De Rechtbank Midden-Nederland oordeelde op 26 september 2016 dat vrouwen die tussen 1 augustus 2004 en 4 juni 2008 als zelfstandig ondernemer zwanger waren, alsnog recht hebben op een zwangerschapsuitkering. Volgens de rechter schond uitkeringsinstantie UWV destijds het VN-Vrouwenverdrag door zwangere zelfstandigen geen zwangerschapsuitkering te geven.
Op 1 augustus 2004 verviel voor deze groep het recht op een zwangerschapsuitkering. Het kabinet besloot die uitkering voor zwangere zelfstandigen per 4 juni 2008 toch weer in te voeren. Een vrouw die in de tussenliggende tijd geen zwangerschapsuitkering kreeg, stapte naar de rechter omdat ze vindt dat ze daar alsnog recht op heeft.
Nadat haar eis in eerdere procedures was afgewezen, gaf de rechtbank Midden-Nederland de vrouw nu gelijk. Het VN-comité oordeelde eerder op basis van het VN-Vrouwenverdrag dat de vrouwen recht hadden op een uitkering.
Geen regeling
De rechtbank heeft in haar beoordeling meegenomen dat de wetgever een voor vrouwelijke zelfstandigen gunstige voorziening heeft afgeschaft en na vier jaar ter bescherming van moeder en kind weer heeft ingevoerd. De wetgever kwam daarmee terug op zijn eerdere wetswijziging, zonder een regeling te treffen voor de vrouwelijke zelfstandigen die door zwangerschap en bevalling niet hebben kunnen werken tussen 1 augustus 2004 en 4 juni 2008.
Het ministerie van Sociale Zaken gaat zich op de uitspraak beraden. Het is niet uitgesloten dat het ministerie zich op grond van deze uitspraak verplicht voelt om de vrouwen die in genoemde periode zwanger waren alsnog tegemoet te komen.
Meer informatie
Was u tussen 1 augustus 2004 en 4 juni 2008 in verwachting en werkte u als zelfstandige? Laat uw adviseur dan onderzoeken of u met terugwerkende kracht alsnog aanspraak kunt maken op een uitkering of schadevergoeding.
(Bron: Abab)