DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Kennisbank voor de eenmanszaak of vof, juridisch, ondernemingsrecht

amenwerkingsverbanden tussen ondernemers ontstaan vaak spontaan en groeien verder uit. Vaak regelen partijen niets ‘op papier’, met alle gevolgen van dien als er problemen ontstaan in de samenwerking.

 

Ook al zie je op tegen het opstellen van een overeenkomst en de daarmee gemoeide kosten, een goed contract kan in de toekomst altijd zijn vruchten afwerpen.

 

Opstellen van een overeenkomst

Waar moet je zoal aan denken bij het opstellen van een overeenkomst? In de eerste plaats is de reden van de samenwerking van belang. Wat wil je door middel van samenwerken bereiken? Heb je dit helder voor ogen, dan wordt het eenvoudiger om de samenwerkingsovereenkomst vorm te geven.

Na het noemen van de namen van de partijen volgt in overeenkomsten een considerans. Hier worden de overwegingen omschreven. Doel van de considerans is duidelijk te maken wat de achtergronden van partijen zijn om de overeenkomst te sluiten.

In de overeenkomst kom je verder standaardbepalingen tegen zoals: definities, toepasselijk recht, overgang van rechten, procedures en een geschillenregeling.

 

Duidelijke formulering

Verder is van belang om de rechten en plichten die jij en je contractpartij over en weer hebben duidelijk te formuleren. Wie doet wat? Gaan jullie exclusief met elkaar in zee? Wanneer mogen gemaakte afspraken worden gewijzigd? Wie brengt wat in? Wie is waarvoor aansprakelijk? Hoe wordt de opbrengst verdeeld? En ‘last but not least’, hoe wordt de samenwerking beëindigd. Dit laatste is van groot belang. Regel goed hoe en onder welke voorwaarden jullie uit elkaar gaan. De ervaring leert dat de beëindiging van een samenwerking regelmatig aanleiding geeft tot conflicten.

(Bron: Jan)

Algemene voorwaarden zijn niet verplicht, maar het is wel enorm belangrijk om ze te hebben. Ook moet je ze actueel houden om te zorgen dat ze je als ondernemer optimaal beschermen. Ze kunnen voorkomen dat je onenigheid krijgt over de levering van een product of dienst, de betaling of garantie. Ik zet een aantal belangrijke aandachtspunten op een rij.

1. Minder risico met algemene voorwaarden

Ondernemen is ook risico’s nemen, maar niet onnodig natuurlijk. Met duidelijke en goede algemene voorwaarden sluit je veel risico’s uit. Stel: je hebt een drukkerij en moet voor een winkelketen tassen bedrukken. De leverancier van de tassen levert echter te laat, waardoor je ze niet op tijd klaar hebt. Een flinke kostenpost, tenzij je in je algemene voorwaarden hebt aangegeven dat je niet aansprakelijk bent voor een te late levering buiten jouw schuld om en de eventuele schade die daaruit voortvloeit.

2. Zorg dat je voorwaarden passen bij je dienst of product

Bij het opstellen van voorwaarden kun je gebruikmaken van standaardvoorwaarden. Veel ondernemers gebruiken die van de Kamer van Koophandel of een branchevereniging. Het kan echter noodzakelijk zijn om die voorwaarden aan te passen, omdat ze net niet bij jouw producten of diensten passen. Of omdat bepaalde belangrijke voorwaarden die voor jou gunstig zijn, zoals eigendomsvoorbehoud of retentierecht, niet zijn opgenomen. Dan kunnen extra afspraken in je algemene voorwaarden nodig zijn. Er mogen alleen afspraken in je algemene voorwaarden staan die voor al je klanten gelden. Het enige onderscheid dat je mag maken, is die tussen particuliere en zakelijke klanten.

3. Leg spelregels schriftelijk vast

Ondernemen zonder duidelijke afspraken is niet verstandig. Ook niet als je iemand heel goed kent of al langer zaken mee doet. Leg daarom de belangrijkste spelregels schriftelijk vast in je algemene voorwaarden. Je moet ze wel geldig verklaren en ze fysiek of digitaal ter beschikking stellen aan je klanten, voor of bij het sluiten van de overeenkomst. Bijvoorbeeld door ze af te drukken op de achterkant van de overeenkomst. In je webshop moet je een duidelijke hyperlink opnemen en een klant moet de voorwaarden kunnen opslaan en aangeven dat hij akkoord is. Bespreek je de afspraken alleen mondeling en gaat er iets mis? Dan is het altijd jouw woord tegen dat van de klant. En probeer dan maar eens te bewijzen dat je de ander de mogelijkheid hebt geboden kennis te nemen van de algemene voorwaarden.

4. Geen onredelijke afspraken

Er gelden regels voor wat er in je algemene voorwaarden mag staan. Dat mag je niet helemaal zelf bepalen. Afspraken mogen bijvoorbeeld niet afwijken van het consumentenrecht en je mag geen onredelijke bepalingen opnemen. Bijvoorbeeld dat alleen jij de overeenkomst mag ontbinden en je klant niet. Dat zou onredelijk zijn. In andere gevallen bepaalt de situatie wat onredelijk is. De overheid heeft een zwarte en een grijze lijst gemaakt. Bepalingen op de zwarte lijst zal een rechter als onredelijk bestempelen, die op de grijze lijst als twijfelachtig. Staan er onredelijke afspraken in je voorwaarden, dan ben je waarschijnlijk minder goed beschermd dan je denkt.

5. Voorkomen van onbetaalde facturen

Goede algemene voorwaarden zijn ook cruciaal in je debiteurentraject. Je kunt afspraken opnemen om te voorkomen dat je blijft zitten met onbetaalde rekeningen. Bijvoorbeeld een eigendomsvoorbehoud. Hiermee geef je aan dat het product dat je levert van jou blijft, tot de klant heeft betaald. Of je gebruikt het retentierecht. Dit betekent dat je afspreekt dat je goederen pas teruggeeft of levert, zodra de klant heeft betaald. Heeft een klant bijvoorbeeld een caravan bij je gestald, maar betaalt hij al tijden de huur niet? Dan mag je de caravan in bezit houden tot de klant de huurachterstand heeft voldaan.

6 Zorg dat je algemene voordelen actueel zijn

Heb je je algemene voorwaarden een hele tijd geleden gemaakt? Dan is de kans groot dat ze je niet meer optimaal beschermen. Er zijn namelijk allerlei gebeurtenissen denkbaar die vragen om een aanpassing van je voorwaarden. De meest voor de hand liggende zijn wetswijzigingen waaraan je bedrijf moet voldoen. Verandert de overheid bijvoorbeeld de incassoregels of de wettelijke bedenktijd, dan kan dat gevolgen hebben voor jouw voorwaarden. Maar het kan ook zijn dat juist je bedrijf verandert of de samenstelling van je producten of diensten. Ook dan moet je de algemene voorwaarden op tijd bijwerken.

(Bron: DAS)

De circulaire economie is hot en happening. Het economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren, zorgt echter voor een hoop juridische uitdagingen

De wet sluit niet naadloos aan op deze vorm van ondernemen, waarin bedrijfskolommen steeds verder integreren, met name diensten worden geleverd in plaats van goederen en nieuwe vormen van samenwerking worden gezocht. Voordat je echt een nieuwe samenwerking begint, schets ik hieronder de drie valkuilen van circulair ondernemen.

De gekozen samenwerkingsvorm past niet bij het project

Veranderende relaties tussen bijvoorbeeld kopers en leveranciers, vereisen andere samenwerkingsvormen. Vaak gaat het om een samenwerking tussen meer dan twee partners. Kies je voor de aandelenstructuur (een BV) of zoek je naar een flexibeler alternatief, zoals een coöperatie. Of kies je voor een samenwerkingsovereenkomst. In praktijk wordt vaak voor het laatste gekozen. Dat kan gunstig zijn. De samenwerking is misschien nog niet helemaal uitgekristalliseerd en partijen willen makkelijk van elkaar af. Geen aandelenverkoop, gewoon opzeggen. Maar kun je wel zo maar opzeggen? Geeft het contract daar wel mogelijkheid toe? Bovendien kun je – wellicht onbedoeld – een personenvennootschap (een vof) oprichten met alle gevolgen en (hoofdelijke) aansprakelijkheden van dien.

Er is een onevenwichtige machtsverhouding tussen de samenwerkingspartners

Samenwerkingsvormen, of het nu gaat om een aandelenstructuur, een vof of een samenwerkingsovereenkomst, lijken in beginsel uit te gaan van een verhouding waarin beide partners even sterk zijn. Dat is in praktijk meestal niet het geval. Denk bijvoorbeeld aan de start-up die een innovatieve oplossing heeft voor een grote corporate. Al is het voorstel op tafel nog zo evenwichtig, dan nog dient de kleine partij zich bewust te zijn van het feit dat zij de kleinste is.

Wat als de machtigste partij haar verplichtingen niet nakomt? De andere partij zal niet eenvoudig nakoming kunnen afdwingen. Denk bijvoorbeeld aan eventuele afspraken over de vruchten van de samenwerking. Wat als de sterkere partij er met het idee vandoor gaat en dat verder ontwikkelt met een andere contractspartij? Die onevenwichtigheid tussen de contractspartijen dient te worden gewaarborgd in de samenwerkings- of aandeelhoudersovereenkomst. Ook hier geldt: beter van tevoren goed over nagedacht, dan achteraf naar je geld op jacht.

De risicoverdeling is onduidelijk

Een nieuwe rol in de keten betekent ook dat je als ondernemer te maken krijgt met andere rechten en verplichtingen. Anders dan voorheen, ben je niet slechts leverancier, inkoper of dienstverlener, je bent ook mede-ontwikkelaar. Met alle risico’s van dien. Sluiten je algemene inkoop- of verkoopvoorwaarden nog wel aan op je nieuwe rol in de keten? Is er sprake van afval, bijproduct of van een product? Want voor al die verschillende zaken, geldt immers een ander wettelijk aansprakelijkheidsregime.

De wettelijke regeling voor overeenkomsten gaat bovendien in beginsel uit van een tweepartijenovereenkomst. Er zijn wel een aantal bepalingen voor overeenkomsten met meer partijen, maar die zijn vrij beperkt. Bovendien geldt bij circulaire ondernemingen ook nog vaak dat het gaat om een meerpartijenovereenkomst waarbij alle partijen van elkaar afhankelijk zijn. Wat als een van de samenwerkingspartners ermee stopt en de keten wordt doorbroken. Eindigt de samenwerking tussen de andere partners dan ook?

Leg afspraken goed vast

Meer dan ooit zijn heldere afspraken en de vastlegging daarvan nodig om juridische risico’s te kunnen controleren. Contracteren in de circulaire economie is maatwerk en in veel gevallen ontbreekt een specifieke wettelijke regeling. Leg daarom de gemaakte afspraken goed vast en laat je daarover adviseren.

(Bron: DVAN)

Is uw echtgenoot of partner ook aansprakelijk?

Gaat uw bedrijf failliet of heeft u schulden? Als u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft, kan het zijn dat uw partner ook aansprakelijk is.

Hoe zit het met de aansprakelijkheid?

Uw aansprakelijkheid is afhankelijk van de rechtsvorm van uw bedrijf. Een ander belangrijk aspect is uw burgerlijke staat. Binnen een ‘regulier’ huwelijk of een geregistreerd partnerschap en een eenmanszaak of vof, is er geen verschil tussen privé- en ondernemingsvermogen. Bent u in gemeenschap van goederen samen en gaat u failliet? Dan zijn zowel u als uw partner aansprakelijk met uw privévermogen. Bekijk onderstaande aandachtspunten.

De juiste rechtsvorm kiezen

Bij de ene rechtsvorm loopt uw partner meer risico dan bij de ander.

Trouwen op huwelijkse voorwaarden

In huwelijksvoorwaarden zet u afspraken over bijvoorbeeld de verdeling van de bezittingen, de inkomsten en pensioenrechten. U kunt bijvoorbeeld het bedrijf op uw naam zetten en het huis op de naam van uw partner. U verkleint dan het risico dat de bank uw huis verkoopt als het slecht gaat met uw bedrijf. In dat geval is het noodzakelijk om zowel de hypotheek als huis op dezelfde persoon af te sluiten. Zorg voor daadwerkelijke jaarlijkse verrekening volgens de akte om de huwelijkse voorwaarden in stand te houden.

Procedure opstellen huwelijkse voorwaarden

De procedure voor het opstellen van huwelijkse voorwaarden voordat u trouwt, is simpel. U vraagt een notaris om huwelijkse voorwaarden op te stellen. De notaris zorgt voor inschrijving van de huwelijkse voorwaarden in het huwelijksgoederenregister. De huwelijkse voorwaarden gelden vanaf het moment van uw huwelijk.

Achteraf omzetten naar huwelijkse voorwaarden

Bent u langer dan 1 jaar getrouwd? In dat geval kan de notaris alsnog huwelijkse voorwaarden opstellen. Dankzij een wetswijziging is de toestemming van de rechtbank niet meer nodig voor wijziging of opstellen van huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk.

In de ‘nieuwe’ wet die geldt vanaf 2012 worden eventuele schuldeisers alsnog beschermd. Wil men het huwelijk wijzigen in een huwelijk met huwelijkse voorwaarden? Dan dienen beide echtgenoten zich hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor alle gemeenschapsschulden die er op de datum van wijziging van het huwelijk zijn.

Man-vrouwfirma

Zit u samen met uw man of vrouw in een vof, dan bent u beiden ondernemer en aansprakelijk met uw privévermogen. In die situatie biedt trouwen onder huwelijksvoorwaarden nauwelijks bescherming. U bent allebei met uw privévermogen aansprakelijk bij eventuele schulden.

Huwelijksvoorwaarden opheffen

Heeft u uw bedrijf verkocht of bent u gestopt en gaat u met pensioen? Dan kan het voordelig zijn om de huwelijksvoorwaarden om te zetten naar een wettelijke gemeenschap van goederen. Uw erfgenamen betalen dan minder successierechten als u overlijdt.

(Bron: Kamer van Koophandel)

Als u gaat samenwerken met andere bedrijven, is het handig om afspraken met elkaar te maken. Soms is het verstandig een rechtsvorm te kiezen voor uw samenwerking. Welke het beste bij u past, hangt van uw situatie en wensen af. Stel uzelf 10 vragen en kies dan de juiste rechtsvorm.

Tien vragen voordat u een rechtsvorm kiest

  1. Is de samenwerking eenmalig of voor onbepaalde tijd?
  2. Hoe intensief is de samenwerking? Worden al uw zakelijke activiteiten ondergebracht in een samenwerkingsverband? Of betreft het slechts een deel en hebben partners daarnaast ook een eigen onderneming?
  3. Heeft u als doel om geld te verdienen (winstoogmerk) of werkt u samen uit idealisme?
  4. Accepteert u dat u aangesproken kunt worden op verplichtingen die uw compagnon of partner aan gaat? Tot hoe ver mag dat gaan? Of wilt u de aansprakelijkheid beperken?
  5. Welke omzet verwacht u? De hoogte van de omzet bepaalt voor een belangrijk deel welke rechtsvorm fiscaal het meest interessant is.
  6. Onder welke naam wordt naar buiten getreden; wie mogen de contracten met klanten sluiten: de individuele partners of compagnons, of het collectief?
  7. Gaan de partners of compagnons zich zelf bezighouden met de dagelijkse bedrijfsvoering van de samenwerking, of sturen zij alleen op afstand?
  8. Is het de bedoeling vermogen op te bouwen binnen het samenwerkingsverband? Zo ja hoe wordt dit verdeeld?
  9. Komen er regelmatig nieuwe leden bij of stappen bestaande leden uit? Wanneer kan dat en tegen welke vergoeding?
  10. Hoe belangrijk is het om het samenwerkingsverband overdraagbaar te maken of op een bepaald moment te kunnen verkopen?

Mogelijke juridische vormen

Er zijn veel juridische vormen mogelijk die elk voor- en nadelen hebben. Daarom is het goed om op een rijtje te hebben wat voor u en uw partners belangrijk is. Kies vervolgens de rechtsvorm die u het meeste biedt. Let goed op fiscale verschillen en aansprakelijkheid.

Contracten en andere mogelijkheden

Wanneer de samenwerking kortdurend of eenmalig is, kunt u ook een gelegenheidscontract opstellen. Ook zijn er combinaties van rechtsvormen mogelijk, bijvoorbeeld een VOF en een BV. En tot slot is er ook nog een aantal meer ‘exotische’ rechtsvormen die vooral in bepaalde branches populair zijn. Een voorbeeld hiervan is de Engelse LLP, die kenmerken heeft van zowel VOF als BV en die om die reden populair is bij zakelijke dienstverleners als advocaten en accountants. U heeft dus veel mogelijkheden.

(Bron: Kamer van Koophandel)

Onlangs kregen wij via één van de IT-notarissen waar we mee samenwerken de vraag van een accountant door, die wilde weten of het ook mogelijk is om een pandrecht te vestigen op een merk. Dit is uiteraard mogelijk, hieronder volgt een uitleg van de procedure.

Merk

Met een merk kunt u uw producten of diensten onderscheiden van die van uw concurrenten. Een merk wordt pas beschermd, nadat het is geregistreerd. Hoe werkt een dergelijke registratie?

Een merk kan worden geregistreerd bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Door deze registratie krijgt u het exclusieve recht op het gebruik van het merk voor bepaalde producten en diensten binnen de Benelux. De inschrijving is in eerste instantie 10 jaar geldig, maar deze kunt u na 10 jaar verlengen. U dient wel zelf uw merk actief in stand te houden in de markt. Tijdens de registratieperiode wordt u merk beschermd.

Pandrecht op een merk

We nemen het voorbeeld van een webwinkelier die een beeldmerk houdt en voor een investering een externe geldschieter inzet. Deze webwinkelier kan het beeldmerk bij notariële of onderhandse akte in onderpand geven aan de investeerder. Wanneer de webwinkelier zijn verplichting tot terugbetalen van de lening van de investeerder niet nakomt, kan de investeerder op grond van de pandakte het beeldmerk te gelde maken en zorgen voor de voldoening van zijn vordering.

Een pandrecht op een merk heeft pas derdenwerking na inschrijving van de pandakte in het merkenregister. Indien dit niet gebeurt, heeft het pandrecht alleen werking tussen een pandgever en een pandhouder.

De webwinkelier moet de houder van het merkenrecht zijn om het in pand te kunnen geven. Dit is terug te vinden in het register op de website van de Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Indien de webwinkelier inderdaad houder van het merk blijkt, kan hij een authentieke of onderhandse pandakte laten opstellen, waarin duidelijk welk merk wordt verpand.

Vervolgens dient deze pandakte te worden ondertekend door de webwinkelier en de investeerder. De getekende akte moet worden gestuurd naar het BBIE, die de verpanding in het register inschrijft. De webwinkelier kan vanaf het moment van deze inschrijving niet meer zonder de toestemming van de investeerder het merk overdragen of opzeggen.

Het is dus van belang om zeker te stellen dat de verpanding is geregistreerd bij het BBIE. Wanneer dit niet is gebeurd, kan de webwinkelier nog steeds het BBIE overdragen of opzeggen. Het BBIE kent het bestaan van de pandakte immers niet. Natuurlijk kan de investeerder dan verhaal halen bij de webwinkelier, maar zijn onderpand is hij kwijt.

(Bron: www.it-jurist.nl)

De Auteurswet beschermt automatisch werken van letterkunde, wetenschap of kunst. De bescherming gaat in op het moment dat het werk tot stand komt. Voorwaarde is dat het werk origineel is.

Auteursrecht kost niets en de bescherming is internationaal. Makers hoeven hun werk niet te registreren of te deponeren. Het auteursrecht vervalt 70 jaar na het overlijden van de maker.

  • Werken waarop auteursrechtelijke bescherming kan rusten: teksten, kunstwerken, brochures, video’s en ander promotiemateriaal, software, foto’s, sieraden, tekeningen, schaalmodellen en bouwwerken.
  • Werken waarop geen bescherming rust: catalogi, gebruiksaanwijzingen, dienstregelingen, theaterprogramma’s en telefoongidsen.

Collectieve beheersorganisatie (cbo)

De meeste auteurs (waaronder ook componisten, muzikanten en filmmakers) oefenen hun auteursrechten uit via een collectieve beheersorganisatie (cbo). Voorbeelden zijn Buma/Stemra, Sena, Videma, Stichting Reprorecht en Stichting de Thuiskopie. Deze cbo’s zijn aangesloten bij de Vereniging van Organisaties die Intellectueel eigendom Collectief Exploiteren (VOI©E).

Toezicht

Het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) houdt toezicht op een aantal van deze collectieve beheersorganisaties.

Klachten

Hebt u als gebruiker van auteursrechtelijk beschermd werk een klacht over een van deze cbo’s? Dan neemt u eerst contact op met die organisatie. Elke organisatie heeft een eigen geschillenregeling. Als de organisatie uw klacht niet (correct) afhandelt, kunt u zich wenden tot VOI©E. Als de cbo is aangesloten bij De Geschillencommissie, kunt u ook de Geschillencommissie Auteursrechten Zakelijk inschakelen.

(Bron: Ondernemingsplein)

Bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) kunt u een merk registreren. Door deze registratie krijgt u het exclusieve recht op het gebruik van het merk voor bepaalde producten en diensten binnen de Benelux. De inschrijving is in eerste instantie 10 jaar geldig, maar deze kunt u na 10 jaar verlengen. U dient wel zelf uw merk actief in stand te houden in de markt. Een merk is overdraagbaar, wat is daarvoor nodig?

Een merk kan worden overgedragen middels een onderhandse akte. Wil de overnemende partij er voor zorgen, dat hij ook dezelfde bescherming geniet als de overdragende partij, dan dient dit ook geregeld te worden bij het BBIE. Hiertoe kan een standaardformulier worden ingevuld, welke te downloaden is op de website van het BBIE.

In de onderhandse akte kunnen afspraken gemaakt worden inzake een vergoeding voor de overdracht. Als het om een groot bedrag gaat, is het mogelijk om dit via een derdengeldenrekening van een IT-notaris te laten lopen. In dat geval maakt de koper het bedrag over op deze derdengeldenrekening en stort de IT-notaris dit bedrag op de rekening van de verkoper, zodra het register van het BBIE is aangepast. De IT-notaris heeft hiervoor een speciaal protocol opgesteld.

Ook kunnen er in de onderhandse akte afspraken gemaakt worden inzake gerelateerde rechten, zoals auteursrechten en domeinnamen, die mogelijk betrekking hebben op het merk. Indien de overdragende partij nog wel het merk mag blijven gebruiken, is het mogelijk om in deze akte een licentierecht te verstrekken.

Daarnaast is het goed om afspraken te maken inzake garanties, vrijwaringen en eventueel een boetebepaling, in geval de overdragende partij na overdracht onrechtmatig gebruik maakt van het merk.

U kunt ten slotte overwegen om uw merk over te dragen aan een afzonderlijke IE-holding, om te voorkomen dat bedrijfsrisico’s in de werkmaatschappij er voor zorgen, dat merkenrechten in een failliete boedel terechtkomen.

(www.it-jurist.nl)

Is uw echtgenoot of partner ook aansprakelijk?

Gaat uw bedrijf failliet of heeft u schulden? Als u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft, kan het zijn dat uw partner ook aansprakelijk is. Lees hier meer over de aansprakelijkheid van uw echtgenoot of partner.

Hoe zit het met de aansprakelijkheid?

Uw aansprakelijkheid is afhankelijk van de rechtsvorm van uw bedrijf. Een ander belangrijk aspect is uw burgerlijke staat. Binnen een ‘regulier’ huwelijk of een geregistreerd partnerschap en een eenmanszaak of vof, is er geen verschil tussen privé- en ondernemingsvermogen. Bent u in gemeenschap van goederen samen en gaat u failliet? Dan zijn zowel u als uw partner aansprakelijk met uw privévermogen. Bekijk onderstaande aandachtspunten.

De juiste rechtsvorm kiezen

Bij de ene rechtsvorm loopt uw partner meer risico dan bij de ander. Meer informatie over rechtsvorm kiezen.

Trouwen op huwelijkse voorwaarden

In huwelijksvoorwaarden zet u afspraken over bijvoorbeeld de verdeling van de bezittingen, de inkomsten en pensioenrechten. U kunt bijvoorbeeld het bedrijf op uw naam zetten en het huis op de naam van uw partner. U verkleint dan het risico dat de bank uw huis verkoopt als het slecht gaat met uw bedrijf. In dat geval is het noodzakelijk om zowel de hypotheek als huis op dezelfde persoon af te sluiten. Zorg voor daadwerkelijke jaarlijkse verrekening volgens de akte om de huwelijkse voorwaarden in stand te houden.

Procedure opstellen huwelijkse voorwaarden

De procedure voor het opstellen van huwelijkse voorwaarden voordat u trouwt, is simpel. U vraagt een notaris om huwelijkse voorwaarden op te stellen. De notaris zorgt voor inschrijving van de huwelijkse voorwaarden in het huwelijksgoederenregister. De huwelijkse voorwaarden gelden vanaf het moment van uw huwelijk.

Achteraf omzetten naar huwelijkse voorwaarden

Bent u langer dan 1 jaar getrouwd? In dat geval kan de notaris alsnog huwelijkse voorwaarden opstellen. Dankzij een wetswijziging is de toestemming van de rechtbank niet meer nodig voor wijziging of opstellen van huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk.

In de ‘nieuwe’ wet die geldt vanaf 2012 worden eventuele schuldeisers alsnog beschermd. Wil men het huwelijk wijzigen in een huwelijk met huwelijkse voorwaarden? Dan dienen beide echtgenoten zich hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor alle gemeenschapsschulden die er op de datum van wijziging van het huwelijk zijn.

Man-vrouwfirma

Zit u samen met uw man of vrouw in een vof, dan bent u beiden ondernemer en aansprakelijk met uw privévermogen. In die situatie biedt trouwen onder huwelijksvoorwaarden nauwelijks bescherming. U bent allebei met uw privévermogen aansprakelijk bij eventuele schulden.

Huwelijksvoorwaarden opheffen

Heeft u uw bedrijf verkocht of bent u gestopt en gaat u met pensioen? Dan kan het voordelig zijn om de huwelijksvoorwaarden om te zetten naar een wettelijke gemeenschap van goederen. Uw erfgenamen betalen dan minder successierechten als u overlijdt.

(Bron: Ondernemingsplein)

TIP
Zorg dat altijd medewerking van de wederpartij is verkregen ingeval van een contractsovername. Indien een rechtsverhouding met een wederpartij aan een derde wordt overgedragen, is medewerking van de wederpartij een wettelijk vereiste.

VOORAF
Door middel van contractsovername wordt de gehele rechtsverhouding tot de wederpartij, met inbegrip van alle nevenrechten, nevenverplichtingen en wilsrechten aan de derde overgedragen. Een wettelijk vereiste voor contractsovername is medewerking van de wederpartij. De wederpartij kan zijn of haar medewerking in elke vorm verlenen, zowel vooraf, als achteraf, als zonder duidelijke verklaring. Daarnaast is een akte vereist, want zonder akte is de contractsovername nietig. Hetzelfde geldt ingeval van het ontbreken van medewerking. Men mag er niet van uitgaan dat medewerking is verleend. Om achteraf discussie te voorkomen, verdient het de voorkeur om de medewerking in de akte op te nemen.

Dat partijen dit in de praktijk niet altijd even scherp op hun netvlies hebben, blijkt wel uit een situatie die recent werd voorgelegd aan Rechtbank Midden-Nederland.

DE SITUATIE
In deze situatie betrof het de overdracht van een franchiseovereenkomst. De franchisegever (X) is ervan overtuigd dat hij de franchiseovereenkomst, die hij heeft gesloten met de franchisenemer (Y) heeft overdragen aan een nieuwe vennootschap (Z). In de franchiseovereenkomst is namelijk de volgende bepaling opgenomen: “franchisegever is bevoegd zijn rechten uit deze overeenkomst aan derden over te dragen”. In de aanhangige procedure vordert Z onder meer een contractuele boete van Y wegens overtreding van verplichtingen die voortvloeien uit de franchiseovereenkomst. Y voert hiertegen echter het verweer dat zijn rechtsverhouding met X helemaal niet is overgegaan op de nieuwe vennootschap Z. Uit voornoemde bepaling volgt namelijk niet dat Y bij voorbaat toestemming heeft gegeven aan X of medewerking heeft verleend aan overdracht van de gehele rechtsverhouding tussen X en Y aan Z. Evenmin is vast komen te staan dat Y op een later moment heeft ingestemd met de overdracht.

Nu niet is gebleken dat Y medewerking heeft verleend aan de overdracht van de gehele rechtsverhouding is hier geen sprake van een rechtsgeldige contractsovername in de zin van artikel 6:159 BW. Dit leidt tot de slotsom dat de vordering van Z wordt afgewezen, nu zij geen vorderingsrecht kon ontlenen aan de franchiseovereenkomst tussen X en Y. In onderhavige kwestie is X nog niet opgehouden te bestaan, zodat zij (wellicht in een separate procedure) alsnog nakoming van de franchiseovereenkomst kan vorderen. Indien X wel zou zijn opgehouden te bestaan, zou zich een groter probleem voordoen. Immers, ook in dat geval is de franchiseovereenkomst nooit overgedragen. Daar komt nog eens bij dat de franchisegever inmiddels is ontbonden. Kortom, zorg ingeval van contractsovername altijd voor (schriftelijke) toestemming van de wederpartij!

(Bron: Pellicaan)