstel van belastingheffing over dat deel van de winst. Dit levert u dus op de korte termijn een voordeel op.

Let op!

De oudedagsreserve geldt niet voor belastingplichtigen voor de vennootschapsbelasting.

(Bron: Belastingdienst)

In Nederland is iedere ondernemer verplicht zijn administratie te bewaren. Dit wordt ook wel de fiscale bewaarplicht genoemd. Wettelijk is bepaald dat u uw administratie 7 jaar dient te bewaren. Echter zijn er bestaan uitzonderingen waarbij u sommige gegevens wel tot 10 jaar moet bewaren.

De basisgegevens, de gegevens op basis waarvan uw belastingplicht moet kunnen worden afgeleid, dient u 7 jaar te bewaren. Onder deze gegevens vallen ieder geval:

  • Kasadministratie
  • Grootboekadministratie
  • Voorraadadministratie
  • Loonadministratie
  • Urenadministratie
  • Debiteurenadministratie
  • Crediteurenadministratie
  • Inkoopadministratie
  • Verkoopadministratie

Dit zijn slechts enkele voorbeelden van gegevens die bewaard moeten worden. Deze lijst is echter niet compleet. Dit komt onder andere doordat per branche en per vakgroep bepaalde eisen gesteld kunnen worden aan de essentiële informatie die een onderneming moet kunnen verstrekken aan belastingdienst.

De belastingdienst kan uw administratie controleren en wanneer nodig om nadere gegevens vragen. Wanneer u deze gegevens niet heeft en/of niet verstrekt kan dit verstrekkende gevolgen hebben. De belastingdienst kan in dit geval de bewijslast omkeren en verzwaren. Dat wil zeggen dat de belastingdienst een redelijk onderbouwde schatting zal maken van uw omzet (welke in de praktijk altijd hoog zal zijn) en op basis hiervan een aanslag zal opleggen. Vervolgens verkeert de belastingplichtige onderneming in de zeer lastige positie om bewijs te leveren dat de schatting van de belastingdienst onjuist is en dus de aanslag te hoog is. In de praktijk is dit een lastige en weinig benijdenswaardige positie. Vaak zijn met deze zaken grote bedragen gemoeid.

Reden genoeg om u bij te laten staan door een specialist, een advocaat-belastingkundige. Twijfel niet en neem (vrijblijvend) contact op met Farber Zwaanswijk Advocaten, gespecialiseerd en ervaren op het gebied van (het voorkomen van) procedures tegen de belastingdienst. U kunt  hier klikken voor de contactgegevens.

(Bron: FZAdvocaten)

De volgende gegevens hebt u nodig bij het invullen van de vraag ‘Eigen woning’ in uw aangifte inkomstenbelasting:

  • de WOZ-waarde van uw woning
    Deze waarde staat op uw WOZ-beschikking. Voor uw aangifte inkomstenbelasting gebruikt u de WOZ-beschikking van het jaar waarover u aangifte doet. Deze heeft een peildatum van 1 januari van het jaar vóór het jaar waarover u aangifte doet.
  • de betaalde rente en aflossing
    Deze staan op het (jaar)overzicht van uw bank.
  • In het jaar van aankoop of verkoop ook de volgende door u betaalde kosten:
    • de afsluitprovisie
    • de overdrachtsbelasting
    • de advies- en bemiddelingskosten
    • de taxatiekosten voor het krijgen van de lening
    • de notariskosten voor de hypotheek of lening

Deze staan op de aankoop- of verkoopspecificatie van de notaris.

ls u digitaal wilt factureren, dan hoeft u ons dat niet meer te laten weten. U hoeft ook niet aan extra voorwaarden van de belastingdienst te voldoen. Uw factuur moet wel voldoen aan de wettelijke eisen die ook voor papieren facturen gelden.

Wettelijke eisen voor facturen

Digitaal factureren heeft 1 extra voorwaarde. Uw afnemer moet akkoord gaan met de factuur. Dat betekent dat uw klant de digitale factuur mag weigeren als hij de factuur niet in elektronische vorm wil ontvangen.

(Bron: Belastingdienst.nl)

Van verandering van de rechtsvorm van uw bedrijf of van het samenwerkingsverband binnen uw bedrijf is bijvoorbeeld sprake als:

  • u uw eenmanszaak inbrengt in een nieuw opgerichte of bestaande vof of maatschap
  • u uw eenmanszaak, vof of maatschap inbrengt in een nieuw opgerichte of bestaande bv of nv
  • er een maat of vennoot bij uw vof of maatschap komt
  • er een maat van uw maatschap of een vennoot van uw vof wegvalt (bijvoorbeeld door uittreding of overlijden) en u de onderneming voortzet als eenmanszaak

In deze gevallen moet u de stakingswinst berekenen. Over de stakingswinst moet u inkomstenbelasting betalen. Onder bepaalde voorwaarden hoeft u niet fiscaal af te rekenen. Bijvoorbeeld als u uw onderneming overdraagt aan een bv. U moet dan wel uw hele onderneming inbrengen en u mag de aandelen die u als tegenprestatie voor uw onderneming ontvangt, 3 jaar lang niet verkopen.

Let op!

Beoordeel aan de hand van uw eigen situatie of het verstandig is om fiscaal af te rekenen of gebruik te maken van een doorschuifregeling. Als u bijvoorbeeld nog een verlies kunt verrekenen, kan het financieel voordeliger zijn wel af te rekenen over de stakingswinst.

Voor de btw is er bij een verandering in rechtsvorm of samenwerkingsverband sprake van een nieuwe onderneming. Voor de loonheffingen betekent een verandering van rechtsvorm dat u de loonadministratie moet afsluiten en dat u zich opnieuw moet aanmelden als werkgever. Als u werknemers in dienst hebt, krijgt uw onderneming een nieuw loonheffingennummer.

Als er onroerende zaken tot het vermogen van uw onderneming behoren, is er bij deze veranderingen meestal geen overdrachtsbelasting verschuldigd.

Verandering melden aan de Belastingdienst

Het veranderen van de rechtsvorm van uw bedrijf of van het samenwerkingsverband binnen uw bedrijf beschouwen wij in het algemeen als een staking van uw ondernemersactiviteiten. Daarom moet u de balans opmaken en afrekenen.

Het bedrijf met de nieuwe rechtsvorm of het nieuwe samenwerkingsverband beschouwen wij als een nieuw gestarte onderneming.

Geef de verandering aan ons door. Uw bedrijf krijgt dan een nieuw btw-nummer. Geef dit gewijzigde nummer meteen door aan uw leveranciers in andere EU-landen.

Als u een eenmanszaak, vof of maatschap inbrengt in een nieuw op te richten bv of nv, is sprake van een bijzondere situatie.

Let op!

Als de aandelen in een vennootschap worden overgedragen, wijzigen de rechtspersoon en de onderneming niet.

Van eenmanszaak, vof of maatschap naar bv/nv

Als u de rechtsvorm van uw eenmanszaak, vof of maatschap wilt wijzigen in die van een bv of nv of als u uw eenmanszaak, vof of maatschap wilt inbrengen in een nieuw op te richten bv of nv, doet zich een bijzondere situatie voor. De nieuwe bv of nv is pas juridisch ondernemer als de notariële akte is ondertekend. Tot dat moment is sprake van een bv of nv in oprichting. Voor de btw-heffing bestaat de bv of de nv pas als u de verklaring van geen bezwaar van het ministerie van Justitie hebt ontvangen.

De activiteiten van uw bedrijf in de periode tussen de start van uw nieuwe onderneming en het ontstaan van de bv als rechtspersoon (de voorperiode), worden verricht op grond van een voorovereenkomst.

Let op!

Informeer ons tijdig over de datum waarop u de voorovereenkomst hebt gesloten en over de ontvangstdatum van de verklaring van geen bezwaar van het ministerie van Justitie. Wij hebben deze gegevens nodig voor een juiste tenaamstelling van aangiften en eventuele aanslagen.

(Bron: Belastingdienst)

De waardering van een bedrijfspand is bepaald niet eenvoudig. Om discussies over een te hoge of een te lage waardering met de Belastingdienst te voorkomen, is het mogelijk om een minnelijke taxatie aan te vragen.

Zekerheid gewenst
Er zijn verschillende situaties denkbaar waarbij zekerheid over de waarde van een bedrijfspand wenselijk kan zijn. U wilt bijvoorbeeld een door u in privé gehouden pand inbrengen in de bv of juist andersom. Wellicht wilt u het tot het vermogen van de bv behorende bedrijfspand wel overdragen aan uw zoon of dochter. In deze tijd is het ook niet ondenkbaar dat het pand sterk in waarde is gedaald, waardoor misschien een afwaardering naar een lagere bedrijfswaarde gewenst is.

In een te lage of een te hoge waardering van een bedrijfspand schuilt een gevaar. De Belastingdienst kan zich dan op het standpunt stellen dat sprake is van onzakelijk handelen. Dat kan leiden tot diverse correcties en naheffingen, eventueel met boetes. Om discussies met de Belastingdienst te voorkomen over de waardering van het bedrijfspand, kan een minnelijke taxatie uitkomst bieden.

Minnelijke taxatie
Bij een minnelijke taxatie zullen een taxateur van de Belastingdienst en een door uzelf aangewezen taxateur gezamenlijk de waarde van het pand bepalen. In de volgende gevallen kunt u een gezamenlijke (minnelijke) taxatie aanvragen:

  • Er vindt een overdracht of overgang van een pand plaats of heeft plaatsgevonden tussen u en een gelieerde partij (bijvoorbeeld uw bv).
  • U verschilt van inzicht met de Belastingdienst over de waarde van een pand of er kan een verschil van inzicht ontstaan.
  • De gezamenlijke taxatie wordt namens alle belanghebbenden gedaan.

Let op!
Bent u van plan het pand te verkopen aan derden of geldt bij het bepalen van de belasting een vaste waarde (bijvoorbeeld de WOZ-waarde) voor het pand, dan kunt u hiervoor geen minnelijke taxatie aanvragen.

Open kaart
Het is van groot belang dat bij een minnelijke taxatie beide partijen volledig open kaart spelen. De in overleg tussen u en de Belastingdienst uiteindelijk vastgestelde waarde van het bedrijfspand wordt namelijk vastgelegd in een voor beide partijen bindende vaststellingsovereenkomst. U krijgt zekerheid en kunt hieraan vertrouwen ontlenen, maar u bent ook gebonden aan de vaststellingsovereenkomst. Het is dan ook van groot belang dat vooraf het doel van een minnelijke taxatie – voor zowel u als de Belastingdienst – helder is. Zorg er ook voor dat u alle relevante omstandigheden uitwisselt met de Belastingdienst, anders loopt u het risico dat u aan de minnelijke taxatie toch geen vertrouwen kunt ontlenen. Denk bijvoorbeeld aan een eventuele verpachte staat, achterstallig onderhoud, bestemmingswijzigingen en recente investeringen.

Let op!
De uitkomst van een minnelijke taxatie biedt zekerheid, maar u bent er ook aan gebonden. Zijn niet alle doelen en omstandigheden goed in kaart gebracht, dan kunt u geen vertrouwen ontlenen aan de vastgestelde waarde van het bedrijfspand. Bij een achteraf te hoge of te lage waardering moet u alsnog rekening houden met fiscale consequenties.

(Bron: Schuiteman)

Verkocht u na 28 oktober 2012 uw woning die uw hoofdverblijf was? En is de verkoopprijs lager dan uw eigenwoningschuld? Dan hebt u een restschuld. U mag voor die restschuld nog maximaal 10 jaar na de verkoopdatum de betaalde rente en financieringskosten aftrekken.

Wat is een restschuld eigen woning?

U hebt een restschuld voor uw eigen woning als uw eigenwoningschuld (het bedrag waarover u hypotheekrente mag aftrekken) hoger is dan de verkoopprijs van de woning, na aftrek van de verkoopkosten. Verkoopkosten zijn bijvoorbeeld makelaarskosten en de kosten voor het verplichte energielabel.

Situaties gelijk aan verkoop

De regels voor de eigen woning eindigen bij overdacht van de eigen woning. Meestal is dat door verkoop, maar het kan ook op andere manieren. Bijvoorbeeld als u de woning aan een ander schenkt. Deze situaties stellen wij gelijk aan verkoop. U kunt in dat geval ook een restschuld overhouden.

Checklist

In de checklist staat wat u nodig hebt om de vraag ‘Eigen woning’ in uw aangifte inkomstenbelasting in te vullen.

Voorbeelden

Onder de voorbeelden wordt uitgelegd hoe u de vraag ‘Eigen woning’ in de aangifte moet invullen. En wat u moet doen als u niet de gehele lening hebt gebruikt voor de eigen woning.

(Bron: belastingdienst)