DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Kennisbank voor het MKB(BV), belastingen, diversen

Als u als ondernemer verhuist, kunt u onder voorwaarden de kosten ervan ten laste van de winst brengen. Soortgelijke voorwaarden gelden ook als u uw personeel een belastingvrije vergoeding wilt geven vanwege een verhuizing. Wanneer zijn de verhuiskosten zakelijk?

Zakelijkheid voorop

Uitgangspunt is dat verhuiskosten voor een ondernemer aftrekbaar zijn. U kunt verhuiskosten belastingvrij aan uw personeel vergoeden als het een zakelijke verhuizing betreft. Voor beide situaties geldt een vast bedrag van € 7.750. Dit bedrag is exclusief de kosten van het overbrengen van de inboedel, die u ook mag aftrekken.

Zakelijke verhuizing

Een verhuizing is in ieder geval zakelijk als u als ondernemer binnen twee jaar, na de start of verplaatsing van uw bedrijf, verhuist. Voor uw werknemer geldt de eis dat zij binnen twee jaar na aanvaarding van een andere baan of overplaatsing verhuizen. Bovendien moet voor zowel u als uw werknemers de afstand woning-werk vóór verhuizing minstens 25 km bedragen en moet na verhuizing die afstand met minstens 60% zijn afgenomen.

Voorbeeld: U woont in Utrecht en start een onderneming in Apeldoorn. U besluit daarom binnen twee jaar na de start te verhuizen naar Deventer.
Uitwerking: De afstand Utrecht-Apeldoorn bedraagt 67 km. De afstand Deventer-Apeldoorn bedraagt 18 km. De afstand vóór verhuizing bedroeg dus meer dan 25 km. De afstand na verhuizing is met 49 km bekort, ofwel met 73%. U voldoet dus aan beide voorwaarden en kunt een bedrag van € 7.750 plus de kosten van het overbrengen van de inboedel ten laste van de winst brengen.

Zakelijkheid aantonen

Een verhuizing is ook zakelijk als niet aan de voorwaarden voldaan wordt maar de zakelijkheid aangetoond kan worden. Een werknemer verhuist bijvoorbeeld pas na twee jaar omdat hij een andere functie krijgt en daarom voortaan bij een inbraakalarm binnen 15 minuten ter plekke moet zijn. De zakelijkheid moet u in dergelijke situaties aannemelijk kunnen maken.

Tip: Bij een niet zakelijke verhuizing kunt u belastingheffing bij uw werknemers voorkomen door de vergoeding onder te brengen in (de vrije ruimte van) de werkkostenregeling.

(Bron: SRA)

Als ondernemer bent u verplicht een administratie te voeren en zodanig in te richten dat de fiscus uw fiscale verplichtingen hieruit eenvoudig kan afleiden. Onlangs heeft de Belastingdienst meer duidelijkheid gegeven over deze bewaarplicht in relatie tot de toenemende digitalisering van het bedrijfsleven.

Update software en bestanden

De bewaarplicht vereist dat software en bestanden ook in de toekomst toegankelijk blijven. Dit betekent dat updates vereist kunnen zijn, maar ook dat nieuwe systemen en software met ‘oude’ bestanden overweg moeten kunnen.

Comprimeren van gegevens

Gegevens mogen, vanwege bijvoorbeeld de grootte, gecomprimeerd worden, op voorwaarde dat de detailgegevens – ook in het kader van de AVG – toegankelijk blijven bij een eventuele controle.

Conversie

Ook het omzetten van gegevens in een andere vorm, conversie, is onder voorwaarden toegestaan. Dat geldt alleen niet voor de papieren balans en resultatenrekening. Er geldt een aantal voorwaarden, waarvan de belangrijkste is dat geconverteerde gegevens binnen een redelijke termijn weer reproduceerbaar moeten zijn.

Digitale gegevensdragers

Digitale gegevensdragers zijn er in verschillende vormen, zoals online en op DVD. Sommige vormen stellen extra eisen aan de waarborging van de authenticiteit. Een factuur die bijvoorbeeld via de mail ontvangen wordt, is niet authentiek indien deze wordt geprint. Aanvullende organisatorische actie is dan vereist, zoals bijvoorbeeld een back-up van de mail.

Verstrekken van informatie

Ook bij de informatievoorziening richting fiscus komt digitalisering om de hoek kijken. De voorkeur heeft het aanleveren via de beveiligde filetransfer van de Belastingdienst.

Let op! Er zijn individuele afspraken te maken over de manier waarop bestanden kunnen worden aangeleverd, met name als de grootte van bestanden het aanleveren op gebruikelijke opslagmedia niet mogelijk maakt.

Bewaartermijn

De fiscus hanteert een standaard bewaartermijn van zeven jaar, maar in bepaalde gevallen, zoals bij onroerend goed, is een langere bewaartermijn van toepassing. Er zijn ook nu afspraken te maken over de bewaarplicht, teneinde de uitvoering ervan te vereenvoudigen.

Heeft u vragen over uw digitale bewaarplicht, neem dan contact met ons op.

(Bron: HLB)

Wanneer je een huis gaat kopen, heb je waarschijnlijk een hypotheek nodig. De hoogte van je hypotheek wordt onder andere berekend op basis van de woningwaarde en je inkomen. Maar welke impact heeft je hypotheek op je maandelijkse vaste lasten? Dit is afhankelijk van een aantal factoren, zoals het eigenwoningforfait en hypotheekrenteaftrek. In dit artikel lees je hier meer over.

Wat zijn de maandlasten van een hypotheek?

Je hypotheeklasten kun je onderscheiden in twee soorten: bruto en netto maandlasten. Het bedrag dat je iedere maand aan je geldverstrekker betaalt noemen we je bruto hypotheeklast. Deze bruto maandlast bestaat meestal uit twee delen: hypotheekrente en aflossing. De hoogte van deze hypotheeklast is afhankelijk van meerdere factoren, zoals de hoogte van je hypotheek, je inkomen, de looptijd en de hypotheekvorm.

Maar hier blijft het niet bij. Als huiseigenaar krijg je ook te maken met het zogenoemde eigenwoningforfait én een belastingvoordeel in de vorm van hypotheekrenteaftrek. Als je daarmee rekening houdt, dan kom je uit op de netto maandlasten van je hypotheek.

Wat is het eigenwoningforfait?

Het eigenwoningforfait is een bedrag dat je als huiseigenaar moet aangeven bij je belastingaangifte. Dit bedrag wordt bovenop je belastbaar inkomen geteld. Maar alleen als je een koopwoning hebt die je hoofdverblijf is. De Belastingdienst ziet dit bedrag namelijk als inkomen uit je eigen woning. De hoogte van het woningforfait is gebaseerd op de WOZ-waarde van de woning. Deze waarde stelt de gemeente ieder jaar opnieuw vast en brengen je hiervan op de hoogte. Het eigenwoningforfait is een percentage van die WOZ-waarde. Welk percentage dat is, ziet u in de tabel eigenwoningforfait 2018.

Rekenvoorbeeld

Stel, je woning waar je het hele jaar in woont heeft een WOZ-waarde van € 230.000,-. Je rekent dan met 0,70%. Het eigenwoningforfait komt in dit geval neer op € 1.610,-. Dit bedrag geef je dan aan bij je belastingaangifte.

Eigenwoningforfait 2018

Woningwaarde Eigenwoningforfait
meer dan niet meer dan
€12.500 0%
€12.500 €25.000 0,25%
€25.000 €50.000 0,40%
€50.000 €75.000 0,55%
€75.000 €1.060.000 0,70%
€1.060.000 € 7.420 + 2,35% van de waarde van de woning boven €1.060.000

Hypotheekrenteaftrek: de financiële meevaller

Gelukkig heb je met een eigen woning ook recht op belastingvoordeel. De betaalde hypotheekrente is namelijk aftrekbaar. Heb je na 1 januari 2013 voor het eerst een hypotheek afgesloten? Dan heb je alleen recht op hypotheekrenteaftrek als je een lineaire hypotheek of annuïteitenhypotheek hebt afgesloten voor een periode van maximaal 30 jaar. Heb jij je hypotheek voor 2013 afgesloten? Dan heb je ook recht op hypotheekrenteaftrek met een andere hypotheekvorm, zoals een aflossingsvrije hypotheek of een (bank)spaarhypotheek.

Bij het afsluiten van je hypotheek heb je bovendien recht op een eenmalige aftrek van kosten. Hieronder vallen bijvoorbeeld de kosten van de hypotheekakte bij de notaris en taxatiekosten.

Stel, je betaalt in het eerste jaar € 10.000,- aan hypotheekrente en aflossing. Dit zijn dan je bruto hypotheeklasten. Van deze €10.000,- is €6.000,- rente. Deze betaalde hypotheekrente kun je aftrekken voor de inkomstenbelasting. Het eigenwoningforfait bedraagt €1.700,-. Hiermee komt het belastbaar inkomen uit je eigen woning neer op negatief €4.300,- (€1.700,- minus €6.000,-). Gemiddeld betaal je 40% aan inkomstenbelasting, je belastingvoordeel is dan €1.720,- (40% x € 4.300,-). Je netto hypotheeklasten bedragen dan op jaarbasis €8.280,- (€ 10.000,- minus €1.720,-).

Let op: dit is een vereenvoudigd voorbeeld om het verschil tussen netto en bruto hypotheeklasten duidelijk te maken.

Hoeveel maandlasten kan ik betalen?

Je hypotheeklasten zijn niet je enige vaste lasten per maand. De kosten voor verzekeringen, gas, water en licht, internet en tv en gemeentelijke belastingen komen hier nog bovenop. Na het betalen van deze kosten wil je ook iedere maand voldoende overhouden voor je dagelijkse boodschappen. Daarnaast wil je nog kunnen genieten, door bijvoorbeeld je hobby’s uit te oefenen of een keer uit eten te gaan.

Hoeveel je kunt betalen voor je hypotheek is dus niet alleen afhankelijk van je inkomen, maar ook van je levensstijl en je voorkeuren. Het gaat niet alleen om wat je kunt lenen, maar ook om hoeveel je wilt lenen.

Zet eens voor jezelf op een rijtje hoeveel je nu maandelijks uitgeeft. Bepaal vervolgens hoeveel je over wilt houden. Op basis hiervan kun je kijken hoeveel je wilt lenen. En wil je op basis van je eigen inkomen een indicatie van je bruto maandlasten berekenen?

Kom je er niet uit? Overleg eens met een accountant.

Een ondernemer mag de kosten die hij voor zijn onderneming maakt in aftrek brengen van de winst. Dat geldt ook voor de kosten van recepties, feesten en vermaak. Maar waar ligt de grens?

 

Er is regelmatig discussie met de belastingdienst over de vraag in hoeverre bepaalde kosten die zowel een privé-element als een zakelijk element hebben, aftrekbaar zijn. Uitgaven die voor de zaak gedaan zijn en op zakelijke overwegingen berusten, kunnen ten laste van de winst worden gebracht. De inspecteur heeft niet de bevoegdheid te toetsen of de uitgaven ook zakelijk verantwoord waren. Hij heeft dus niet het recht om de doelmatigheid van de gemaakte kosten te beoordelen.

 

De wijze waarop een onderneming wordt gedreven, wordt in beginsel bepaald door de ondernemer en het is aan hem om te beoordelen op bepaalde uitgaven voor de onderneming nut hebben. Als randvoorwaarde geldt dat het niet mag gaan om uitgaven die in wezen bedoeld zijn om in een privébehoefte te voorzien.

 

Maar waar ligt de grens? De zakenreis kan ook persoonlijk aantrekkelijk zijn; van de representatie geniet de ondernemer zelf ook enorm. Is er een criterium aan de hand waarvan kan worden vastgesteld welke uitgaven wél en welke niét aftrekbaar zijn?

Criterium

Dat het in de praktijk vaak moeilijk is in dit grensgebied de zakelijke en privékosten te onderscheiden blijkt uit de vele rechterlijke beslissingen hierover. De Hoge Raad zoekt het criterium in de vraag of de uitgaven op basis van zakelijke dan wel persoonlijke overwegingen zijn gedaan. Om aftrekbaar te kunnen zijn, dient de ondernemer aannemelijk te maken dat de uitgaven op grond van zakelijke overwegingen zijn gedaan. Maar ook de zakelijke belangen van de onderneming kunnen worden beïnvloed door persoonlijke omstandigheden. Dat is het geval bij uitgaven voor feesten rondom de persoon van de ondernemer.

Feesten

Bij het vieren van persoonlijke gebeurtenissen kunnen zakelijke belangen meewegen. De kosten die daarmee zijn gemoeid, zijn aftrekbare ondernemingskosten. Zo zijn de extra kosten van een feestavond ter gelegenheid van het huwelijk of verjaardag van de ondernemer waarbij naast familie ook werknemers en zakelijke relaties aanwezig zijn, aftrekbaar. Kostenverdelingen op basis van de verdeling tussen ‘privégasten’ en ‘zakelijke gasten’ zijn in de uitvoeringspraktijk heel gebruikelijk.

Gastenlijst

Het is dus van belang dat de zakelijkheid van de kosten kan worden bewezen. Die bewijslast rust op de ondernemer. Daarvoor is voldoende dat de ondernemer aannemelijk maakt dat de kosten zakelijk zijn. Bijvoorbeeld omdat de ondernemer een relatie wil versterken, opbouwen of onderhouden of om meer naamsbekendheid te genereren. De zakelijkheid van een etentje kan worden aangetoond door de reden van het etentje op de bon te schrijven. En bij een feest kan de gastenlijst een belangrijke aanwijzing voor de zakelijkheid zijn.

Als de ondernemer goed bewijs heeft, kunnen de kosten van een feest in aftrek gebracht worden op de winst. Met een gastenlijst kan aangetoond worden dat de gasten zijn de uitgenodigd uit ‘zakelijke overwegingen’. Dat vergroot de feestvreugde met een aftrekpost!

(Bron: Accountant.nl)

De overheid gebruikt computers voor het nemen van besluiten. Vaak gaat het daarbij om geld, zoals het verlenen van kinderbijslag, de AOW, toeslagen, het opleggen van motorrijtuigenbelasting of de aanslag inkomstenbelasting. Maar hoe die besluiten precies genomen worden, is niet duidelijk. Bovendien leunen overheden ook op elkaars computerbesluiten. De burger is daardoor onvoldoende juridisch beschermd, blijkt uit promotie-onderzoek van Marlies van Eck.

Wat gebeurt er precies bij geautomatiseerde besluiten van de overheid en wat betekent deze praktijk voor de burger die te maken krijgt met zo’n besluit? Is het voldoende dat burgers in bezwaar kunnen gaan tegen een besluit als er iets fout gaat en daarna naar de rechter kunnen stappen? Dat onderzocht de promovenda Marlies van Eck. Zij promoveert op 9 februari aan Tilburg University.

Voordelen

Van Eck concludeert op basis van het onderzoek dat de inzet van technologie bij het nemen van besluiten wel degelijk voordelen heeft voor burgers. Het verzamelen van alle gegevens vindt zorgvuldig plaats. Ook krijgen mensen vaak van tevoren te zien welke gegevens de overheid heeft, wat de transparantie ten goede komt. Een ander voordeel is dat de computer alle gelijke gevallen ook echt gelijk behandelt.

Beslisregels onzichtbaar

Maar er zijn ook nadelen. De instructies aan de computer (de beslisregels en de algoritmen) zijn niet beschikbaar voor de personen die het besluit krijgen. Ook zijn er geen onafhankelijke instanties die deze instructies controleren op juistheid. In een rechtszaak over het besluit kan de rechter dus niet controleren of de overheid de wet goed interpreteert. Bovendien blijven aannames die de programmeur heeft gehad onzichtbaar. Als niet precies duidelijk is waarom de computer een besluit neemt, weet niemand of het besluit eigenlijk wel juist is.

Besluiten aan elkaar gelinkt

Een ander nadeel is dat de overheidsorganen zwaar op elkaar leunen bij het nemen van computerbesluiten. Een besluit van het ene overheidsorgaan werkt door in het besluit van een ander overheidsorgaan. Maar als er iets fout gaat, is het voor de burger erg lastig om de fouten die al verspreid zijn, te herstellen. Zeker als het met terugwerkende kracht verbeterd moet worden, is dit voor de systemen moeilijk. Dit betekent dat de burger niet altijd de juridische bescherming krijgt waar hij recht op heeft.

Aanbevelingen

Van Eck doet een aantal voorstellen om de bescherming van burgers te verbeteren. Zij stelt voor dat iedereen met problemen met computerbesluiten een ‘loods’ krijgt: een ambtenaar die gaat helpen het probleem op te lossen. Op deze manier ligt de last van de gespecialiseerde en ingewikkelde uitvoering weer bij de overheid in plaats van bij de burger. Daarnaast moeten de instructies aan de computer niet alleen openbaar en toegankelijk worden, maar ook te begrijpen zijn door mensen die geen verstand hebben van programmeren en zeker door rechters.

Promotie

Mr. Marlies van Eck promoveert op vrijdag 9 februari om 10:00 uur in de aula van Tilburg University. Titel proefschrift: Geautomatiseerde ketenbesluiten & rechtsbescherming. Een onderzoek naar de praktijk van geautomatiseerde ketenbesluiten over een financieel belang in relatie tot rechtsbescherming.

[ Bron: Tilburg University ]

Met het Hulpmiddel lijfrentepremie 2017 kunnen werknemers en ondernemers voor de inkomstenbelasting (IB) berekenen welk bedrag zij aan lijfrente in aftrek mogen brengen in hun IB-aangifte. De lijfrentepremie moet wel voor 31 december 2017 zijn betaald om deze in de aangifte over 2017 te kunnen aftrekken.

Om van de lijfrenteaftrek te kunnen profiteren, moet er door de werknemer of de ondernemer aan twee voorwaarden zijn voldaan:

  • De werknemer of IB-ondernemer moet zelf de premies betalen voor de lijfrente of hier stortingen voor doen.
  • De werknemer of IB-ondernemer heeft in een bepaald jaar onvoldoende pensioen opgebouwd. Hierdoor ontstaat er jaarruimte of reserveringsruimte. Jaarruimte houdt in dat er in een bepaald jaar niet voldoende pensioen werd opgebouwd. Reserveringsruimte is het totaal van niet-benutte jaarruimten.

Informatie van afgelopen zeven jaar nodig

Voor het berekenen van de reserveringsruimte gebruikt een werknemer of ondernemer informatie over het inkomen en de pensioenopbouw uit de afgelopen zeven jaar. Daarnaast zijn er drie documenten uit het jaar 2016 nodig om de premieaftrek lijfrente 2017 te kunnen berekenen:

  • de IB-aangifte uit 2016;
  • de inkomensgegevens;
  • indien van toepassing: de opgaaf van pensioenaangroei van het pensioenfonds of pensioenverzekeraar.

(Bron: Rendement)

De gemeente mag op openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg reclamebelasting heffen. Maar moet de opbrengst van reclamebelasting ook toekomen aan de ondernemers die deze hebben opgehoest?

Vrij besteden

De gemeente is vrij de opbrengst van de reclamebelasting naar eigen inzicht te besteden. Wel is de gemeente gebonden aan de zogenaamde beginselen van behoorlijk bestuur. Denk daarbij onder andere aan het gelijkheids- en redelijkheidsbeginsel.

Beperkt gebied

Het bovenstaande betekent dat de gemeente het heffen van een reclamebelasting tot een bepaald gebied mag beperken. Hiervoor moeten dan wel een objectieve en redelijke rechtvaardiging zijn. Deze kan zijn dat de opbrengst ook alleen maar besteed wordt aan activiteiten die zich afspelen binnen het aangewezen gebied.

Profijt

Daarbij is het uitgangspunt dat u profijt moet kúnnen hebben van de betreffende activiteiten. Of u ook daadwerkelijk van de activiteiten profiteert en of dit net zoveel is als uw buurman, is niet van belang.

Verordening

Voor de invoering van een reclamebelasting is een gemeentelijke verordening nodig. Ook hiervoor gelden de nodige eisen.

Eisen aan verordening

Zo dient een belastingverordening te vermelden: de belastingplichtige, het voorwerp van de belasting, het belastbare feit, de heffingsmaatstaf, het tarief, het tijdstip van ingang van de heffing, het tijdstip van beëindiging van de heffing en hetgeen voor de heffing en de invordering van belang is. Ook is bepaald dat het bedrag aan reclamebelasting niet afhankelijk mag worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen. Verder dient een gemeentelijke verordening gepubliceerd te worden. Tegenwoordig dient dit bij voorkeur digitaal te gebeuren.

(Bron: HLB)

Een ondernemer die kosten maakt voor zijn onderneming moet niet alleen bonnen voor die gemaakte kosten kunnen overleggen, maar ook kunnen onderbouwen waarom de gemaakte kosten zakelijk zijn.

Een ondernemer krijgt in 2008 een boekenonderzoek. De aanvaardbaarheid van de IB-aangiften 2003 tot en met 2005 en de btw-aangiften van 1 januari 2003 tot en met 31 maart 2005 worden onderzocht. Naar aanleiding van dit boekenonderzoek corrigeert de inspecteur de in de administratie in aftrek gebrachte verkoopkosten. Uit de administratie kan niet worden afgeleid in hoeverre deze kosten zakelijk zijn. Ook de IB-aangifte 2004 van de ondernemer wordt gecorrigeerd.

Voor het hof blijkt dat de opgevoerde verkoopkosten betrekking hebben op uitgaven voor etentjes met cliënten. Volgens de inspecteur zijn deze kosten niet zakelijk en hij vindt dat – gezien de omvang van de uitgaven en het aantal keren dat bij dezelfde restaurants wordt gegeten – het overgrote deel van de uitgaven als privé-uitgaven moet worden aangemerkt. En voor zover de kosten zakelijk zijn is de aftrekbeperking van toepassing. De ondernemer moet de zakelijkheid van de kosten aantonen. Hij geeft aan dat hij regelmatig bij cliënten eet en dit combineert met het uitwisselen van stukken en het voeren van gesprekken met de cliënten alsmede met potentiële cliënten. Daarmee heeft hij volgens het hof de zakelijkheid van de kosten niet aannemelijk gemaakt. Hij heeft op geen enkele wijze gegevens verstrekt omtrent de vraag met wie hij heeft gegeten en wat het zakelijke element van de restaurantbezoeken betrof. Het hof gelooft wel dat hij op zakelijke gronden afspraken heeft gemaakt met potentiële of bestaande cliënten en daarvoor uitgaven heeft gedaan, maar omdat de onderbouwing van het zakelijke karakter ontbreekt, acht het hof niet aannemelijk dat voor het door de ondernemer ten laste van het resultaat gebrachte bedrag sprake is van zakelijke uitgaven.

(Bron: PKF Wallast)

Afbeeldingsresultaat voor advocaatkostenX verleende administratieve ondersteuning aan particulieren. Zij bracht in haar aangifte IB 2011 € 12.605 aan advocaatkosten in aftrek op haar resultaat uit overige werkzaamheden. De inspecteur weigerde de aftrek. X ging in beroep en stelde dat de advocaatkosten betrekking hadden op de begeleiding door een advocaat bij een naar haar ingesteld boekenonderzoek. Hof Den Bosch besliste echter dat X niet aannemelijk had gemaakt dat de advocaatkosten waren gemaakt met het oog op de zakelijke belangen van de werkzaamheden. Door geen inzage te geven in de kosten kon volgens het Hof niet worden getoetst of de advocaatkosten aftrekbaar waren. In plaats van zich in te spannen om duidelijkheid te verschaffen, had X het advocatenkantoor geïnstrueerd om dergelijke informatie niet te verstrekken. Het Hof geloofde niet dat de inspecteur het bewijs zou manipuleren, als X de specificatie van de prijsafspraak met de advocaat zou overleggen. Volgens het Hof had de inspecteur voldoende redenen om te twijfelen aan de aftrekbaarheid van de advocaatkosten, omdat de advocaat ook werkzaamheden had verricht voor de echtgenoot van X. Tot slot verwierp het Hof ook de stelling van X dat de inspecteur het zorgvuldigheidsbeginsel had geschonden. De inspecteur had na de ontvangst van de aangifte en ook in de bezwaarfase herhaaldelijk geprobeerd informatie te vergaren en had X ook nog gehoord en daarvan een verslag gemaakt. Het Hof verklaarde het hoger beroep van X ongegrond.

(Bron: FUTD)

Waar moet u op letten bij een bedrijfsoverdracht binnen de familie? Voor familiebedrijven is continuïteit één van de belangrijkste doelstellingen. Daarnaast spelen fiscale aspecten een grote rol. De Belastingdienst kijkt bij de overdracht namelijk kritisch mee. Het bedrijf is er voor bestaanszekerheid van de huidige generatie, de volgende generatie en liefst nog vele generaties daarna.

Belastingclaims bij bedrijfsoverdracht

Bij de overdracht van een persoonlijke onderneming moet u rekening houden met belastingclaims. Inkomstenbelasting is aan de orde als de overdrager bij de bedrijfsoverdracht fiscale winst realiseert. Dat is het geval als de onderneming wordt verkocht voor meer dan de fiscale boekwaarde. De overdrager realiseert dan stille reserves in vermogensbestanddelen en/of goodwill in de onderneming. Daarover betaalt de overdrager het progressieve belastingtarief in box 1.

Let op! Bij bedrijfsoverdracht moet u ook rekening houden met de desinvesteringsbijtelling. Dat is een fiscale winstpost waarmee investeringsaftrek uit de laatste vijf jaar wordt gecorrigeerd, als voor meer dan € 2300 wordt gedesinvesteerd. Ook vallen de fiscale reserves (herinvesteringsreserve, kostenegalisatiereserve en de oudedagsreserve) vrij bij de bedrijfsoverdracht.

Wordt een onderneming verkocht met onroerende zaak (bedrijfspand) op de balans?

Dan moet de overnemer overdrachtsbelasting betalen. Er is mogelijk, onder voorwaarden, een vrijstelling van toepassing. Die komt verderop aan bod.

Schenkt de overdrager de onderneming of verkoopt hij de onderneming voor een te laag bedrag?

Dan moet de overnemer schenkbelasting betalen. Er zijn vrijstellingen en betalingsregelingen, maar daarvoor gelden voorwaarden. Die worden hierna globaal besproken.

Tip: De overdrager van een persoonlijke onderneming kan belastingheffing over de stakingswinst uitstellen door een premie te betalen voor een zogenoemde stakingslijfrente, of door premies te storten op een lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht. De lijfrentepremie komt dan in aftrek op de belaste winst. De overdrager betaalt pas belasting als de uitkering uit de lijfrente gaat vloeien. Ook kan de overdrager op deze manier de oudedagsreserve omzetten in een lijfrente.

Is sprake van de overdracht van een bv en is de verkoopprijs hoger dan de verkrijgingsprijs van de aandelen?

Dan geniet de overdrager een boekwinst en dus inkomen uit aanmerkelijk belang. Daarover moet hij 25% belasting betalen in box 2.

Tip: De directe inkomstenbelastingheffing in box 2 bij verkoop van de aandelen kunt u voorkomen met een holdingstructuur (de boekwinst die de holding-bv geniet door de verkoop van de werk-bv valt namelijk onder de deelnemingsvrijstelling).

Bedrijfsopvolging in de inkomstenbelasting – persoonlijke onderneming

Een beste manier om inkomstenbelasting te besparen bij bedrijfsoverdracht is er niet. Het hangt af van de omstandigheden. Kijkend naar het familiebedrijf zal vaak sprake zijn van een bekende die het bedrijf overneemt: de zoon of dochter of zelfs aangetrouwde familie. Het moet wel iemand die al in het bedrijf meewerkt. Er moet dan worden gekozen tussen afrekenen of doorschuiven.

Afrekenen

Afrekenen betekent dat de bedrijfsoverdrager het bedrijf verkoopt en de stakingswinst opgeeft aan de fiscus en daarover belasting betaalt Hij mag € 3.630 stakingsaftrek van zijn winst aftrekken. Of de bedrijfsoverdrager daadwerkelijk inkomstenbelasting betaalt, hangt af van de omvang van zijn gewone jaarwinst, stakingswinst, de stakingslijfrentepremie- en de stakingsaftrek.

Onverrekende verliezen

Afrekenen bij bedrijfsoverdracht kan bijvoorbeeld fiscaal voordelig zijn als de bedrijfsoverdrager nog onverrekende verliezen heeft die hij kan verrekenen met de stakingswinst of als hij de stakingswinst kan omzetten in een lijfrente. De bedrijfsoverdrager betaalt op het moment van de bedrijfsoverdracht geen inkomstenbelasting, terwijl de bedrijfsopvolger kan afschrijven over de hogere werkelijke waarde van de onderneming, in plaats van over de overgenomen fiscale boekwaarde. Ook heeft de bedrijfsopvolger dan investeringsaftrek en mag hij – als hij starter is – willekeurig afschrijven.

Tip: Verkoopt de overdrager zijn persoonlijke onderneming aan een natuurlijke persoon en blijft die de koopsom schuldig? Dan kan de overdrager kiezen voor maximaal tien jaar renteloos uitstel van betaling van de inkomstenbelastingclaim. Hij moet dan wel de inkomstenbelasting in gelijke jaarlijkse delen aan de fiscus betalen. Voor de overnemer zijn er de hiervoor beschreven voordelen. Om het uitstel van betaling moet worden verzocht en er moet zekerheid worden gesteld.

Doorschuiven

Doorschuiven betekent dat de bedrijfsoverdrager het bedrijf verkoopt en dat de bedrijfsopvolger de inkomstenbelastingclaim van de bedrijfsoverdrager overneemt. De waarde van het bedrijf wordt op hetzelfde bedrag bepaald als bij de variant van afrekenen, maar de (contante waarde van de) overgedragen inkomstenbelastingclaim komt er nog op in mindering. Deze variant heet doorschuiven, omdat de bedrijfsopvolger in deze variant de onderneming in zijn fiscale winstaangifte de fiscale boekwaarde van de overgenomen onderneming hanteert.

Tip: Heeft u iemand op het oog aan wie u de zaak wil doorschuiven? Dat kan alleen als die persoon al 36 maanden mede-ondernemer is (maat of firmant) of medewerker (werknemer). Laat uw bedrijfsopvolger daarom als mede-ondernemer of werknemer ten minste 36 maanden meedraaien in het bedrijf.

De bedrijfsopvolger neemt de fiscale boekwaarde over en gaat na de doorschuiving afschrijven zoals de overdrager dat deed. Zijn fiscale winst ten opzichte van de variant Afrekenen zal dus hoger zijn. Hij heeft geen recht op willekeurige afschrijving en als hij binnen drie jaar staakt heeft hij geen recht op stakingsaftrek.

Let op! Bij doorschuiving heeft de inkomstenbelastingclaim grote invloed op de overnamesom. De waardering van de inkomstenbelastingclaim hangt echter af van vele variabelen zoals looptijd en rentepercentage, waarover bedrijfsoverdrager en bedrijfsovernemer verschillend kunnen denken. Doorschuiving moet daarom ‘passen’ bij de personen van de bedrijfsoverdrager en bedrijfsovernemer.

Of u nou kiest voor afrekenen of doorschuiven, er zijn veel voorwaarden aan verbonden waar u rekening mee moet houden. Voor een afgewogen beslissing, overleg met een van onze adviseurs.

Firma als opvolgingsinstrument

Als u uw persoonlijke onderneming liever niet in één keer overdraagt, maar de bedrijfsopvolging wilt blijven begeleiden, dan kunt u dat doen met een firma (vof) of commanditaire vennootschap (cv). Daarin kunt u beherend vennoot blijven (‘op de bok’) of op de achtergrond als commanditair vennoot (‘geldschieter’).

Uw bedrijfsopvolger wordt vennoot in de firma en u spreekt een winstverdeling af die past bij ieders vermogensinbreng en arbeidsinbreng. Vervolgens kunt u uw aandeel in de firma overdragen aan uw bedrijfsopvolger, in één keer of in fases.

Tip: Heeft u een onderneming met veel vermogen, maar relatief weinig geld (liquiditeit)? Dan kan de firma voor u een oplossing zijn als opvolgingsinstrument. U blijft dan in de firma (ofwel commanditaire vennootschap) zitten als geldschieter (kapitaalverschaffer). Uw bedrijfsopvolger kan de bedrijfsopvolging dan gemakkelijker financieren. Let ook op de gevolgen voor de overdrachtsbelasting (zie hierna).

Samenwerkingsovereenkomst

Zorg ervoor dat u afspraken over bedrijfsopvolging vastlegt in een samenwerkingsovereenkomst. Met afspraken over de toedeling van het vermogen regelt u dat de onderneming bij verbreking van de samenwerking kan worden voortgezet door de bedrijfsopvolger. Deze afspraken worden wel voortzettings-, verblijvens-, toescheidings- en overnemingsbedingen genoemd. Kern van deze bedingen is dat in de samenwerkingsovereenkomst afspraken worden gemaakt over de voortzetting van de onderneming en het ondernemingsgebonden vermogen bij uittreden van één van de firmanten.

Andere overdrachtsvormen

Als de financierbaarheid van de overname een probleem is, dan komen in de praktijk de volgende alternatieven voor:

  • verhuur van de gehele onderneming
  • huurverkoop van de onderneming
  • overdracht van de onderneming tegen een winstrecht
  • overdracht van de onderneming tegen een lijfrente

Een combinatie is ook mogelijk, door bijvoorbeeld de overdrachtsprijs deels in een vast bedrag en deels in een winstrecht vast te stellen. Het voert te ver om in deze advieswijzer al deze overdrachtsvormen te bespreken. Laat u voorlichten en begin tijdig met (de voorbereiding van) uw bedrijfsopvolging.

Bedrijfsopvolging in de inkomstenbelasting – besloten vennootschap

Heeft u een onderneming in de vorm van een bv, realiseert u zich dan dat bij overdracht van de aandelen een vervreemdingsvoordeel ontstaat. Dat is het verschil tussen de verkrijgingsprijs van uw aandelen en de verkoopprijs of waarde bij overdracht van de aandelen. U betaalt over dat verschil 25% inkomstenbelasting (box 2 aanmerkelijk belangheffing).

Ook als u de aandelen schenkt of voor een lagere dan zakelijke prijs verkoopt, wordt de vervreemdingswinst berekend over de volle waarde van de aandelen. Wel geldt dan een vrijstelling voor de schenkbelasting (zie hierna).

Tip: Als uw bedrijfsopvolger de koopsom schuldig blijft, heeft u onder voorwaarden recht op een renteloze betalingsregeling van maximaal tien jaar voor de inkomstenbelastingclaim. Voorwaarde is onder andere dat de bezittingen van de bv voor minder dan 30% uit beleggingen bestaan. De bedrijfsoverdrager moet om uitstel van betaling verzoeken en zekerheid stellen.

Let op! Schenkt u aandelen, dan kunt u niet verzoeken om een betalingsregeling voor de inkomstenbelastingclaim.

Andere overdrachtsvormen

Om belastingheffing over het vervreemdingsvoordeel bij overdracht te voorkomen, kiezen de meeste ondernemers met een bv voor een holdingstructuur. Heeft u namelijk een holding die de aandelen van de werk-bv houdt, dan hoeft de holding over de overdrachtswinst op de aandelen niet af te rekenen. Dat komt door de deelnemingsvrijstelling. De ontvangen verkoopprijs van de aandelen kan de holding ter belegging blijven aanhouden. Pas bij uitkering aan u als aandeelhouder moet u over het dividend 25% inkomstenbelasting betalen.

Tip: Een holdingstructuur werkt goed als u uw onderneming voor een reële prijs wilt verkopen aan uw bedrijfsoverdrager.

Let op! Als u uw onderneming wilt schenken of verkopen voor een lagere dan reële prijs, dan kunt u onder voorwaarden gebruikmaken van de bedrijfsopvolgingsregeling voor de schenk- en erfbelasting (zie hierna). Wel moet u dan ook de inkomstenbelastingclaim afrekenen. Als u de aandelen verkoopt maar de overnemer de koopsom schuldig blijft, kunt u verzoeken om een betalingsregeling van tien jaar.

Tip: Heeft u veel beleggingsvermogen in uw holding en/of werk-bv en wilt u de aandelen schenken?
Zonder uw beleggingsvermogen dan af, al dan niet in een vrijgestelde beleggingsinstelling. U maakt daarmee de bestaande aandelen (in de holding) lichter en geschikt voor schenking, terwijl u door de herstructurering directe fiscale claims over het beleggingsvermogen voorkomt.

Bedrijfsopvolging met onroerende zaken – overdrachtsbelasting

Gaan er bij de bedrijfsoverdracht in de vorm van de overdracht van de activa en passiva één of meer onroerende zaken over, let dan op de gevolgen voor de overdrachtsbelasting. De bedrijfsopvolger die de onroerende zaken overneemt, moet 6% overdrachtsbelasting betalen over de waarde van de overgenomen bedrijfsonroerende zaken. Er zijn bij bedrijfsoverdracht echter enkele vrijstellingen voor de overdrachtsbelasting.

Vrijstellingen overdrachtsbelasting

Bij bedrijfsoverdracht van een persoonlijke onderneming in de familiesfeer geldt onder voorwaarden een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting. Dat is het geval bij bedrijfsoverdracht aan kinderen, kleinkinderen, broers, zusters, of echtgenoten van deze personen. Het moet gaan om de overdracht (en voortzetting) van de gehele onderneming, al dan niet in fasen.

Gaat de bedrijfsoverdrager een samenwerkingsverband aan met zijn bedrijfsopvolger, dan geldt onder voorwaarden een overdrachtsbelastingvrijstelling voor de inbreng van de onderneming met onroerende zaken in het samenwerkingsverband (vof, cv, maatschap). Bij de verdeling van het vermogen van een samenwerkingsverband geldt een overdrachtsbelastingvrijstelling voor de toedeling van de onroerende zaak aan de oorspronkelijke inbrengers, als de onroerende zaak vrijgesteld van overdrachtsbelasting was ingebracht.

Let op! Heeft u één of meer onroerende zaken op de ondernemingsbalans staan? Let dan bij de bedrijfsopvolging op de gevolgen voor de overdrachtsbelasting. Bij een bedrijfsoverdracht binnen de familiesfeer kan overdrachtsbelasting vaak worden voorkomen. Namelijk door het gebruik maken van een vrijstelling of door gewoonweg de onroerende zaken niet in te brengen dan wel over te dragen (buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen).

Tip: Regel de bedrijfsopvolging ook in uw testament. Door uw bedrijfsopvolger uw onderneming na te laten bij uw overlijden, ontvangt uw bedrijfsopvolger de onderneming als ‘erfrechtelijke verkrijging’. Die is onbelast voor de overdrachtsbelasting. Bij zo’n testamentaire regeling kunt u ook bepalen dat uw bedrijfsopvolger een bedrag moet betalen aan de overige erfgenamen (‘legaat tegen inbreng’).

Onroerendezaaklichaam

Overdrachtsbelasting kan ook aan de orde zijn bij de overdracht van aandelen in een bv die een onroerendezaaklichaam is. Dat is het geval als de bezittingen voor meer dan 50% bestaan uit onroerende zaken, voor meer dan 30% uit Nederlandse onroerende zaken en de onroerende zaken beleggingsvermogen zijn. Kort gezegd moet de verkrijger van de aandelen dan overdrachtsbelasting over de waarde van de onroerende zaken betalen als hij ten minste een derde aandelenbelang heeft of verkrijgt.

Bedrijfsopvolgingsregeling – schenkbelasting

De bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet is van toepassing bij het schenken of vererven van het vermogen van een persoonlijke onderneming (zoals een eenmanszaak, firma- of cv-aandeel) én bij aanmerkelijkbelangaandelen in een actieve bv. Om hiervan gebruik te maken moet u bij de Belastingdienst een verzoek indienen. Dat doet u in de aangifte schenkbelasting of erfbelasting, die u indient binnen twee maanden na het jaar waarin u de onderneming of aandelen heeft overgedragen gekregen.

Vrijstelling

De BOR-vrijstelling wordt toegepast op de going-concernwaarde. Als de liquidatiewaarde hoger is, dan is het verschil tussen de liquidatiewaarde en de going-concernwaarde vrijgesteld. Dat geldt bijvoorbeeld voor kapitaalintensieve bedrijven met een relatief laag rendement. De going-concernwaarde is 100% vrijgesteld tot een bedrag van € 1.060.298, daarboven geldt een vrijstelling van 83%.

Betalingsregeling

Is de going-concernwaarde hoger dan de vrijstelling, dan kan de verkrijger kiezen voor tien jaar rentedragend uitstel van betaling van de schenkbelasting over de belaste waarde.

Bezitseis en voortzettingseis

De schenker moet de onderneming op het moment van de schenking ten minste vijf jaar zelf hebben gedreven en de voortzetter moet de onderneming minstens vijf jaar voortzetten. Bij schenking van aandelen moeten deze vijf jaar tot het aanmerkelijk belang van de schenker hebben behoord. Voldoet de voortzetter niet aan de voortzettingseis, dan moet hij alsnog schenkbelasting betalen over de verkregen onderneming.

Ondernemingsvermogen

De vrijstelling voor de schenk- en erfbelasting geldt voor het ondernemingsvermogen. Bij een persoonlijke onderneming is dat het vermogen van de onderneming, zoals dat op de balans staat. Duurzaam beleggingsvermogen telt hierbij niet mee, want dat hoort niet thuis op de ondernemingsbalans. Bij bv’s is de faciliteit beperkt tot het ‘echte’ ondernemingsvermogen in de bv plus beleggingsvermogen voor een waarde van 5% van het ondernemingsvermogen. De schenker of erflater moet bovendien een aanmerkelijk belang (ten minste 5% van het geplaatste aandelenkapitaal) in de bv hebben. Aandelen in een beleggings-bv tellen niet mee.

Bij een holdingstructuur kan het ondernemingsvermogen geconsolideerd worden beoordeeld. Dat houdt in dat het ondernemingsvermogen van de werk-bv aan de holding kan worden toegerekend, waardoor de vrijstelling toch van toepassing is bij schenking van de aandelen van de holding. De uiteindelijk aandeelhouder moet dan wel een indirect aanmerkelijk belang (ten minste 5%) in de werk-bv hebben. Uiteraard moet de werk-bv een actieve onderneming drijven.

Vastgoed-bv’s

In het kader van de eis van de bedrijfsopvolgingsregeling – het moet gaan om ondernemingsvermogen – heeft de Hoge Raad in april 2016 een interessante uitspraak gedaan.

Het verhuren van panden aan derden wordt door de Belastingdienst niet aangemerkt als het drijven van een onderneming. Een beroep op de bedrijfsopvolgingsregeling wordt bij vastgoed-bv’s niet gehonoreerd. Inmiddels heeft de Hoge Raad bepaald dat een vastgoed-bv wel degelijk een onderneming kan drijven. In deze specifieke zaak ging het om de verhuur van 350 winkelpanden en achtte de Hoge Raad dat al de werkzaamheden die de bv zelf uitvoerde, als ondernemingsactiviteiten konden worden aangemerkt. Daarnaast werd een rendement gerealiseerd dat bij normaal vermogensbeheer niet kon worden behaald. Deze twee elementen zorgden ervoor dat in het kader van de bedrijfsopvolgingsregeling de panden aangemerkt werden als ondernemingsvermogen.

Tip: De rechtspraak heeft zich recent voor vastgoed-bv’s zeer positief ontwikkeld. Wellicht kan deze uitspraak van de Hoge Raad ook worden gebruikt bij wat kleinere familievastgoed-bv’s. Laat u hieromtrent goed adviseren.

Terbeschikkingstellingsregeling (TBS)

Ook op het terbeschikkinggestelde vermogen kan de vrijstelling van de bedrijfsopvolgingsregeling van toepassing zijn. Verhuurt u bijvoorbeeld als directeur-grootaandeelhouder een pand aan uw bv en schenkt u het pand en de aandelen aan uw opvolger, dan is op het pand en de aandelen deze vrijstelling van toepassing.

Let op! Denk bij schenking van uw bedrijf ook aan de mogelijke erfrechtelijke gevolgen. Door een schenking van uw bedrijf kunnen uw kinderen die het bedrijf niet voortzetten, worden benadeeld in hun legitieme portie. Ga daarom ook na of er erfrechtelijke gevolgen zijn verbonden aan de bedrijfsopvolging en pas eventueel uw testament hierop aan.

Tot slot

Start tijdig met de fiscale voorbereiding van de bedrijfsoverdracht. Reken zeker op een voorbereidingsperiode van zo’n vijf jaar. Zo zult u tijdig moeten nadenken over de juiste ondernemingsstructuur, omdat u hiermee belastingclaims kunt voorkomen of beperken. De fiscale regelingen waarop u bij bedrijfsoverdracht een beroep kunt doen, zijn complex en bevatten veel voorwaarden. Bij een bedrijfsoverdracht in de familiesfeer kan de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet een fors fiscaal voordeel opleveren. De regeling kan veel vaker worden toegepast dan veel ondernemers denken. Vrijwel altijd vergt een bedrijfsoverdracht ook uitwerking in de samenwerkingsovereenkomst (bij samenwerkende ondernemers), de aandeelhoudersovereenkomst, statuten (bij een bv) en het testament. Neem voor het overwegen van de beste opties contact met ons op.