DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Kennisbank voor de Zelstandige zonder personeel(ZZP), juridisch, ondernemingsrecht

Met een jaarrekening zullen ondernemingen relatief sneller een lening kunnen krijgen dan zonder. Dat is in coronatijd goed om in het achterhoofd te houden. Dat gebeurt uiteraard alleen als uit de gegeven informatie blijkt dat er sprake is van een gezonde onderneming. De jaarrekening heeft dan ook een tweeledig belang: informeren en profileren.

Zeker in deze economisch moeilijke tijden door de coronacrisis, doen ondernemingen er alles aan om overeind te blijven. Financiering, of die nu komt in de vorm van overheidssteun, of via leningen en kredietverstrekking, is soms onontbeerlijk om faillissement te voorkomen. Ondernemingen kunnen hun jaarrekening gebruiken als troefkaart voor financiering. Veel rechtspersonen zijn sowieso verplicht een jaarrekening te deponeren. Vanuit de internationale literatuur wordt gesproken over twee doelstellingen van de jaarrekening:

  • Stewardship (rekenschapsfunctie): bestuurders moeten eigenlijk laten zien wat zij met het voor hen ter beschikking staande geld hebben gedaan. Met andere woorden, hoe hebben zij gepresteerd?
  • Decision usefulness: dit betreft de nuttigheid van het jaarverslag in het bepalen van de toekomstige genereerbaarheid van de onderneming. Of anders gezegd, is het nuttig om hierin te investeren?

Spelregels nodig voor het opstellen van de jaarrekening

Deze twee vormen van informatie maken wel bepaalde spelregels noodzakelijk voor het opstellen van de jaarrekening, zodat geen appels met peren worden vergeleken. Anders zou elke onderneming zomaar kunnen roepen dat ze een omzet heeft van € 3 miljoen, zonder dat daar een goede en heldere onderbouwing aan ten grondslag ligt. De spelregels zijn zowel internationaal als nationaal vastgelegd. Gelukkig is er geen strak keurslijf van regels waarvan een ondernemer niet mag afwijken. Want ondanks de internationale invloeden heeft Nederland nog steeds een eigen positie met eigen vastlegging in het Burgerlijk Wetboek.

Jaarrekening geeft breed aanvaard financieel inzicht

Op grond van de wettekst voor rechtspersonen geeft de jaarrekening volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd zo’n goed inzicht dat bijvoorbeeld banken of andere investeerders een verantwoord oordeel kunnen vormen over het vermogen en het resultaat, en voor zover zichtbaar uit de  jaarrekening, over de solvabiliteit en de liquiditeit van de onderneming. Het grote voordeel van uniforme regelgeving is het positieve effect op de vergelijkbaarheid. Doordat de wetgever voor de diverse posten in de jaarrekening het aantal verwerkingswijzen heeft beperkt, is het mogelijk om jaarrekeningen met elkaar te vergelijken. Juist omdat de jaarrekening een betrouwbare status heeft met gedegen informatie, is het een prachtig instrument voor de ondernemer om zich te profileren en geld binnen te halen via kredietverstrekkers. Banken vertrouwen namelijk op een consistent stelsel van grondslagen van waardering en resultaatbepaling dat aan de basis ligt van iedere jaarrekening die volgens de geldende regelgeving opmaakt. Gebruik de jaarrekening dan ook als visitekaartje van de onderneming om gemakkelijker financiering rond te krijgen!

(Bron: Rendement)

amenwerkingsverbanden tussen ondernemers ontstaan vaak spontaan en groeien verder uit. Vaak regelen partijen niets ‘op papier’, met alle gevolgen van dien als er problemen ontstaan in de samenwerking.

 

Ook al zie je op tegen het opstellen van een overeenkomst en de daarmee gemoeide kosten, een goed contract kan in de toekomst altijd zijn vruchten afwerpen.

 

Opstellen van een overeenkomst

Waar moet je zoal aan denken bij het opstellen van een overeenkomst? In de eerste plaats is de reden van de samenwerking van belang. Wat wil je door middel van samenwerken bereiken? Heb je dit helder voor ogen, dan wordt het eenvoudiger om de samenwerkingsovereenkomst vorm te geven.

Na het noemen van de namen van de partijen volgt in overeenkomsten een considerans. Hier worden de overwegingen omschreven. Doel van de considerans is duidelijk te maken wat de achtergronden van partijen zijn om de overeenkomst te sluiten.

In de overeenkomst kom je verder standaardbepalingen tegen zoals: definities, toepasselijk recht, overgang van rechten, procedures en een geschillenregeling.

 

Duidelijke formulering

Verder is van belang om de rechten en plichten die jij en je contractpartij over en weer hebben duidelijk te formuleren. Wie doet wat? Gaan jullie exclusief met elkaar in zee? Wanneer mogen gemaakte afspraken worden gewijzigd? Wie brengt wat in? Wie is waarvoor aansprakelijk? Hoe wordt de opbrengst verdeeld? En ‘last but not least’, hoe wordt de samenwerking beëindigd. Dit laatste is van groot belang. Regel goed hoe en onder welke voorwaarden jullie uit elkaar gaan. De ervaring leert dat de beëindiging van een samenwerking regelmatig aanleiding geeft tot conflicten.

(Bron: Jan)

Algemene voorwaarden zijn niet verplicht, maar het is wel enorm belangrijk om ze te hebben. Ook moet je ze actueel houden om te zorgen dat ze je als ondernemer optimaal beschermen. Ze kunnen voorkomen dat je onenigheid krijgt over de levering van een product of dienst, de betaling of garantie. Ik zet een aantal belangrijke aandachtspunten op een rij.

1. Minder risico met algemene voorwaarden

Ondernemen is ook risico’s nemen, maar niet onnodig natuurlijk. Met duidelijke en goede algemene voorwaarden sluit je veel risico’s uit. Stel: je hebt een drukkerij en moet voor een winkelketen tassen bedrukken. De leverancier van de tassen levert echter te laat, waardoor je ze niet op tijd klaar hebt. Een flinke kostenpost, tenzij je in je algemene voorwaarden hebt aangegeven dat je niet aansprakelijk bent voor een te late levering buiten jouw schuld om en de eventuele schade die daaruit voortvloeit.

2. Zorg dat je voorwaarden passen bij je dienst of product

Bij het opstellen van voorwaarden kun je gebruikmaken van standaardvoorwaarden. Veel ondernemers gebruiken die van de Kamer van Koophandel of een branchevereniging. Het kan echter noodzakelijk zijn om die voorwaarden aan te passen, omdat ze net niet bij jouw producten of diensten passen. Of omdat bepaalde belangrijke voorwaarden die voor jou gunstig zijn, zoals eigendomsvoorbehoud of retentierecht, niet zijn opgenomen. Dan kunnen extra afspraken in je algemene voorwaarden nodig zijn. Er mogen alleen afspraken in je algemene voorwaarden staan die voor al je klanten gelden. Het enige onderscheid dat je mag maken, is die tussen particuliere en zakelijke klanten.

3. Leg spelregels schriftelijk vast

Ondernemen zonder duidelijke afspraken is niet verstandig. Ook niet als je iemand heel goed kent of al langer zaken mee doet. Leg daarom de belangrijkste spelregels schriftelijk vast in je algemene voorwaarden. Je moet ze wel geldig verklaren en ze fysiek of digitaal ter beschikking stellen aan je klanten, voor of bij het sluiten van de overeenkomst. Bijvoorbeeld door ze af te drukken op de achterkant van de overeenkomst. In je webshop moet je een duidelijke hyperlink opnemen en een klant moet de voorwaarden kunnen opslaan en aangeven dat hij akkoord is. Bespreek je de afspraken alleen mondeling en gaat er iets mis? Dan is het altijd jouw woord tegen dat van de klant. En probeer dan maar eens te bewijzen dat je de ander de mogelijkheid hebt geboden kennis te nemen van de algemene voorwaarden.

4. Geen onredelijke afspraken

Er gelden regels voor wat er in je algemene voorwaarden mag staan. Dat mag je niet helemaal zelf bepalen. Afspraken mogen bijvoorbeeld niet afwijken van het consumentenrecht en je mag geen onredelijke bepalingen opnemen. Bijvoorbeeld dat alleen jij de overeenkomst mag ontbinden en je klant niet. Dat zou onredelijk zijn. In andere gevallen bepaalt de situatie wat onredelijk is. De overheid heeft een zwarte en een grijze lijst gemaakt. Bepalingen op de zwarte lijst zal een rechter als onredelijk bestempelen, die op de grijze lijst als twijfelachtig. Staan er onredelijke afspraken in je voorwaarden, dan ben je waarschijnlijk minder goed beschermd dan je denkt.

5. Voorkomen van onbetaalde facturen

Goede algemene voorwaarden zijn ook cruciaal in je debiteurentraject. Je kunt afspraken opnemen om te voorkomen dat je blijft zitten met onbetaalde rekeningen. Bijvoorbeeld een eigendomsvoorbehoud. Hiermee geef je aan dat het product dat je levert van jou blijft, tot de klant heeft betaald. Of je gebruikt het retentierecht. Dit betekent dat je afspreekt dat je goederen pas teruggeeft of levert, zodra de klant heeft betaald. Heeft een klant bijvoorbeeld een caravan bij je gestald, maar betaalt hij al tijden de huur niet? Dan mag je de caravan in bezit houden tot de klant de huurachterstand heeft voldaan.

6 Zorg dat je algemene voordelen actueel zijn

Heb je je algemene voorwaarden een hele tijd geleden gemaakt? Dan is de kans groot dat ze je niet meer optimaal beschermen. Er zijn namelijk allerlei gebeurtenissen denkbaar die vragen om een aanpassing van je voorwaarden. De meest voor de hand liggende zijn wetswijzigingen waaraan je bedrijf moet voldoen. Verandert de overheid bijvoorbeeld de incassoregels of de wettelijke bedenktijd, dan kan dat gevolgen hebben voor jouw voorwaarden. Maar het kan ook zijn dat juist je bedrijf verandert of de samenstelling van je producten of diensten. Ook dan moet je de algemene voorwaarden op tijd bijwerken.

(Bron: DAS)

De circulaire economie is hot en happening. Het economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren, zorgt echter voor een hoop juridische uitdagingen

De wet sluit niet naadloos aan op deze vorm van ondernemen, waarin bedrijfskolommen steeds verder integreren, met name diensten worden geleverd in plaats van goederen en nieuwe vormen van samenwerking worden gezocht. Voordat je echt een nieuwe samenwerking begint, schets ik hieronder de drie valkuilen van circulair ondernemen.

De gekozen samenwerkingsvorm past niet bij het project

Veranderende relaties tussen bijvoorbeeld kopers en leveranciers, vereisen andere samenwerkingsvormen. Vaak gaat het om een samenwerking tussen meer dan twee partners. Kies je voor de aandelenstructuur (een BV) of zoek je naar een flexibeler alternatief, zoals een coöperatie. Of kies je voor een samenwerkingsovereenkomst. In praktijk wordt vaak voor het laatste gekozen. Dat kan gunstig zijn. De samenwerking is misschien nog niet helemaal uitgekristalliseerd en partijen willen makkelijk van elkaar af. Geen aandelenverkoop, gewoon opzeggen. Maar kun je wel zo maar opzeggen? Geeft het contract daar wel mogelijkheid toe? Bovendien kun je – wellicht onbedoeld – een personenvennootschap (een vof) oprichten met alle gevolgen en (hoofdelijke) aansprakelijkheden van dien.

Er is een onevenwichtige machtsverhouding tussen de samenwerkingspartners

Samenwerkingsvormen, of het nu gaat om een aandelenstructuur, een vof of een samenwerkingsovereenkomst, lijken in beginsel uit te gaan van een verhouding waarin beide partners even sterk zijn. Dat is in praktijk meestal niet het geval. Denk bijvoorbeeld aan de start-up die een innovatieve oplossing heeft voor een grote corporate. Al is het voorstel op tafel nog zo evenwichtig, dan nog dient de kleine partij zich bewust te zijn van het feit dat zij de kleinste is.

Wat als de machtigste partij haar verplichtingen niet nakomt? De andere partij zal niet eenvoudig nakoming kunnen afdwingen. Denk bijvoorbeeld aan eventuele afspraken over de vruchten van de samenwerking. Wat als de sterkere partij er met het idee vandoor gaat en dat verder ontwikkelt met een andere contractspartij? Die onevenwichtigheid tussen de contractspartijen dient te worden gewaarborgd in de samenwerkings- of aandeelhoudersovereenkomst. Ook hier geldt: beter van tevoren goed over nagedacht, dan achteraf naar je geld op jacht.

De risicoverdeling is onduidelijk

Een nieuwe rol in de keten betekent ook dat je als ondernemer te maken krijgt met andere rechten en verplichtingen. Anders dan voorheen, ben je niet slechts leverancier, inkoper of dienstverlener, je bent ook mede-ontwikkelaar. Met alle risico’s van dien. Sluiten je algemene inkoop- of verkoopvoorwaarden nog wel aan op je nieuwe rol in de keten? Is er sprake van afval, bijproduct of van een product? Want voor al die verschillende zaken, geldt immers een ander wettelijk aansprakelijkheidsregime.

De wettelijke regeling voor overeenkomsten gaat bovendien in beginsel uit van een tweepartijenovereenkomst. Er zijn wel een aantal bepalingen voor overeenkomsten met meer partijen, maar die zijn vrij beperkt. Bovendien geldt bij circulaire ondernemingen ook nog vaak dat het gaat om een meerpartijenovereenkomst waarbij alle partijen van elkaar afhankelijk zijn. Wat als een van de samenwerkingspartners ermee stopt en de keten wordt doorbroken. Eindigt de samenwerking tussen de andere partners dan ook?

Leg afspraken goed vast

Meer dan ooit zijn heldere afspraken en de vastlegging daarvan nodig om juridische risico’s te kunnen controleren. Contracteren in de circulaire economie is maatwerk en in veel gevallen ontbreekt een specifieke wettelijke regeling. Leg daarom de gemaakte afspraken goed vast en laat je daarover adviseren.

(Bron: DVAN)

wat is een earn out regeling

Bij een overname wordt steeds vaker gewerkt met een zogenaamde earn out regeling als onderdeel van de koopprijs. Een earn out regeling is een bepaling in een overnamecontract waarbij een deel van de koopprijs op een later moment wordt betaald en waarvan de hoogte afhankelijk is van bepaalde voorwaarden zoals al dan niet gerealiseerde targets (bijvoorbeeld: winst).

waarom een earn out regeling

De earn out regeling wordt doorgaans ingezet in de situaties waarbij de verkopende aandeelhouder na de overname nog aanblijft als manager. Denk bijvoorbeeld aan een overname door een participatiemaatschappij waarbij zij afhankelijk zijn van de kennis van de verkopende aandeelhouder voor de toekomstige resultaten. De koper wil dan graag dat de verkopende aandeelhouder als manager nog gedurende een bepaalde periode aanblijft. Bij een earn out regeling wordt dan overeengekomen dat hoe beter de resultaten zijn die de manager realiseert, hoe hoger de earn out betaling zal zijn. Dit dient mede ter stimulans voor de manager om goed te presteren, ook al is hij geen eigenaar meer. Er zijn echter ook situaties denkbaar waarbij een earn out regeling wordt overeengekomen zonder dat de verkopende aandeelhouder nog op enigerlei wijze verbonden is met de verkochte onderneming.

uitgangspunt

Het uitgangspunt dat voor een earn out regeling wordt gehanteerd, is voor de uitwerking in het overnamecontract van wezenlijk belang.

rechtspraak

Dat blijkt wel weer uit de uitspraak van 13 juli 2016 van de rechtbank Noord-Nederland. In onderhavige situatie hadden verkoper en koper de uitgangspunten voor de verkoop van de aandelen eerst vastgelegd in een intentieovereenkomst en daarna in een koopovereenkomst.

Partijen waren overeengekomen dat koper, naast een initiële betaling van een deel van de koopprijs welke bij levering van de aandelen zou worden voldaan, recht zou hebben op een earn out betaling als aan bepaalde resultaten was voldaan. De bepaling luidde als volgt:

Het resterende gedeelte van de koopprijs ad EUR 150.500 is afhankelijk gesteld van het bruto resultaat van de vennootschap over het jaar 2012.

Indien over 2012 een bruto resultaat wordt behaald van minimaal EUR 160.000, dan zal verkoper aan koper het resterende gedeelte van de koopprijs volledig voldoen.

Indien over 2012 een bruto resultaat wordt behaald dat lager is dan EUR 160.000, dan zal verkoper aan koper een gedeelte van het resterende gedeelte van de koopprijs voldoen naar rato van de afwijking van het behaalde resultaat ten opzichte van het bedrag van EUR 160.000, doch minimaal een bedrag van EUR 50.000.

Verkoper is na de overdracht van de aandelen in dienst getreden bij de vennootschap om zorg te dragen voor het behalen van het beoogde resultaat. Na afronding van het boekjaar 2012 blijkt echter dat het beoogde bruto resultaat niet is behaald door de vennootschap. Sterker nog, er is zelfs sprake van een verlies. Partijen belanden vervolgens in de discussie of koper enige earn out betaling moet verrichten aan verkoper. Deze discussie sleept zich voort totdat verkoper in oktober 2015 koper sommeert tot betaling van de restant koopprijs, bestaande uit het minimumbedrag van de earn out regeling. Verkoper neemt vanaf dat moment ook ontslag bij de vennootschap.

Verkoper is van mening dat het minimum bedrag van EUR 50.000 aan haar dient te worden betaald en stelt hiertoe een vordering in. Verkoper verwijst hiervoor naar de letterlijke tekst van de earn out bepaling in de koopovereenkomst. Hierin staat, aldus verkoper, dat koper een minimumbedrag verschuldigd is van EUR 50.000 als een brutoresultaat wordt behaald dat lager dan EUR 160.000 is.

Koper betwist dat zij de earn out betaling verschuldigd is aan verkoper. Als verweer geeft koper aan dat partijen nooit rekening hadden gehouden met de mogelijkheid dat door de onderneming verlies zou worden geleden. De bedoeling van partijen was altijd, aldus koper, dat alleen sprake kon zijn van een earn out betaling, als in 2012 winst zou zijn gerealiseerd. De koper verwees hiervoor naar de tekst van de intentieovereenkomst.

De rechtbank gaf de koper gelijk voor wat betreft de insteek dat het voor de beoordeling van de uitleg van de inhoud van een schriftelijke overeenkomst niet alleen aan komt op een zuiver taalkundige uitleg van de daarin opgenomen bepalingen, maar ook op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen. Verder komt bij de uitleg betekenis toe aan de aard van de transactie, de omvang van de gedetailleerdheid van de contractsbevestigingen en de wijze van totstandkoming ervan (waarbij van belang is of partijen werden bijgestaan door (juridisch) deskundige raadslieden).

Uit de bewoordingen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat minimaal een bedrag van EUR 50.000 dient te worden betaald als resterend gedeelte van de koopprijs, als over het jaar 2012 een bruto resultaat van minder dan EUR 160.000 werd behaald. De door koper genoemde voorwaarde van het behalen van een positief resultaat kan naar het oordeel van de rechtbank niet uit de tekst van de overeenkomst worden afgeleid. Uit de tekst van de intentieovereenkomst volgt dit oordeel, aldus de rechtbank, evenmin.

Gelet op voorgaande alsmede op het feit dat koper, volgens de rechtbank, verder geen concrete feiten of omstandigheden tot haar verweer heeft aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat partijen ondanks de letterlijke tekst van de overeenkomst niettemin een koppeling tussen de earn out regeling en het realiseren van winst zijn overeengekomen, moet  naar het oordeel van de rechtbank in dit geval doorslaggevende betekenis worden toegekend aan een tekstuele uitleg van de bepaling uit de koopovereenkomst. Kortom, koper was verplicht de resterende koopprijs uit hoofde van de earn out bepaling van EUR 50.000 aan verkoper te voldoen.

conclusie

Uit deze uitspraak van de rechtbank blijkt eens te meer dat het zorgvuldig formuleren van bepalingen, in dit geval een earn out bepaling, cruciaal is. Schrijf duidelijk uit wat de bedoeling van partijen is met een earn out bepaling, waarbij financiële termen zorgvuldig worden uitgewerkt. Als onderbouwing van de bedoeling van partijen kan het helpen bij een earn out bepaling rekenvoorbeelden aan te hechten waarbij van verschillende scenario’s wordt uitgegaan om de werking van de earn out bepaling duidelijk te maken.

 

(Bron: DVAN)

Is uw echtgenoot of partner ook aansprakelijk?

Gaat uw bedrijf failliet of heeft u schulden? Als u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft, kan het zijn dat uw partner ook aansprakelijk is.

Hoe zit het met de aansprakelijkheid?

Uw aansprakelijkheid is afhankelijk van de rechtsvorm van uw bedrijf. Een ander belangrijk aspect is uw burgerlijke staat. Binnen een ‘regulier’ huwelijk of een geregistreerd partnerschap en een eenmanszaak of vof, is er geen verschil tussen privé- en ondernemingsvermogen. Bent u in gemeenschap van goederen samen en gaat u failliet? Dan zijn zowel u als uw partner aansprakelijk met uw privévermogen. Bekijk onderstaande aandachtspunten.

De juiste rechtsvorm kiezen

Bij de ene rechtsvorm loopt uw partner meer risico dan bij de ander.

Trouwen op huwelijkse voorwaarden

In huwelijksvoorwaarden zet u afspraken over bijvoorbeeld de verdeling van de bezittingen, de inkomsten en pensioenrechten. U kunt bijvoorbeeld het bedrijf op uw naam zetten en het huis op de naam van uw partner. U verkleint dan het risico dat de bank uw huis verkoopt als het slecht gaat met uw bedrijf. In dat geval is het noodzakelijk om zowel de hypotheek als huis op dezelfde persoon af te sluiten. Zorg voor daadwerkelijke jaarlijkse verrekening volgens de akte om de huwelijkse voorwaarden in stand te houden.

Procedure opstellen huwelijkse voorwaarden

De procedure voor het opstellen van huwelijkse voorwaarden voordat u trouwt, is simpel. U vraagt een notaris om huwelijkse voorwaarden op te stellen. De notaris zorgt voor inschrijving van de huwelijkse voorwaarden in het huwelijksgoederenregister. De huwelijkse voorwaarden gelden vanaf het moment van uw huwelijk.

Achteraf omzetten naar huwelijkse voorwaarden

Bent u langer dan 1 jaar getrouwd? In dat geval kan de notaris alsnog huwelijkse voorwaarden opstellen. Dankzij een wetswijziging is de toestemming van de rechtbank niet meer nodig voor wijziging of opstellen van huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk.

In de ‘nieuwe’ wet die geldt vanaf 2012 worden eventuele schuldeisers alsnog beschermd. Wil men het huwelijk wijzigen in een huwelijk met huwelijkse voorwaarden? Dan dienen beide echtgenoten zich hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor alle gemeenschapsschulden die er op de datum van wijziging van het huwelijk zijn.

Man-vrouwfirma

Zit u samen met uw man of vrouw in een vof, dan bent u beiden ondernemer en aansprakelijk met uw privévermogen. In die situatie biedt trouwen onder huwelijksvoorwaarden nauwelijks bescherming. U bent allebei met uw privévermogen aansprakelijk bij eventuele schulden.

Huwelijksvoorwaarden opheffen

Heeft u uw bedrijf verkocht of bent u gestopt en gaat u met pensioen? Dan kan het voordelig zijn om de huwelijksvoorwaarden om te zetten naar een wettelijke gemeenschap van goederen. Uw erfgenamen betalen dan minder successierechten als u overlijdt.

(Bron: Kamer van Koophandel)

Als u gaat samenwerken met andere bedrijven, is het handig om afspraken met elkaar te maken. Soms is het verstandig een rechtsvorm te kiezen voor uw samenwerking. Welke het beste bij u past, hangt van uw situatie en wensen af. Stel uzelf 10 vragen en kies dan de juiste rechtsvorm.

Tien vragen voordat u een rechtsvorm kiest

  1. Is de samenwerking eenmalig of voor onbepaalde tijd?
  2. Hoe intensief is de samenwerking? Worden al uw zakelijke activiteiten ondergebracht in een samenwerkingsverband? Of betreft het slechts een deel en hebben partners daarnaast ook een eigen onderneming?
  3. Heeft u als doel om geld te verdienen (winstoogmerk) of werkt u samen uit idealisme?
  4. Accepteert u dat u aangesproken kunt worden op verplichtingen die uw compagnon of partner aan gaat? Tot hoe ver mag dat gaan? Of wilt u de aansprakelijkheid beperken?
  5. Welke omzet verwacht u? De hoogte van de omzet bepaalt voor een belangrijk deel welke rechtsvorm fiscaal het meest interessant is.
  6. Onder welke naam wordt naar buiten getreden; wie mogen de contracten met klanten sluiten: de individuele partners of compagnons, of het collectief?
  7. Gaan de partners of compagnons zich zelf bezighouden met de dagelijkse bedrijfsvoering van de samenwerking, of sturen zij alleen op afstand?
  8. Is het de bedoeling vermogen op te bouwen binnen het samenwerkingsverband? Zo ja hoe wordt dit verdeeld?
  9. Komen er regelmatig nieuwe leden bij of stappen bestaande leden uit? Wanneer kan dat en tegen welke vergoeding?
  10. Hoe belangrijk is het om het samenwerkingsverband overdraagbaar te maken of op een bepaald moment te kunnen verkopen?

Mogelijke juridische vormen

Er zijn veel juridische vormen mogelijk die elk voor- en nadelen hebben. Daarom is het goed om op een rijtje te hebben wat voor u en uw partners belangrijk is. Kies vervolgens de rechtsvorm die u het meeste biedt. Let goed op fiscale verschillen en aansprakelijkheid.

Contracten en andere mogelijkheden

Wanneer de samenwerking kortdurend of eenmalig is, kunt u ook een gelegenheidscontract opstellen. Ook zijn er combinaties van rechtsvormen mogelijk, bijvoorbeeld een VOF en een BV. En tot slot is er ook nog een aantal meer ‘exotische’ rechtsvormen die vooral in bepaalde branches populair zijn. Een voorbeeld hiervan is de Engelse LLP, die kenmerken heeft van zowel VOF als BV en die om die reden populair is bij zakelijke dienstverleners als advocaten en accountants. U heeft dus veel mogelijkheden.

(Bron: Kamer van Koophandel)

Onlangs kregen wij via één van de IT-notarissen waar we mee samenwerken de vraag van een accountant door, die wilde weten of het ook mogelijk is om een pandrecht te vestigen op een merk. Dit is uiteraard mogelijk, hieronder volgt een uitleg van de procedure.

Merk

Met een merk kunt u uw producten of diensten onderscheiden van die van uw concurrenten. Een merk wordt pas beschermd, nadat het is geregistreerd. Hoe werkt een dergelijke registratie?

Een merk kan worden geregistreerd bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Door deze registratie krijgt u het exclusieve recht op het gebruik van het merk voor bepaalde producten en diensten binnen de Benelux. De inschrijving is in eerste instantie 10 jaar geldig, maar deze kunt u na 10 jaar verlengen. U dient wel zelf uw merk actief in stand te houden in de markt. Tijdens de registratieperiode wordt u merk beschermd.

Pandrecht op een merk

We nemen het voorbeeld van een webwinkelier die een beeldmerk houdt en voor een investering een externe geldschieter inzet. Deze webwinkelier kan het beeldmerk bij notariële of onderhandse akte in onderpand geven aan de investeerder. Wanneer de webwinkelier zijn verplichting tot terugbetalen van de lening van de investeerder niet nakomt, kan de investeerder op grond van de pandakte het beeldmerk te gelde maken en zorgen voor de voldoening van zijn vordering.

Een pandrecht op een merk heeft pas derdenwerking na inschrijving van de pandakte in het merkenregister. Indien dit niet gebeurt, heeft het pandrecht alleen werking tussen een pandgever en een pandhouder.

De webwinkelier moet de houder van het merkenrecht zijn om het in pand te kunnen geven. Dit is terug te vinden in het register op de website van de Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Indien de webwinkelier inderdaad houder van het merk blijkt, kan hij een authentieke of onderhandse pandakte laten opstellen, waarin duidelijk welk merk wordt verpand.

Vervolgens dient deze pandakte te worden ondertekend door de webwinkelier en de investeerder. De getekende akte moet worden gestuurd naar het BBIE, die de verpanding in het register inschrijft. De webwinkelier kan vanaf het moment van deze inschrijving niet meer zonder de toestemming van de investeerder het merk overdragen of opzeggen.

Het is dus van belang om zeker te stellen dat de verpanding is geregistreerd bij het BBIE. Wanneer dit niet is gebeurd, kan de webwinkelier nog steeds het BBIE overdragen of opzeggen. Het BBIE kent het bestaan van de pandakte immers niet. Natuurlijk kan de investeerder dan verhaal halen bij de webwinkelier, maar zijn onderpand is hij kwijt.

(Bron: www.it-jurist.nl)

De Auteurswet beschermt automatisch werken van letterkunde, wetenschap of kunst. De bescherming gaat in op het moment dat het werk tot stand komt. Voorwaarde is dat het werk origineel is.

Auteursrecht kost niets en de bescherming is internationaal. Makers hoeven hun werk niet te registreren of te deponeren. Het auteursrecht vervalt 70 jaar na het overlijden van de maker.

  • Werken waarop auteursrechtelijke bescherming kan rusten: teksten, kunstwerken, brochures, video’s en ander promotiemateriaal, software, foto’s, sieraden, tekeningen, schaalmodellen en bouwwerken.
  • Werken waarop geen bescherming rust: catalogi, gebruiksaanwijzingen, dienstregelingen, theaterprogramma’s en telefoongidsen.

Collectieve beheersorganisatie (cbo)

De meeste auteurs (waaronder ook componisten, muzikanten en filmmakers) oefenen hun auteursrechten uit via een collectieve beheersorganisatie (cbo). Voorbeelden zijn Buma/Stemra, Sena, Videma, Stichting Reprorecht en Stichting de Thuiskopie. Deze cbo’s zijn aangesloten bij de Vereniging van Organisaties die Intellectueel eigendom Collectief Exploiteren (VOI©E).

Toezicht

Het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) houdt toezicht op een aantal van deze collectieve beheersorganisaties.

Klachten

Hebt u als gebruiker van auteursrechtelijk beschermd werk een klacht over een van deze cbo’s? Dan neemt u eerst contact op met die organisatie. Elke organisatie heeft een eigen geschillenregeling. Als de organisatie uw klacht niet (correct) afhandelt, kunt u zich wenden tot VOI©E. Als de cbo is aangesloten bij De Geschillencommissie, kunt u ook de Geschillencommissie Auteursrechten Zakelijk inschakelen.

(Bron: Ondernemingsplein)

Welke keuzes maakt u?

Veel ondernemers kiezen een eenmanszaak of bv. Maar welke rechtsvorm past het best bij uw bedrijf? Dit hangt af van verschillende keuzes die u maakt. Bijvoorbeeld over de inrichting van uw organisatie, uw belastingfaciliteiten en het beperken van uw aansprakelijkheid.

Onderwerp Eenmanszaak BV
Oprichting Geen eisen Akte van de notaris
Kapitaalinbreng Geen eisen € 0,01 minimum startkapitaal
Bestuur Eigenaar Directie.
Andere organen Geen Aandeelhouders. Eventueel raad van commissarissen
Aansprakelijkheid Zakelijk en privé voor 100% In principe alleen de bv
Belasting Inkomstenbelasting. Onder voorwaarden mkb-winstvrijstelling en ondernemersaftrek. Vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting over salaris en dividend.
Sociale zekerheid Geen recht op werknemersverzekeringen. Geen werknemersverzekeringen (behalve als ontslag tegen de wil van de directeur-grootaandeel-houder (dga) mogelijk is en/of als het aandelenbelang al dan niet samen met uw partner minder dan 50% is) ).

Aansprakelijkheid

Als u een eenmanszaak hebt, dan bent u persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van uw bedrijf. Met een bv bent u in principe niet aansprakelijk voor de schulden van uw bv.

Belastingen

Een eigenaar van een eenmanszaak betaalt inkomstenbelasting over de winst. Een bv betaalt vennootschapsbelasting en eventueel dividendbelasting. De directeur-grootaandeelhouder (dga) van een bv betaalt daarnaast inkomstenbelasting over zijn fiscaal minimaal loon en over uitgekeerd dividend. Een bv heeft een iets lagere belastingdruk dan een eenmanszaak, maar hogere kosten, onder meer door jaarrekeningverplichtingen en accountantskosten. Een eigenaar van een eenmanszaak heeft onder voorwaarden recht op zelfstandigenaftrek. Starters mogen extra startersaftrek toepassen. Ondernemers die inkomstenbelasting betalen kunnen gebruikmaken van de mkb-winstvrijstelling.

Kiezen voor een eenmanszaak of bv?

De eenmanszaak biedt fiscale voordelen bij lagere winsten. Een bv is aantrekkelijker bij hogere winsten, omdat het tariefsvoordeel dan groter is dan de extra aftrekmogelijkheden van de eenmanszaak. Een ander voordeel van de bv is de beperking van de aansprakelijkheid. Verder spelen er bij de keuze voor een bv vaak ook argumenten mee als imago, status en het eenvoudig kunnen overdragen of verkopen van het bedrijf.

(Bron: Kamer van Koophandel)