DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Kennisbank voor de Zelstandige zonder personeel(ZZP), juridisch, diversen

Dit jaar vinden er verschillende wijzigingen in het huurrecht plaats. Huurt of verhuurt u een bedrijfspand of woning? Dan is het belangrijk om hier rekening mee te houden. Ik vertel u graag meer over deze wijzigingen.

Energielabel C voor kantoorpanden

Per 1 januari 2023 moet ieder kantoorpand dat groter is dan 100m2 minimaal energielabel C hebben. Voldoet uw kantoor hier niet aan? Dan mag het gebouw niet meer als kantoor gebruikt worden. Uit een onderzoek van de RVO blijkt dat naar schatting nog maar 44 procent van de label-C-plichtige kantoren aan deze eis voldoet. Onderzoek dus goed of u nog de nodige aanpassingen moet doen aan uw kantoor.

Bouwkundige aanpassingen zijn nodig wanneer het pand dat u (ver)huurt energielabel D tot en met G heeft. Voor wiens rekening deze kosten komen, is afhankelijk van de overeengekomen afspraken in de huurovereenkomst. Kantoorruimten worden vaak casco verhuurd. In dat geval is de verhuurder vaak alleen verantwoordelijk voor de spouwmuren en het dak. Bent u van plan om een pand te gaan huren? Let hier dan op. Als huurder kunt in de huurovereenkomst laten opnemen dat de verhuurder vanaf 2023 verplicht is om te zorgen voor een C-label.

Tip: bouwkundige aanpassingen kosten normaliter veel tijd. Daarom adviseer ik u om actie te ondernemen. Of u nu huurder of verhuurder bent.

Verplichte melding energielabel bij verhuur

Ook rond de energielabels van woningen vindt een wijziging plaats. Voor een huurder is het namelijk belangrijk om te weten hoe duurzaam de woning is, zeker met de huidige gasprijzen. Als verhuurder bent u daarom sinds 1 januari 2022 verplicht om bij verhuur van de woning een geldig energielabel te registreren. Ook moet u een nieuwe huurder een digitaal afschrift van een geldig energielabel geven. Doet u dit niet? Dan loopt u het risico een flinke boete te krijgen van de Inspectie Leefomgeving en Transport.

Beperking huurverhoging vrije sector

Huurt of verhuurt u een zelfstandige woning in de vrije sector? Op grond van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten mag in de vrije sector gedurende drie jaar de huurverhoging jaarlijks worden verhoogd met maximaal de inflatie plus 1 procent. Dit geldt sinds 1 mei 2021 tot 1 mei 2024.

De inflatie van december 2020 tot december 2021 was 2,3 procent. Dat betekent dat de jaarlijkse huurverhoging in de vrije sector in het kalenderjaar 2022 maximaal 3,3 procent bedraagt. Dit geldt óók voor huurovereenkomsten waarin een hoger percentage is vastgelegd.

Is er geen bepaling opgenomen in uw huurovereenkomst? Dan mag de huurprijs niet worden verhoogd. Wilt u advies bij het opstellen van een huurovereenkomst? Mijn collega’s en ik helpen u graag.

Verplichting rookmelders

Als verhuurder in Nederland hebt u per 1 juli 2022 nog een verplichting erbij. In iedere woning die u verhuurt moeten rookmelders aanwezig zijn. Huurders zijn verplicht om medewerking te verlenen aan het plaatsen van de rookmelders. En zijn vervolgens verantwoordelijk voor het onderhoud ervan. De verplichting van de rookmelders bestond al voor nieuwbouwwoningen die na 2003 gebouwd zijn, maar gaat nu dus ook gelden voor bestaande bouw.

Hebt u als verhuurder op 1 juli 2022 de verplichte rookmelders niet geplaatst? Dan kunnen huurders een beroep doen op een huurprijsvermindering. Het ontbreken van rookmelders kan dan namelijk worden aangemerkt als gebrek. Daarnaast kunt u een aanzienlijke boete ontvangen van de gemeente, die toeziet op de naleving van deze nieuwe wet. Ook kan een verzekeraar besluiten om niet uit te keren na een brand in een woning zonder rookmelders. Kortom: naast fysieke consequenties voor huurders, kunnen er ook er ook enorme financiële gevolgen kleven aan het niet naleven van deze wet.

(Bron: Accon AVM)

Volgens het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft een notaris zijn zorgplicht geschonden, omdat hij enkel een “positieve-negatieve hypotheekverklaring” in een akte had opgenomen en geen hypotheekrecht had gevestigd. Waarom komt het gerechtshof tot deze uitkomst en wat is het verschil tussen een hypotheekrecht en een “positieve-negatieve hypotheekverklaring”?

Het arrest van het gerechtshof

Een vader heeft aan zijn zoon een bedrag van ruim € 411.000,- geleend. De notaris zou een akte opstellen waarbij de condities van deze geldlening werden vastgelegd en waarbij de zoon als zekerheid voor de terugbetaling van de lening een hypotheekrecht zou vestigen op zijn woning en kantoor ten behoeve van vader.

De notaris heeft uiteindelijk een akte gepasseerd waarbij géén hypotheekrecht werd gevestigd, maar waarin wel een zogenoemde “positieve-negatieve hypotheekverklaring” was opgenomen ten aanzien van kantoorpand van zoon.

Het gerechtshof oordeelde dat de notaris zijn zorgplicht tegenover vader heeft geschonden, omdat er door het opnemen van de “positieve-negatieve hypotheekverklaring” geen harde zekerheid stond tegenover de geldlening. De notaris zou vader onvoldoende op het ontbreken van deze harde zekerheid hebben gewezen.

Hypotheekrecht

Bij het daadwerkelijk vestigen van hypotheekrecht ontstaat het zekerheidsrecht op het moment dat de notariële akte is gepasseerd en is ingeschreven bij het Kadaster. Als de schuldenaar niet aan zijn verplichtingen voldoet, heeft de schuldeiser het recht om het onderpand te verkopen en zich met voorrang op eventuele andere schuldeisers op de verkoopopbrengst te verhalen. Als er na de vestiging van het hypotheekrecht bijvoorbeeld een beslag wordt gelegd, heeft de schuldeiser die eerder een hypotheekrecht heeft verkregen, voorrang op deze beslaglegger bij de verdeling van de verkoopopbrengst.

Positieve-negatieve hypotheekverklaring

Een positieve negatieve hypotheekverklaring bestaat uit twee elementen:

  1. De verklaring van de schuldenaar dat hij op eerste verzoek van de schuldeiser mee zal werken aan het vestigen van een hypotheekrecht op een registergoed (bijvoorbeeld een woning of bedrijfspand) ten behoeve van die schuldeiser; en
  2. De verklaring van de schuldenaar dat hij géén hypotheek op dat pand zal vestigen ten behoeve van een derde.

Door het vastleggen van een “positieve-negatieve hypotheekverklaring” wordt het hypotheekrecht nog niet daadwerkelijk gevestigd. De schuldenaar moet in de toekomst nog meewerken aan het daadwerkelijk vestigen van een hypotheekrecht. Om dit te ondervangen is het mogelijk om een volmacht op te nemen bij de “positieve-negatieve hypotheekverklaring”. Hierdoor heeft de schuldeiser de medewerking van de schuldenaar in de toekomst niet meer nodig om de zekerheid te vestigen.

Een schuldeiser die alleen een “positieve-negatieve hypotheekverklaring” heeft gekregen van een schuldenaar, heeft nog geen voorrang op eventuele andere schuldeisers, omdat er nog geen daadwerkelijk zekerheidsrecht bestaat. Als er bijvoorbeeld een beslag op het pand wordt gelegd waarvoor enkel een “positieve-negatieve hypotheekverklaring” is afgegeven, moet de schuldeiser de beslaglegger voor laten gaan.

Een “positieve-negatieve hypotheekverklaring” is bovendien niet zichtbaar voor derden, waar een hypotheekrecht dat wel is. Een hypotheekrecht wordt namelijk altijd ingeschreven bij het Kadaster, maar een positieve-negatieve hypotheekverklaring kan niet worden ingeschreven. Hierdoor kan de schuldenaar die een “positieve-negatieve hypotheekverklaring” afgeeft tóch een hypotheek ten behoeve van een derde vestigen, als hij het beding naast zich neerlegt.

In sommige situaties wordt er uiteraard bewust voor gekozen om een “positieve-negatieve hypotheekverklaring” af te geven. De regeling hiervoor kan door ons op maat worden gemaakt en op vele verschillende wijzen worden vormgegeven.

(Bron: WVDB)

Het Hof in Den Haag heeft onlangs bepaald dat een onderlinge financiële afspraak tussen twee

(ex-)echtgenoten die niet door een notaris is vastgelegd, nietig is (de overeenkomst wordt geacht nooit te hebben bestaan).

In het betreffende geval hadden de inmiddels ex-echtgenoten tijdens hun huwelijk, zelf in onderling overleg, een aanvulling gemaakt op hun huwelijkse voorwaarden. In hun huwelijkse voorwaarden waren zij overeengekomen dat zij alles wat jaarlijks van hun inkomen overbleef na voldoening van de kosten van de huishouding, zouden delen. De echtgenoten hebben aanvullend op hun huwelijkse voorwaarden de afspraak gemaakt dat de man aan de vrouw, voor iedere maand dat hun huwelijk in stand bleef, een bedrag van 375 gulden moest voldoen. Het totale bedrag dat de man op basis van de regeling aan de vrouw moest betalen, hoefde pas te worden voldaan bij het einde van het huwelijk.

Inmiddels is het huwelijk van partijen geëindigd en staan de ex-echtgenoten voor de rechter die de vraag dient te beantwoorden of de echtgenoten deze afspraak in onderling overleg konden maken en vastleggen.

Het Hof Den Haag heeft gesteld dat deze aanvullende afspraak van de ex-echtgenoten dient te worden aangemerkt als (aanvullende) huwelijkse voorwaarden. Onder meer omdat de overeenkomst duidelijk in verband staat met het huwelijk van de man en de vrouw en erop gericht is de jaarlijkse verrekening zoals opgenomen in hun huwelijkse voorwaarden aan te vullen. Het maakt daarbij niet uit dat de verplichting tot betaling pas ontstaat als het huwelijk wordt ontbonden. Omdat de overeenkomst dient te worden gezien als een huwelijkse voorwaarde moet deze, om geldig te kunnen zijn, worden vastgelegd door een notaris in een notariële akte. Gebeurt dat niet, dan is de onderling gemaakte afspraak nietig.

(Bron: WVDB)

Onder één dak en samen voor de toekomst kiezen. Romantiek ten top! En een goed moment om een aantal afspraken te maken en die vast te leggen op papier, zodat de belangrijkste zaken goed geregeld zijn.

Waarom een samenlevingscontract?

U woont samen en geniet nu volop. Maar het is ook goed om na te denken over de toekomst. Wellicht is het handig om een samenlevingscontract te laten opstellen? De keuze hiervoor ligt helemaal bij uzelf. U bepaalt samen welke afspraken erin komen te staan. Waarom het verstandig kan zijn? Een samenlevingscontract geeft meer zekerheid als u toch uit elkaar gaat of als één van u overlijdt. Dat zijn misschien dingen waar u liever niet over nadenkt, maar die wel belangrijk zijn.

Wat staat er in een samenlevingscontract?

U bepaalt zelf welke afspraken er in een samenlevingscontract staan. U kunt bijvoorbeeld afspraken maken over de volgende zaken:
  • wie krijgt welke bezittingen als u uit elkaar gaat?
  • de gezamenlijke bankrekening: wat gebeurt er met het geld bij uit elkaar gaan?
  • verblijvingsbeding: hierin kunt u bijvoorbeeld aangeven op welke (gezamenlijke) bezittingen u recht heeft als één van u overlijdt
  • wie betaalt wat en hoeveel? Bijvoorbeeld de boodschappen en de vaste lasten
  • wie betaalt wat voor de kosten van het verzorgen en opvoeden van de kinderen

Wat zijn de voordelen van een samenlevingscontract?

Met een samenlevingscontract creëert u samen duidelijkheid, door onderlinge afspraken op papier te zetten. U gaat er natuurlijk vanuit dat u nooit uit elkaar gaat, maar de zaken kunnen altijd anders lopen. U kunt dan terugvallen op de afspraken die in het samenlevingscontract staan. Daarnaast maakt het contract u fiscaal partners en dat kan belastingvoordeel opleveren. En een samenlevingscontract is vaak vereist om recht te hebben op elkaars partnerpensioen. Het enige dat u daarvoor hoeft te doen, is de naam van uw partner doorgeven aan uw werkgever of pensioenfonds.

Samenwonen zonder samenlevingscontract

Als u net gaat samenwonen, klinkt het tekenen van een contract bij de notaris misschien wat officieel of komt het wat snel. Natuurlijk is samenwonen zonder samenlevingscontract een prima optie. Maar samenwonen met een samenlevingscontract geeft wel rust en meer zekerheid. Als u uit elkaar gaat of als een van uw beiden overlijdt, dan is het fijn dat de belangrijkste zaken goed geregeld zijn.

Voorwaarden voor een samenlevingscontract

  • u moet allebei 18 jaar of ouder zijn
  • u mag niet onder curatele staan

Samenlevingscontract opstellen

Een samenlevingscontract laten opstellen, kan bij de notaris. De kosten liggen zo rond de € 300. Laat u goed adviseren over de mogelijkheden. Heel fijn: een eerste gesprek bij de notaris is meestal gratis. Het is niet verplicht om naar de notaris te gaan voor een samenlevingscontract. Ook een overeenkomst die u samen opstelt is rechtsgeldig. Het is echter wel aan te raden een notaris in te schakelen, omdat:

  • de notaris kundig is op dit gebied, hij kan u attenderen op zaken waar u misschien zelf nog niet aan hebt gedacht
  • de bewijslast rondom afspraken eenvoudiger is dan bij een onderlinge overeenkomst
  • een notariële akte meestal nodig is voor pensioenregelingen zoals het partnerpensioen
  • met een notarieel samenlevingscontract de Belastingdienst u en uw partner eerder als fiscale partners ziet. Hierdoor betaalt u minder belasting als u erft bij het overlijden van uw partner.

(Bron: ING)

De afgelopen weken valt geregeld te lezen over de discussie rondom het zelf wel of niet beslissen over een medische behandeling, de wils(on)bekwaamheid. Stel u bent door ziekte of een ongeval niet meer in staat om zelf uw zaken te regelen. Wie regelt dan uw vermogen? Wat gebeurt er met uw onderneming? Of wie bespreekt met de arts uw behandelplan?

In een levenstestament kunt u iemand aanwijzen die uw belangen behartigt. U wordt hiermee in juridische zin wilsonbekwaam, maar u houdt op deze manier zelf de regie in handen. Dat is dan ook het verschil met een gewoon testament, daarin regelt u wat er met uw bezittingen moet gebeuren na uw overlijden.

Toegevoegde waarde notariële akte

Een levenstestament is vormvrij. Maar in de praktijk is het levenstestament vaak een notariële akte. De toegevoegde waarde van een notariële akte is de bewijskracht. Een ander voordeel is dat een notarieel levenstestament kan worden geregistreerd.

De belangrijkste onderdelen van het levenstestament

De belangrijkste onderdelen van het levenstestament zijn uw wensen, geboden en verboden. Dit kunnen wensen zijn ten aanzien van uw vermogen, bedrijf, lijf en leven. Denkt u daarbij aan bijvoorbeeld:

  • het doen van betalingen;
  • de verkoop van uw woning;
  • het beheer van uw vermogen;
  • het doen van schenkingen;
  • het bestuur van uw onderneming;
  • of het bespreken van een behandelplan met een arts.

In een levenstestament neemt men doorgaans ook volmachten op. Bijvoorbeeld een algemene volmacht voor alle rechtshandelingen, maar ook specifieke volmachten voor de bankzaken of een volmacht met wensen ten aanzien van uw bedrijf.

In een medische paragraaf wijst u één of meer medisch gevolmachtigde(n) aan of wordt uw wens van een behandelverbod of euthanasie opgenomen.

Toezichthouder van belang

Van groot belang is ook de benoeming van een toezichthouder en/of de opname van een rekening- en verantwoordingsplicht voor degene die tot levensexecuteur (gevolmachtigde) wordt benoemd. Hoewel degenen die benoemd worden vaak vertrouwenspersonen zijn van degene die het levenstestament opstelt, kan controle geen kwaad. Financieel (ouderen)misbruik is helaas aan de orde van de dag.

Is niets doen een optie?

Als u niets regelt en u wordt wilsonbekwaam dan kent de wet een aantal andere maatregelen: bewind, mentorschap en curatele. Bij bewind wordt het vermogen van de rechthebbende beschermd, het mentorschap ziet op de medische (zorg)beslissingen en curatele is een combinatie van beiden waarbij in het laatste geval de betrokkene ook handelingsonbekwaam wordt. Het is dan voor u niet meer mogelijk om een levenstestament op te stellen. U hebt de regie uit handen gegeven.

(Bron: GT)

In artikel 1:88 van het Burgerlijk Wetboek is het zogenaamde toestemmingsvereiste vastgelegd. Op basis van artikel 1:88 BW is voor het verrichten van bepaalde rechtshandelingen door de ene echtgenoot toestemming van de andere echtgenoot nodig. In artikel 1:88 BW is geregeld voor welke rechtshandelingen dit toestemmingsvereiste geldt.

Toestemming van de andere echtgenoot is bijvoorbeeld nodig bij de verkoop van de echtelijke woning, bovenmatige giften, borgstellingen en koopovereenkomsten op afbetaling die niet onder de normale uitoefening van een beroep of bedrijf vallen. Artikel 1:88 BW beperkt zich dus tot niet alledaagse rechtshandelingen die van grote invloed kunnen zijn op het leven van de echtgenoten.

Schending van artikel 1:88 BW leidt op basis van artikel 1:89 BW tot een vernietigingsbevoegdheid van de andere echtgenoot. Dit betekent dat de andere echtgenoot de rechtshandeling waarvoor de toestemming is vereist kan vernietigen wanneer deze toestemming niet is gegeven. Vernietiging van een rechtshandeling heeft terugwerkende kracht. Dit betekent dat partijen in de situatie moeten worden gebracht waarin zij zouden hebben verkeerd wanneer de rechtshandeling nooit had plaatsgevonden.

Het toestemmingsvereiste van artikel 1:88 BW is door de wetgever in het leven geroepen om de echtgenoten, in het belang van het gezin, tegen elkaar te beschermen tegen het verrichten van rechtshandelingen die gezien het onderwerp of de aard daarvan een groot financieel risico met zich brengen.

Toestemming geven is vormvrij en kan dus ook mondeling worden gegeven. Voor het bewijs van het geven van toestemming is het wel aan te raden om de toestemming schriftelijk vast te leggen. Door het geven van toestemming wordt de andere echtgenoot geen partij bij de overeenkomst.

Toestemmingsvereiste geldt alleen voor echtgenoten

Het toestemmingsvereiste van 1:88 BW geldt alleen voor echtgenoten en geregistreerde partners. Samenwonenden – met of zonder samenlevingsovereenkomst – kunnen op artikel 1:88 BW geen beroep doen. Ook na een echtscheiding of een scheiding van tafel en bed kan de andere echtgenoot de overeenkomst nog vernietigen.

Zoals gezegd kan de andere echtgenoot in een aantal gevallen de rechtshandeling vernietigen.

De echtelijke woning

Op basis van artikel 1:88 BW lid 1 sub a is toestemming vereist voor bijvoorbeeld de verkoop of de verhuur van de echtelijke woning of tot verpanding van bijvoorbeeld een deel van de inboedel. Onder woning moet tevens worden verstaan een woonboot of stacaravan. Het maakt hierbij niet uit of beide echtgenoten in de woning leven of dat er maar één echtgenoot in de woning leeft.

Dit betekent dat voor een veelvoud aan rechtshandelingen met betrekking tot de woning en de inboedel van de echtgenoten de toestemming van de andere echtgenoot is vereist. Denk hierbij aan het vestigen van een hypotheekrecht op de woning, het verhuren van de woning of het vestigen van een pandrecht op een deel van de inboedel.

Giften

Op basis van artikel 1:88 lid 1 sub b BW is toestemming vereist van de andere echtgenoot bij giften die een echtgenoot heeft gedaan. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als uw echtgenoot een groot deel van uw beiden vermogen aan een goed doel wil schenken. Dit heeft ook voor u verstrekkende gevolgen. U moet alleen toestemming geven voor de giften van uw echtgenoot wanneer de gift bovenmatig of ongebruikelijk is. Of dit het geval is, is afhankelijk van de omstandigheden zoals bijvoorbeeld de hoogte van de gift en de financiële positie van de echtgenoten.

Borgstelling

Op grond van artikel 1:88 lid 1 sub c BW is de overeenkomst die er toe strekt dat een echtgenoot zich bijvoorbeeld als borg of hoofdelijk schuldenaar voor de schuld van een ander verbind, vernietigbaar indien niet is voldaan aan het toestemmingsvereiste.

Deze toestemming is niet vereist wanneer de rechtshandeling in de normale uitoefening van het beroep of bedrijf is uitgevoerd.

Van deze uitzondering is slechts in uitzonderingsgevallen sprake. De echtgenoot dient zich in deze gevallen beroeps-of bedrijfsmatig bezig te houden met dit soort rechtshandelingen.

Indien een echtgenoot zich bijvoorbeeld in privé hoofdelijk verbonden heeft voor de lening die de bank aan zijn onderneming heeft verstrekt, dan is daarvoor in beginsel de toestemming van de andere echtgenoot nodig. Indien die toestemming niet is gegeven, dan kan die andere echtgenoot de afspraak dat de ene echtgenoot hoofdelijk aansprakelijk is voor de lening vernietigen.

Koop op afbetaling

Op grond van artikel 1:88 lid 1 sub d BW is toestemming van de andere echtgenoot vereist voor het aangaan van een overeenkomst tot koop op afbetaling.

Een koop op afbetaling kan bijzonder grote risico’s met zich meebrengen. Zoals vermeld, is de toestemming van de andere echtgenoot vereist bij overeenkomsten van koop op afbetaling indien deze niet geschieden in de normale uitoefening van het bedrijf van de ene echtgenoot.

De Hoge Raad heeft zich wat betreft de koop op afbetaling over artikel 1:88 BW en 1:89 BW uitgesproken. De Hoge Raad stelt voorop dat het doel van het toestemmingsvereiste is om echtgenoten, in hun belang en dat van het gezin, tegen elkaar te beschermen, onder meer wat betreft het verrichten van rechtshandelingen die kunnen ingrijpen in hun financiële positie, zoals die tot het aangaan van een koop op afbetaling.

Heeft u problemen met een hypotheek of met een koop op afbetaling en heeft u aan uw echtgenoot geen toestemming gegeven om de onderliggende overeenkomst aan te gaan? Dan is het raadzaam om na te gaan of u van de vernietigingsbevoegdheid uit artikel 1:88 jo. 1:89 BW gebruik kunt maken. Denk hierbij aan de verjaringstermijn van artikel 3:52 BW, waarover in een later blog meer!

(Bron: Wienen & Van Tellingen)

Iedere rechtspersoon of onderneming in Nederland moet ingeschreven staan in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK). Wat komt er zoal kijken bij deze registratie: welke zaken kun je zelf regelen en waarmee moet je op dit vlak rekening houden? In deze checklist lees je alles over registratie bij de KvK: inschrijven in het Handelsregister, zo doe je dat.

Wat is het Handelsregister?

Het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) moet je feitelijk zien als een grote database waarin alle Nederlandse rechtspersonen en ondernemingen zijn opgenomen. Het register is eigendom van (en wordt beheerd door) de overheid. In Nederland is de KvK hiervoor verantwoordelijk, in België het Erkend Ondernemingsloket.

Het Handelsregister vind je op de website van de Kamer van Koophandel. Als jouw bedrijf eenmaal officieel is ingeschreven (daarover later meer), worden de basisgegevens openbaar gemaakt. Als een willekeurig iemand straks zoekt op jouw handelsnaam, ziet hij een samengevatte opsomming van:

  • De bedrijfsnaam
  • Het KvK-nummer
  • Het vestigingsnummer
  • De adresgegevens

Nogmaals: deze gegevens zijn straks dus openbaar voor iedereen. Dat betekent dat externe partijen contact met jou kunnen opnemen voor bijvoorbeeld mailings en andere marketingacties. Heb jij geen behoefte aan dergelijke commerciële boodschappen? Dan kun je dit onder meer beperken door je aan te melden voor initiatieven als Postfilter en het Bel-me-niet Register.

Waarom is inschrijven verplicht?

De registratie in het Handelsregister is wettelijk verplicht voor iedereen die een eigen bedrijf start met als primair doel: zelfstandig goederen of diensten leveren aan anderen en met de bedoeling om hiermee (op termijn) winst te maken. De reden voor het verplichte registreren ligt enigszins voor de hand, omdat niet alleen de overheid zo goed zicht kan houden op het aantal actieve ondernemers in Nederland, maar dit register ook jou veel waardevolle informatie kan verschaffen.

Als ondernemer wil je immers graag op tijd kunnen achterhalen of onderneming of relatie waarmee je zaken wilt gaan doen niet onlangs failliet is gegaan. Naast deze belangrijke informatie kun je bijvoorbeeld ook contactgegevens en de bevoegdheden van de betreffende ondernemer(s) in het Handelsregister terugvinden.

Houd er rekening mee dat er mogelijk  kosten verbonden zijn aan het opvragen van uitgebreide gegevens, variërend van 50 eurocent (overzicht van basisgegevens) tot enkele euro’s voor een volledig bedrijfsprofiel.

Wanneer moet ik mijn bedrijf inschrijven?r

Richt je een nieuwe onderneming op? Zorg dan dat je jouw bedrijf uiterlijk één week nadat je gestart bent inschrijft bij de KvK (inschrijven voor de startdatum is ook mogelijk). Bij de meeste rechtsvormen doe je dit persoonlijk op een KvK-kantoor in jouw regio, dus je doet er verstandig aan om op tijd een afspraak in te plannen.

Goed om te weten: wil jij een bestaande onderneming overnemen? Dan krijgt het bedrijf een nieuw KvK-nummer toegewezen. De huidige eigenaar (van wie je de onderneming gaat overnemen) moet in dit geval eerst een speciaal formulier invullen om de overdracht mogelijk te maken. Als overnemende partij moet jij overigens zelf ook opgave doen van het bedrijf (of de vestiging) in kwestie. Klik hier voor meer informatie.

Inschrijven in het Handelsregister: hoe doe ik dat?

Afhankelijk van de rechtsvorm kan het zijn dat een notaris de inschrijving moet regelen, maar veruit de meeste starters schrijven zich in als eenmanszaak. Hieronder zetten we stap voor stap uiteen hoe de registratie in het Handelsregister verloopt als je kiest voor deze handelsvorm:

  1. Onderzoek voordat je je gaat registreren eerst welke rechtsvorm het best aansluit op jouw situatie en check of de bedrijfsnaam die je op het oog hebt nog beschikbaar is.
  2. Ga naar de KvK-website en vul het online formulier Voorbereiden inschrijving. Handelsregister in. Hoe uitgebreider je dit formulier invult, des te minder tijd het straks kost om de inschrijving officieel te maken. Dus neem de tijd om jouw antwoorden zo volledig mogelijk te maken.
  3. Na het versturen van het digitale formulier krijg je een overzicht te zien van KvK-kantoren waar jij voor jouw inschrijving terechtkunt. Dit moet uiterlijk één week nadat je begonnen met ondernemen zijn gebeurd. Bovendien is de inschrijving pas concreet wanneer je persoonlijk bent langsgegaan bij de KvK. Zorg dus dat je hiervoor online ook meteen een afspraak maakt.
  4. In de bevestigingsmail die je vervolgens ontvangt, staat de reden van de afspraak (in jouw geval ‘bedrijf inschrijven’), de datum en het tijdstip van de afspraak én het adres van het KvK-kantoor waar je die dag wordt verwacht.
  5. Vergeet niet een geldig legitimatiebewijs mee te nemen naar de afspraak. Nadat een medewerker jouw legitimatie heeft gecontroleerd en vaststelt dat je aan de voorwaarden voldoet om het bedrijf te starten, wordt de onderneming officieel geregistreerd. Je ontvangt ook direct een KvK-nummer. Het bijbehorende btw-nummer volgt enkele dagen later per post, wanneer jouw gegevens zijn verwerkt door de Belastingdienst. Je hoeft de fiscus overigens niet zelf op de inschrijving te attenderen, dit regelt de KvK voor jou.

Kost de inschrijving geld?

Ja. De inschrijving in het Handelsregister van de KvK kost (eenmalig) vijftig euro en – mocht je daarin interesse hebben – een officieel uittreksel van het Handelsregister vijftien euro. Let op: de inschrijfkosten kun je alleen betalen door ter plaatse te pinnen.

(Bron: ikgastarten)

 

Hieronder vindt u veelgestelde vragen over de boa.

Wat is een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa)?

Een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) is een ambtenaar met opsporingsbevoegdheid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan parkeerwachten, milieuinspecteurs en boswachters. Ook kunnen boa’s in dienst zijn van de politie, marechaussee of douane.

Wat zijn de bevoegdheden van een boa?

Boa’s vervullen een belangrijke rol in het handhaven van de veiligheid en het tegengaan van criminaliteit. Een  boa mag uw identiteit controleren, een proces-verbaal opmaken, boetes uitschrijven en personen aanhouden als deze worden verdacht van een strafbaar feit waarvoor de boa opsporingsbevoegdheid heeft.

Waaraan zijn boa’s te herkennen?

Het insigne van een boa Boa’s die veel contact hebben met het publiek – bijvoorbeeld parkeercontroleurs, hoofdconducteurs en ook boswachters – dragen een insigne. Dankzij dit insigne is meteen duidelijk wanneer iemand “bijzondere bevoegdheden” heeft. Voorbeelden van “bijzondere bevoegdheden” zijn het uitschrijven van boetes en het aanhouden van verdachten. Sommige boa’s mogen ook handboeien, een wapenstok, pepperspray of een vuurwapen dragen. Met een insigne onderscheiden boa’s zich ook van andere handhavingsfunctionarissen, zoals particuliere beveiligers, die deze bevoegdheden niet hebben, en van de politie, die juist meer bevoegdheden heeft. Het insigne toont een hand, een scepter en een schild. De hand houdt de scepter vast, daarachter staat het schild. Het insigne is zilverkleurig en beschikbaar in 2 vormen:

  • een mouwembleem van stof om op het uniform te naaien
  • een metalen insigne om op te spelden, bij voorkeur op het revers

De hand, de scepter en het schild van het insigne staan voor de taken en bevoegdheden die boa’s hebben. Het schild staat daarbij voor de bescherming van mensen in de publieke ruimte. De scepter (of staf) in de hand geeft aan dat de boa de bevoegdheid heeft om op te treden als dat nodig is. Naast dat boa’s een insigne dragen, moeten zij zich altijd kunnen legitimeren. Boa’s dragen een uniform maar er bestaat niet één boa-uniform, dus aan zijn kleding kun je de boa niet altijd herkennen. Daarnaast zijn er ook mensen die voor hun werk een uniform dragen, maar die geen opsporingsbevoegdheden hebben (bijvoorbeeld particuliere beveiligers).

Wat is er nodig om over te stappen van domein I naar domein II of andersom?

Indien u overstapt van domein I naar domein II of andersom dan kunt u hiervoor een nieuwe aanvraag om een akte van opsporingsbevoegdheid indienen en krijgt u de resterende termijn van de akte voor het andere domein verleend. Let op! U dient zich te realiseren dat u binnen deze resterende termijn van de akte de permanente her- en bijscholing van het nieuwe domein afgerond dient te hebben voordat u een volgende akte aan kunt vragen. U kunt hiervoor géén ontheffing krijgen.

  • Akte van opsporingsbevoegdheid aanvragen

Wat is de behandeltijd van een aanvraag?

De wettelijke beslistermijn op een aanvraag bedraagt drie maanden. Dien uw aanvraag dan ook op tijd in.

Waar kan een klacht over een boa worden ingediend?

Klachten over boa’s moeten in principe worden ingediend bij de organisatie waar de boa voor werkt.

Wanneer is advies van de toezichthouders nodig?

Bij een individuele akte moet een advies van de politie en het Openbaar Ministerie over de noodzaak van de aanstelling aan de aanvraag worden toegevoegd. Als er meerdere boa’s moeten worden aangesteld (minimaal 5), kan een werkgever een categoriale beschikking aanvragen. Daarin wordt de noodzaak en de eisen voor de aanstelling van de boa’s vastgelegd. Als een categoriale beschikking is afgegeven, kan een werkgever voortaan op basis hiervan aanvragen voor een akte van opsporingsbevoegdheid indienen. Bij een aanvraag op basis van een categoriale beschikking is de noodzaak vastgesteld en hoeft alleen de betrouwbaarheid en bekwaamheid van de individuele boa’s te worden aangetoond op basis van de vereiste opleiding(en) (bekwaamheid) en de VOG (betrouwbaarheid). Zie ook bij Akte van opsporingsbevoegdheid aanvragen.

Wanneer kunnen boa’s ingehuurd worden?

Inhuur van boa’s is alleen mogelijk in domein I. Zie hiervoor de circulaire boa.

Kan een boa in meerdere domeinen werken?

Een boa kan in maximaal twee domeinen werken, maar alleen als de boa bij twee verschillende boa-werkgevers in dienst is en voldoet aan de bekwaamheidseisen van de twee domeinen. Een parkeercontroleur in dienst van een gemeente kan bijvoorbeeld ook boa milieu, welzijn en infrastructuur zijn voor een landgoedeigenaar. Hij beschikt dan over twee verschillende akten van opsporingsbevoegdheid, bijvoorbeeld een akte voor het domein Openbare ruimte en een akte voor het domein Milieu, welzijn en infrastructuur. (Bron: Justis.nl)

Heeft u een uitvinding gedaan waarbij niet te achterhalen is hoe het werkt? Dan is geheimhouding mogelijk een goed alternatief voor een octrooi.

Stelt u zich de volgende vraag: Is mijn uitgevonden techniek makkelijk te reproduceren of juist heel moeilijk?

Niet geheim te houden!

Bij een makkelijk te reproduceren product, is door een ander duidelijk te achterhalen hoe de uitvinding werkt. Makkelijk na te bouwen uitvindingen kunt u niet geheim houden bij toepassing ervan. Een nieuw koffiezetapparaat of een nieuwe verbrandingsmotor is misschien eenvoudig uit elkaar te halen. In dit geval is geheimhouding onvoldoende en is een octrooi verstandig.

Wanneer werkt geheimhouding wél?

Is ‘reverse engineering’ niet mogelijk en kunt u uw uitvinding geheim houden? Dan is octrooibescherming in veel gevallen niet wenselijk. Door publicatie van de octrooiaanvraag kan iedereen uw uitvinding nalezen. Bovendien eindigt de octrooibescherming na 20 jaar. Als u de uitvinding geheim houdt, kan niemand erachter komen en is de beschermingsduur dus niet beperkt. Voor fabricagemethoden of recepten is geheimhouding vaak de manier van bescherming.

Bedrijfsgeheimen in de praktijk

Een bedrijfsgeheim is informatie die geheim is en handelswaarde bezit. Deze informatie kan vaak een voorsprong op de concurrenten opleveren. Daarom houden bedrijven de informatie geheim.

Een bedrijfsgeheim geheim houden, betekent dat de informatie niet in de openbaarheid mag komen. Het is niet zo dat maar één iemand er vanaf mag weten. Maar de informatie mag niet algemeen bekend zijn. De informatie mag dus ook niet makkelijk toegankelijk zijn. Het mag niet ergens in een kantoor rondslingeren waar iedereen bij kan komen.
Het kan wel nodig zijn dat meer mensen van de informatie af moeten weten. Bijvoorbeeld omdat de informatie dan pas van nut is voor de onderneming. Een werknemer bijvoorbeeld moet van de geheime informatie afweten voor het productieproces. Een ander heeft bijvoorbeeld de geheime informatie nodig voor het produceren van een halfproduct. Belangrijk is dan dat ook deze mensen het geheim bewaren en niet aan anderen doorgeven.

Actief beschermen

De eigenaar van een bedrijfsgeheim moet zijn bedrijfsgeheimen actief beschermen. Hij moet zoveel mogelijk in overeenkomsten opnemen. Zo weet de ondertekenaar wat hij wel en niet mag met de verkregen informatie.

Fysieke maatregelen

Verder moet de eigenaar fysieke maatregelen nemen. Bijvoorbeeld:

  • het beperken van de toegang tot de bedrijfsgeheimen (bijvoorbeeld opbergen in een kluis)
  • documenten bestempelen als ‘vertrouwelijk’
  • het versleutelen van elektronische documenten
  • papier met daarop gevoelige informatie op een juiste manier vernietigen, etc.

Europese regelgeving

De Europese Commissie heeft eind 2013 nieuwe regels voorgesteld voor de bescherming van geheime knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen). De nieuwe regels zijn voor het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken van bedrijfsgeheimen tegen te gaan.

(Bron:

Juridische zaken, zoals het opstellen van contracten en leveringsvoorwaarden, zijn niet de eerste dingen waar je aan denkt bij het starten van een bedrijf. Maar dit is wel noodzakelijk. Het gaat overigens lang niet altijd om de meest ingewikkelde overeenkomsten, maar de afspraken tussen beide partijen en eventuele zakelijke risico’s moeten wel goed worden vastgelegd. Waarop je hierbij nog meer moet letten, lees je hier: hoe stel je een juridisch contract op?

Contracten opstellen: waarom belangrijk?

Mondelinge afspraken zijn bindend in het Nederlands recht. Je hoeft in principe dus niets op papier te zetten als je tot een overeenkomst bent gekomen en dit telefonisch aan elkaar hebt bevestigd. Het wordt alleen lastig dit te bewijzen als de andere partij zijn afspraken vervolgens niet nakomt.

In het allerzwartste scenario staan jij en jouw voormalige klant (of opdrachtgever, leverancier etc.) op den duur tegenover elkaar voor de rechter, waarbij het overduidelijk is dat de andere partij liegt, maar jij alsnog met lege handen achterblijft. Alleen al om deze reden is het verstandig om eventuele gemaakte afspraken met potentiële zakelijke relaties altijd op papier vast te leggen. En te ondertekenen, want zonder handtekening is een contract nog steeds niet rechtsgeldig.

Welke contracten heb je nodig?

Als startende ondernemer heb je in eerste instantie meestal nog geen ordners vol contracten in de kast staan. Personeel (en de daarbij horende arbeidscontracten) zijn bij veel starters bijvoorbeeld nog niet aan de orde. Maar hoe groter jouw bedrijf wordt – wellicht koop je over een paar jaar wel een bedrijfspand – des te meer contracten je uiteindelijk nodig zult hebben.

Toch is het noodzakelijk om je hier nu al een beetje in te verdiepen, al is het alleen maar om kleinschalige contracten te maken, zodat je een eventuele overeenkomst met een klant schriftelijk kunt vastleggen. Hieronder lichten we de vier meest voorkomende contracten verder uit.

1. Het samenwerkingscontract

Als je met een zakenpartner gaat samenwerken, moet je als starter een betrouwbare samenwerkingsovereenkomst opstellen. Zo’n rechtsvormen is bijvoorbeeld een maatschap of coöperatie. Leg hierin de onderling gemaakte afspraken goed vast. Daarbij moet je onder meer denken aan de winstverdeling, minimale inbreng van kapitaal en hoe de samenwerking kan worden beëindigd. Doe je dit niet, kun je in het ergste geval door een wanprestatie van de partner zelf ook financieel het schip ingaan.

2. Een in- en verkoopcontract

Als je producten of diensten in- en verkoopt, sluit je met de leverancier of afnemer van deze diensten en/of producten een contract af. Hierin leg je de afspraken over de specifieke leveringen of afnamen vast. Denk hierbij aan de prijs per geleverde dienst of afgenomen stuk, de bezorging en de leveringsvoorwaarden.

Vergeet ook niet dat, als je in- en verkoopt, jij altijd aan de verplichtingen naar je leveranciers moet voldoen. Als klanten wat de betaling betreft in gebreke blijven, is dat jouw ondernemersrisico. Daar heeft de leverancier dus geen boodschap aan. Het is dan ook verstandig om jouw betalingstermijn net iets korter te maken dan die van jouw leverancier(s). Als er geen calamiteiten plaatsvinden, zou je op deze manier altijd over voldoende cashflow moeten kunnen beschikken.

3. Een freelanceovereenkomst

De overeenkomst tussen freelancers of ZZP’ers en hun opdrachtgevers is het contract dat je als startende ondernemer in veel sectoren het vaakst zal gebruiken. Dit contract kun je in principe opstellen zoals je zelf wilt, want er is geen vast stramien voor. Voor het opstellen van een contract voor ZZP’ers gelden wel enkele voorwaarden.

Zo moet je hierin opnemen welke partijen de overeenkomst aangaan (bijvoorbeeld: een fotograaf en een krant), de reden waarom de overeenkomst wordt aangegaan (de fotograaf is goed in het maken van portretten en de krant wil hem gebruiken voor een serie interviews) en tot slot de gemaakte afspraken omtrent de opdracht,Deze details moet je zo duidelijk mogelijk omschrijven in het document (de fotograaf levert één foto per week, gedurende achttien weken, de prijs per foto bedraagt honderd euro exclusief btw etc.). Doordat je alles zo specifiek vastlegt, is er achteraf geen ruimte voor misverstanden. Daarnaast stuur je bij een contract jouw algemene voorwaarden mee.

4. De algemene voorwaarden

Algemene voorwaarden zijn de regels die jij als ondernemer wilt laten gelden op alle contracten die worden afgesloten. Het document, dat bedoeld is voor de klant of opdrachtgever, bevat de zogenoemde ‘kleine lettertjes’. Oftewel: jouw voorwaarden over bijvoorbeeld de levering, betaling, aansprakelijkheid, eventuele reparaties en de garantietermijn. Deze voorwaarden maken duidelijk welke rechten en plichten zowel de leverancier (jij) als de afnemer (de klant) heeft. Het voorkomt een hoop gedoe achteraf en verkleint jouw ondernemersrisico.

Op internet kun je een aantal goede voorbeelden van standaard opgestelde algemene voorwaarden vinden, zoals bij Businesscompleet.nl. Deze voorwaarden kun je vervolgens aan jouw onderneming aanpassen (voor zover dat nodig is). Maar let op: de algemene voorwaarden voor ondernemers verschillen nog wel eens per branche.

Aangezien startende ondernemers vaak standaardvoorwaarden gebruiken, doe je er verstandig aan om hier eerst een jurist naar te laten kijken. Minstens zo belangrijk is dat je de algemene voorwaarden van de andere partij goed bestudeert. Lees altijd goed door wat de eventuele gevolgen en risico’s voor jouw bedrijf zijn. Je zou niet de eerste starter zijn die zich vergist in de kleine lettertjes en de juridische consequenties hiervan moet dragen.

(Bron: Ikgastarten)