DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, omzetbelasting

De Belastingdienst kan eerder teruggegeven btw niet naheffen als de teruggave er niet toe heeft geleid dat er te weinig belasting is betaald. Dat uitgangspunt is ook van toepassing als de teruggave ambtshalve is verleend, zo blijkt uit een recente uitspraak van de Hoge Raad.

De casus

X is dirigent. In 2013 dient X naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank bezwaarschriften omzetbelasting in over de jaren 2008 tot en met 2011. De rechtbank oordeelde in die uitspraak dat het verlaagde btw-tarief ook van toepassing is op repetities als deze nauw samenhangen met uitvoeringen. De bezwaarschriften worden vervolgens niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze te laat zijn ingediend. X staat dan met lege handen.
X geeft echter niet op en dient toch suppleties omzetbelasting in. Naar aanleiding van deze suppleties worden in 2013 ambtshalve teruggaven aan X verleend. De inspecteur stelt in 2013 echter ook een boekenonderzoek in en legt btw-naheffingsaanslagen op ter zake van de eerder teruggegeven btw, omdat de teruggaven verleend zouden zijn in strijd met het beleid van de Belastingdienst. De bezwaarschriften waren immers eerder al niet-ontvankelijk verklaard. De inspecteur stelt daarbij dat aan de uitspraak van de rechtbank geen terugwerkende kracht mag worden ontleend. Uiteindelijk komt de vraag op of naheffing mogelijk is bij eerder, volgens intern beleid van de Belastingdienst, onterecht teruggegeven btw.

Uitspraak Hoge Raad

De Hoge Raad heeft een uitspraak gedaan in deze zaak waaruit volgt dat naheffing door de Belastingdienst niet mogelijk is wanneer de (ambtshalve) teruggaaf niet ertoe heeft geleid dat te weinig btw is betaald. Ook niet als een inspecteur de teruggave heeft verleend in strijd met intern beleid van Belastingdienst.

(Bron: Van Oers)

De invoering van de nieuwe kleineondernemersregeling (KOR) kan ook gevolgen hebben voor particulieren die BTW op hun zonnepanelen proberen terug te krijgen. Zij zouden mogelijk de BTW die ze eerder hebben teruggekregen moeten herzien, ofwel terugbetalen. Maar volgens het kabinet ontsnappen ‘vrijwel alle’ zonnepaneelhouders daaraan.

Nu is de KOR nog gekoppeld aan het bedrag aan BTW dat een ondernemer in een jaar afdraagt. Maar vanaf 2020 verandert dat. Voor de KOR ‘nieuwe stijl’ geldt een grens van € 20.000 aan in Nederland belaste omzet. Ondernemers die onder dat grensbedrag blijven kunnen ervoor kiezen om de regeling te gebruiken.

Vrijstelling van BTW-administratie

De KOR scheelt ondernemers nogal in het papierwerk voor de BTW. Onder voorwaarden hoeven zij namelijk geen BTW-administratie bij te houden en hoeven ze ook geen BTW-aangifte meer te doen. De regeling is dus een uitkomst voor particulieren die zonnepanelen aanschaffen en de BTW daarop willen terugvragen. Zij melden zich wel aan als ondernemer, maar zitten in de regel niet te wachten op alle administratieve verplichtingen die horen bij het BTW-ondernemerschap.

Van BTW-belast naar BTW-vrijgesteld

Onder de huidige KOR zijn deze ondernemers nog ‘BTW-belast’, maar als zij de nieuwe regeling gaan gebruiken zijn zij ‘BTW-vrijgesteld’. Dat wil zeggen dat zij BTW op aangeschafte spullen niet in aftrek mogen brengen. Dit zou betekenen dat ondernemers die vóór 2020 de BTW op hun zonnepanelen hebben teruggevraagd nu tegen een ‘herziening’ aanlopen.
Om dat te voorkomen is er een herzieningsdrempel van € 500 per jaar, benadrukt staatssecretaris Snel van Financiën. In de memorie van antwoord bij het Belastingplan 2020 die hij naar de Eerste Kamer heeft gestuurd rekent hij voor dat hierdoor investeringen tot € 11.904 exclusief BTW per jaar buiten de herziening vallen. Volgens de staatssecretaris komt het erop neer dat ‘vrijwel alle’ particuliere zonnepaneelhouders onder die grens blijven. Wel moeten zij er rekening mee houden dat de keuze voor de nieuwe KOR geldt voor drie jaar. De BTW op eventuele nieuwe investeringen in zonnepanelen kunnen zij in die periode dus niet in aftrek brengen.

Straks ook nog BTW terugvragen op zonnepanelen

Los van de herziening blijven de mogelijkheden onder de nieuwe KOR hetzelfde voor zonnepaneelhouders, schrijft Snel. Als zij kiezen voor deelname aan de KOR in het jaar ná de aanschaf van de zonnepanelen, hoeven zij maar één keer BTW-aangifte te doen. In die aangifte kunnen zij de BTW op de aanschafkosten terugvragen. Daar gaat de BTW op de opgewekte stroom (volgens een forfait) vanaf. De Belastingdienst heeft hiervoor een speciaal aanmeldformulier en ook meer uitleg op zijn website staan.

(Bron: Rendement)

Rechtbank Den Haag is het met de inspecteur eens dat X bv geen recht heeft op aftrek van de voorbelasting. De leveranciers hebben allen afzonderlijk namelijk verklaard dat zij nooit leveringen aan X bv hebben verricht.

Belanghebbende, X bv, is een fiscale eenheid voor de btw, bestaande uit A bv en B bv. De aandelen zijn in handen van Q. Naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek wordt A bv veroordeeld voor witwassen en B bv voor het valselijk opmaken van facturen dan wel voorhanden hebben van valse of vervalste facturen. Q wordt veroordeeld voor het leiding geven aan witwassen en valsheid in geschrifte. De inspecteur legt OB-naheffingsaanslagen op aan X bv. Volgens de inspecteur heeft X bv namelijk geen recht op aftrek van de op de facturen vermelde btw omdat de facturen valselijk zijn opgemaakt en er geen prestaties aan deze facturen ten grondslag liggen.

Rechtbank Den Haag is het met de inspecteur eens dat X bv geen recht heeft op aftrek van de voorbelasting. De rechtbank overweegt daarbij dat de leveranciers allen afzonderlijk hebben verklaard dat zij nooit leveringen aan X bv hebben verricht. Verder hebben zij ook verklaard dat zij de gefactureerde btw niet op aangifte hebben voldaan en blijkt dat de facturen zijn uitgereikt op instigatie van X bv. Nu X bv verder niets aanvoert om aan te tonen dat de leveringen daadwerkelijk hebben plaatsgevonden en dat de facturen juist zijn, kan zij de btw niet in aftrek brengen. Dat zij de facturen heeft betaald, is daarvoor onvoldoende.

(Bron: Taxlive)

Hebt u in 2018 btw betaald in een ander EU-land? Vraag het uiterlijk 30 september 2019 terug bij de Belastingdienst. Wij leggen uit hoe dat werkt en aan welke voorwaarden u moet voldoen.

Als uw onderneming in 2018 facturen uit een ander EU-land betaald heeft inclusief btw, kunt u deze btw in veel gevallen terugvragen bij de Nederlandse Belastingdienst. Daarvoor moet u aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo mag uw onderneming niet gevestigd zijn in het betreffende land. Maar het belangrijkste is dat u uiterlijk 30 september 2019 actie onderneemt. Voor het terugvragen van btw uit het Verenigd Koninkrijk is extra haast geboden vanwege de naderende Brexit.

Voorwaarden

Hieronder leggen we uit hoe u buitenlandse btw kunt terugvragen. Maar voor u daarmee aan de slag gaat, is het verstandig om na te gaan of u aan de voorwaarden voldoet. Daarom zetten we de belangrijkste voor u op een rij:

  • Het verzoek voor btw-teruggave uit andere EU-landen moet uiterlijk 30 september 2019 binnen zijn. De meeste landen houden strikt vast aan deze termijn. Bent u te laat, dan is de kans groot dat u niks terugkrijgt. Laat het dus niet op het laatste moment aankomen.
  • Uw onderneming mag niet gevestigd zijn in het land waar u de goederen of diensten gekocht hebt. Ook mag uw onderneming daar geen btw verschuldigd zijn. Is dat wel het geval, dan moet u btw-aangifte doen in het betreffende land. Daarbij kunt u de btw als voorbelasting aftrekken.
  • De inkoopfacturen moeten juist zijn en voldoen aan de btw-factuurvereisten van het betreffende land. Let op: deze vereisten kunnen afwijken van de Nederlandse situatie.
  • De betaalde btw moet in het betreffende land aftrekbaar zijn. Ook op dit punt kan de regelgeving afwijken van de Nederlandse situatie.
  • U moet de in het buitenland gekochte goederen of diensten gebruiken voor btw-belaste activiteiten van uw bedrijf.
  • De terug te vragen btw bedraagt minimaal € 50 voor het gehele jaar 2018. Bij een kortere periode van minimaal drie maanden moet het terug te vragen btw-bedrag minimaal € 400 zijn. U kunt proberen om een lager bedrag terug te vragen, maar het betreffende EU-land kan dan besluiten om het verzoek niet in behandeling te nemen.

Zo vraagt u buitenlandse btw terug

U kunt buitenlandse btw alleen terugvragen via de speciale website ‘Teruggaaf van btw uit andere EU-landen’ van de Belanstingdienst. Hiervoor heeft u wel inloggegevens nodig. Heef u deze nog niet, vraag dan inloggegevens aan via de site van de Belastingdienst. Doe dit zo snel mogelijk, want deze gegevens laten soms enkele weken op zich wachten. Natuurlijk kunnen wij het teruggaafverzoek ook voor u indienen. Ook dan hebben we wel inloggegevens van u nodig.

De Belastingdienst stuurt uw verzoek na ontvangst door naar de belastingdienst(en) van het land waar u de btw wilt terugvragen. Die buitenlandse belastingdienst verzorgt de verdere afhandeling.

Brexit vraagt om extra haast

De Brexit staat inmiddels gepland op 31 oktober 2019 en de huidige Britse regering is er alles aan gelegen om die datum ook te halen. Het is nog onzeker hoe de teruggaafprocedure in het Verenigid Koninkrijk er na de Brexit uit zal zien. Daarom raden we aan om Britse btw zo snel mogelijk terug te vragen. Dat geldt niet alleen voor de Britse btw uit 2018, maar ook voor de Britse btw die u in 2019 al heeft betaald.

(Bron: Flynth)

Als particulier heeft u recht op teruggaaf van de btw op de aankoop- en installatiekosten van uw zonnepanelen, wanneer u de opgewekte elektriciteit (deels) terug levert aan het energienet. De Rechtbank heeft nu geoordeeld dat de betaalde btw op de (bouw)kosten van een nieuwe woning met zonnepanelen, ook deels voor teruggaaf in aanmerking komt. Kopers van een nieuwbouwwoning met zonnepanelen kunnen mogelijk meer btw terugvragen dan eerder werd gedacht.

Hoe zat het ook alweer?

Het Hof van Justitie oordeelde op 20 juni 2013 dat het terug leveren van elektriciteit aan het elektriciteitsnet een ondernemersactiviteit is. Eigenaren van zonnepanelen kunnen daarom binnen vijf jaar na het kalenderjaar van de aankoop een verzoek om btw-teruggaaf indienen. Particuliere eigenaren van zonnepanelen hoeven in de meeste gevallen door toepassing van de kleineondernemersregeling geen btw betalen, nadat de investering in de zonnepanelen is gedaan. Als particulier word u daarom automatisch ontheven van uw administratieve verplichtingen voor de btw.

Btw op bouwkosten woning

Bij nieuwbouwprojecten komen er tegenwoordig bijna standaard zonnepanelen op het dak te liggen. Tot voor kort was het uitgangspunt dat kopers van een nieuwbouwwoning met zonnepanelen alleen de betaalde btw op de zonnepanelen terug mochten vragen. Twee verschillende rechtbanken hebben nu een uitspraak gedaan over de teruggaaf van btw op de bouwkosten van een woning met zonnepanelen. In beide zaken kreeg de particulier een deel van de betaalde btw op de bouwkosten van de woning terug. In de ene zaak ging het om niet-geïntegreerde zonnepanelen en in de andere zaak om geïntegreerde zonnepanelen. Dit onderscheid bepaalt hoeveel btw u (mogelijk) terug kan vragen.

Niet-geïntegreerde zonnepanelen (Rechtbank Gelderland, 18 maart 2019)

Dit zijn zonnepanelen die niet tegelijkertijd als dakbedekking dienen en dus op het dak liggen. De zonnepanelen zijn geen onderdeel van uw woning. Als u elektriciteit terug levert aan het energienet, dan mag u alle btw op de aankoop- en installatiekosten van deze zonnepanelen terugvragen. De btw die u verschuldigd bent, bepaalt u aan de hand van een forfait. Hiervoor hoeft u alleen het opwekvermogen van uw zonnepanelen te weten. De terug te vragen btw wordt verminderd met de verschuldigde btw. Het resultaat is uw definitieve teruggaaf.

De Rechtbank oordeelde in de procedure over deze zonnepanelen, dat een onlangs gebouwde woning door de installatie van de zonnepanelen deels een zakelijke functie had gekregen. Om de omvang van het zakelijk gebruik van de woning te bepalen, deelde de Rechtbank de oppervlakte van de zonnepanelen door de oppervlakte van de ‘nuttige ruimtes’ in de woning. Met de ‘nuttige ruimtes’ werd de totale vloeroppervlakte van de woning bedoeld, met daarbij opgeteld de oppervlakte van de zonnepanelen. Het zakelijk gebruik van de woning kwam daarmee uit op 21,5%. De betaalde btw voor de bouw van de woning moet daarom voor 21,5% aan de particulier worden terugbetaald. Deze teruggaaf komt bovenop de terug te geven btw, die betaald is voor de aankoop en installatie van de zonnepanelen.

Geïntegreerde zonnepanelen (Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29 maart 2019)

Dit zijn zonnepanelen die niet alleen energie opwekken, maar ook als dakbedekking dienen. Omdat deze zonnepanelen ook deel van uw dak en woning zijn, hebben de zonnepanelen niet alleen maar een economische (zakelijke) functie. U mag daarom slechts een deel van de betaalde btw over deze zonnepanelen terugvragen. De overheid heeft bepaald dat dit een derde deel van de btw is. Net als bij de niet-geïntegreerde zonnepanelen bepaalt u de verschuldigde btw door een forfait.

De Rechtbank ging er in deze procedure mee akkoord dat de oppervlakte van de geïntegreerde zonnepanelen werd gedeeld door de totale vloer- en dakoppervlakte van de woning. Het resultaat van deze breuk moet worden vermenigvuldigd met een derde deel. Door die berekening kwam het zakelijk gebruik van de woning op 3,8% uit. Dit percentage van de btw op de bouwkosten van de woning moet aan de particulier worden terugbetaald.

Procedure

De Belastingdienst kan tegen de uitspraken van de Rechtbank nog in hoger beroep gaan. Wij volgen de ontwikkelingen en zullen u hiervan op de hoogte houden.

(Bron: GT)

De fiscus berekent de correctie van de aftrekbare btw vanwege gemengd gebruik op basis van werkelijk gebruik of aan de hand van omzetverhoudingen, maar niet allebei. Van Rechtbank Zeeland-West-Brabant hoeft dit ook niet.

Als een btw-ondernemer btw-belaste goederen of diensten afneemt voor prestaties die deels ook btw-belast zijn en deels btw-vrijgesteld, kan hij niet alle voorbelasting aftrekken. Hij zal een correctie voor het gemengd gebruik moeten toepassen. In beginsel vindt daarbij de zogeheten pro rata-verhouding toepassing. Dat betekent dat de Belastingdienst een verdeelsleutel hanteert op basis van de omzetverhoudingen tussen de prestaties waarvoor de afgenomen goederen en diensten zijn gebruikt. Als aannemelijk is dat de pro-rata methode niet overeenkomt met het werkelijke gebruik, moet men het werkelijke gebruik als verdeelsleutel nemen. Op basis van het Unierecht had Nederland ook een combinatie van beide verdeelsleutels mogen hanteren. Maar dit betreft een mogelijkheid, geen verplichting, zo stelt de rechtbank vast. Nederland heeft geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. De Belastingdienst staat daarom het gebruik van een van deze methoden toe, maar geen combinatie van beiden.

Geen schending Europees recht

In de zaak voor de rechtbank wilde een fiscale eenheid voor de btw (FE) de voorbelasting op de kosten voor een digitaal platform berekenen aan de hand van het werkelijk gebruik. Voor de berekening van de aftrekbare btw op de overige algemene kosten wilde zij de pro rata-methode hanteren. De Belastingdienst had dit terecht geweigerd. De inspecteur berekent de aftrekbare voorbelasting op de algemene kosten door uitsluitend de pro rata-methode toe te passen. Dit vormt geen schending van Europees recht.

(Bron: Taxence)

Wanneer u als ondernemer btw in rekening brengt voor uw producten en of diensten, kunt u de btw op zakelijke facturen aftrekken als voorbelasting. Deze factuur moet volgens de wet echter wel aan verschillende eisen voldoen. Voldoet een inkoopfactuur niet aan deze eisen? Dan loopt u het risico dat de Belastingdienst uw aftrek weigert. Controleer daarom altijd of de facturen van uw leveranciers aan de eisen voldoen.

Factuureisen

Op een factuur zijn onder meer de volgende vermeldingen verplicht:

  • naw-gegevens van de leverancier/dienstverlener én afnemer (een postbusadres alleen is niet voldoende, het volledige vestigingsadres moet vermeld worden)
  • btw-identificatienummer van de leverancier
  • kvk-nummer van de leverancier
  • factuurdatum en prestatiedatum (als deze afwijkt van de factuurdatum)
  • opeenvolgende nummering
  • hoeveelheid en aard geleverde goederen of diensten
  • prijs exclusief btw per btw-tarief, het btw-tarief en het bedrag aan btw

Let op!
Voor een aantal bijzondere regelingen gelden aanvullende bepalingen. Bijvoorbeeld als er sprake is van een vrijstelling, intracommunautaire levering, export, een verleggingsregeling, een nieuw vervoermiddel, de reisbureauregeling, de margeregeling of selfbilling (de afnemer reikt dan de factuur uit). Neem voor meer informatie over deze regelingen contact met ons op.

Vereenvoudigde factuur

Bij kleine factuurbedragen van maximaal € 100 inclusief btw is het mogelijk een vereenvoudigde factuur uit te reiken of te ontvangen. Deze factuur hoeft aan minder eisen te voldoen om toch in de btw-administratie te worden opgenomen. Op deze factuur moeten in ieder geval de naw-gegevens van de leverancier/dienstverlener, een omschrijving van de geleverde goederen of diensten en het bedrag worden vermeld. Een vereenvoudigde factuur is niet toegestaan bij leveringen of diensten vanuit of naar het buitenland.

Factuur met bijlagen

Wellicht krijgt u weleens facturen met aanvullende bijlagen. Deze bijlagen horen bij de factuur en moeten worden meegenomen in de beoordeling of u recht hebt op de aftrek van btw. Op die bijlagen kan namelijk informatie staan die op de eigenlijke factuur ontbreekt, zoals een adres, periode, specificatie, etc. Zorg dus dat u ook de bijlagen (zoals pakbonnen, bestelbonnen, offertes) bij een factuur bewaart.

Geen aftrek btw

Bij een factuur met lichte gebreken kan de Belastingdienst niet zonder meer de aftrek btw weigeren. Bevat de factuur echter meerdere gebreken dan is de kans groter dat de Belastingdienst uw aftrek btw kan weigeren. Loop daarom geen risico en vraag uw leverancier om een factuur die voldoet aan de eisen, zodat uw btw-aftrek geen gevaar loopt.

Let op!
Ook voor de leverancier is het van belang dat aan de factuureisen wordt voldaan, omdat de leverancier een boete kan krijgen als een onjuiste factuur is uitgereikt.

Heeft u al vragen over de factuurvereisten?

(Bron: DRV)

De kleineondernemersregeling in de btw wordt in 2020 herzien. De huidige regeling gaat uit van een per saldo af te dragen bedrag aan btw, de nieuwe regeling hanteert een omzetgrens.

Let op! De plannen moeten nog door het parlement worden goedgekeurd.

Kleine ondernemersregeling

De huidige kleineondernemersregeling (KOR) in de btw betekent dat ondernemers die per saldo € 1.883 of minder btw per jaar hoeven af te dragen, een korting krijgen op het af te dragen bedrag. Wie in een jaar niet meer dan € 1.345 aan btw hoeft af te dragen, hoeft zelfs niets te betalen.

Ontheffing administratieve verplichtingen

De ondernemers die per saldo geen belasting hoeven te betalen, kunnen op verzoek ook ontheven worden van de administratieve verplichtingen voor de btw. Ze mogen in dat geval ook geen btw op de facturen vermelden en kunnen door hen betaalde btw niet in aftrek brengen.

Omzetgrens

De nieuwe regeling gaat uit van een omzetgrens van € 20.000. Ondernemers die minder omzet hebben dan € 20.000, kunnen ervoor kiezen geen btw in rekening te brengen. De regeling is dus niet verplicht.

Ook voor bv’s

De nieuwe KOR gaat ook gelden voor rechtspersonen, zoals bv’s. Die kunnen momenteel niet van de regeling gebruik maken.

Overschrijding grens in het jaar

Ondernemers die in de loop van het jaar de omzetgrens van € 20.000 overschrijden, zijn vanaf dat moment gewoon btw-plichtig, inclusief alle bijbehorende fiscale en administratieve verplichtingen.

Keuze melden

Ondernemers die in 2020 de nieuwe KOR willen toepassen, dienen dit te melden bij de belastinginspecteur. Dit kan vanaf 1 juni 2019. De melding moet uiterlijk 20 november 2019 binnen zijn, anders gaat de nieuwe KOR pas in op 1 april 2020.

Let op! Een eenmaal gemaakte keuze voor de KOR kan slechts éénmaal per drie jaren worden herzien.

(Bron: HLB)

Het lage btw-tarief wordt per 2019 verhoogd van 6% naar 9%. De verhoging geldt voor alle goederen en diensten waarop nu (nog) het 6%-tarief van toepassing is.

Verhoging btw

Door de btw-verhoging gaat u dus meer betalen voor onder meer:

  • Goederen: voedingsmiddelen, dranken (exclusief alcoholische dranken), water, geneesmiddelen, boeken, tijdschriften, bloemen planten.
  • Diensten: sportactiviteiten, fietsenmaker, kapper, schilderen en stukadoren, personenvervoer, hotelovernachtingen, toegang tot dierentuinen, musea, pretparken, bioscopen en schoonmaakdiensten.

Aanpassen administratie voor verhoging btw

Voor ondernemers is het van belang om administratieve systemen (boekhoudprogramma’s, factureringsprogramma’s) tijdig aan te passen zodat zij het nieuwe btw-tarief van 9% correct kunnen toepassen en afdragen. Een aantal prestaties verdient hierbij bijzondere aandacht:

  • De staatssecretaris wil ondernemers niet met extra administratieve lasten belasten bij de verhoging van het btw-tarief. De Belastingdienst zal daarom niet naheffen op in 2018 betaalde prestaties, die pas in 2019 worden verricht. Voorbeelden hiervan zijn concerten en sportevenementen, die dit jaar al zijn betaald, maar pas in 2019 plaatsvinden. Dit geldt voor alle goederen en diensten waarop het verlaagde tarief van toepassing is.
  • Bij een doorlopende prestatie, zoals bijvoorbeeld abonnementen op tijdschriften die voor langere periodes vooruit worden gefactureerd, moet over de periode na 1 januari 2019 3% extra btw worden bijbetaald. Deze verhoging mag worden doorberekend zonder aanpassing van de bestaande overeenkomst.
  • Bij het opstellen van offertes voor de uitvoering van prestaties over 2019 kan nu al rekening gehouden worden met het btw-tarief van 9%.
  • Ondernemers die geen recht op btw-aftrek hebben (van btw vrijgestelde handelingen) kunnen geplande investeringen nog in 2018 doen.
  • Uit de uitgereikte facturen moet duidelijk blijken wanneer de prestatie is verricht.

(Bron: ABAB)

De Belastingdienst heeft geen wettelijke basis om het burgerservicenummer te gebruiken in het btw-identificatienummer van zelfstandigen met een eenmanszaak. De Belastingdienst moet de geconstateerde overtredingen zo snel mogelijk beëindigen. Gebeurt dat niet, dan kan de Autoriteit Persoonsgegevens handhavende maatregelen treffen.

Het btw-nummer moet verplicht op de website van ondernemers en op facturen worden vermeld, waardoor iedereen het burgerservicenummer kan zien van een zelfstandige.

Dat kan mogelijk zorgen voor problemen, want met een bsn, naam, woonadres en telefoonnummer kunnen criminelen makkelijk identiteitsfraude plegen.

Meer informatie: Autoriteit Persoonsgegevens 6 juli 2018