DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor het MKB(BV), subsidies, diversen

Ondanks dat vanaf 28 april 2021 de nodige versoepelingen met betrekking tot de Lock down op stapel staan, is het zeker niet zo dat ondernemend Nederland vanaf dat moment geen ondersteuning meer nodig heeft. Op 6 mei 2021 start daarom voor de vijfde keer een tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW 5) waarmee deze keer een gedeeltelijke compensatie van de loonkosten is aan te vragen over de periode 1 april 2021 en 30 juni 2021.  Je kunt NOW 5 aanvragen als, in een periode van drie aaneengesloten maanden tussen 1 april 2021 en 31 augustus 2021, het gemiddelde omzetverlies ten minste 20% bedraagt ten opzichte van de gemiddelde omzet over 3 maanden in 2019. Over welke periode met omzetverlies jij exact NOW 5 kunt ontvangen is afhankelijk van de vraag of je voor de vierde periode ook al NOW (NOW 4) hebt aangevraagd.    Heb je ook NOW 4 aangevraagd, dan moet de omzetverlies periode voor de NOW 5 op die periode aansluiten. Heb je geen NOW 4 aangevraagd, dan kun je kiezen of je de periode met omzetverlies laat starten op 1 april 2021, 1 mei 2021 of 1 juni 2021. Deze periode kun je later niet meer wijzigen. De aanvraag voor NOW 5 kan bij het UWV worden ingediend tot en met 30 juni 2021.  

Welke voorwaarden gelden deze keer?

De voorwaarden zijn ten opzichte van NOW 4 verder niet gewijzigd:  

  • Over de periode van drie aaneengesloten maanden moet er een gemiddeld omzetverlies van minimaal 20% zijn ten opzichte van de gemiddelde omzet over 3 maanden in 2019. Voor ondernemingen die gestart zijn tussen 1 januari 2019 en 2 februari 2020 geldt een andere berekening.
  • De tegemoetkoming is maximaal 85% van de loonkosten. Hierbij wordt uitgegaan van de loonsom over de maand juni 2020. Als voorschot wordt maximaal 80% uitgekeerd over een loonsom per werknemer van maximaal € 9.718 per maand. De totale loonsom wordt vervolgens verhoogd met 40% ter compensatie van werkgeverslasten en vakantiegeld.
  • De loonsom over de maanden april 2021 tot en met juni 2021 mag met maximaal 10% dalen ten opzichte van de loonsom over juni 2020, zonder dat dit  gevolgen heeft voor de definitieve tegemoetkoming.

Welke verplichtingen gelden deze keer?

Ook de verplichtingen zijn ten opzichte van NOW 4 niet gewijzigd:  

  • Je bent verplicht de subsidie alleen te gebruiken voor het doel waarvoor deze is verstrekt, dus de subsidie moet in ieder geval worden gebruikt voor de betaling van loonkosten.
  • Informeer je OR of personeelsvertegenwoordiging. Heb je die niet, dan informeer je de werknemers zelf over de subsidieverlening.
  • Stimuleer je medewerkers om zich bij te scholen of om te scholen om beter voorbereid te zijn op de economische situatie. Hiervoor moet je als werkgever ook een verklaring afleggen bij de aanvraag.
  • Als je een werknemer toch moet ontslaan of zijn contract loopt af tijdens de NOW 5, dan heb je een inspanningsverplichting om deze werknemer te begeleiden naar ander werk.
  • Als je bij het UWV toch een ontslagaanvraag in verband met bedrijfseconomische redenen doet, moet je dit melden via UWV Telefoon NOW (088-8982004).
  • Je bent verplicht een controleerbare administratie te voeren die je, tot 5 jaar na de datum van definitieve vaststelling van de subsidie door het UWV, moet bewaren.
  • De loonaangifte moet steeds op tijd worden ingediend. Daarnaast moet je het UWV informeren als er iets gebeurt wat gevolgen heeft voor de tegemoetkoming (bijvoorbeeld stoppen met het bedrijf).

(Bron: Alfa)

Op 21 januari 2021 heeft het kabinet aangekondigd dat het steunpakket voor het opvangen van de gevolgen van de coronacrisis opnieuw wordt uitgebreid, dit keer met € 7,6 miljard. Hierdoor worden de totale ‘corona-uitgaven’ voor 2020 en 2021 inmiddels geraamd op € 61,3 miljard. Dat is hoger dan de jaarbegroting van de Ministeries van Justitie en Veiligheid, Defensie, Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken, Infrastructuur en Waterstaat en Financiën bij elkaar opgeteld.

De belangrijkste wijzigingen zijn:

NOW-regeling

  • De maximale subsidie op de loonkosten gaat in het eerste en tweede kwartaal van 2021 omhoog van 60-80% naar 85%;
  • De maximale loonsom die voor subsidie in aanmerking komt wordt in het tweede kwartaal van 2021 niet verlaagd naar 1x het maximummaandloon maar blijft staan op 2x het maximummaandloon;
  • Het minimale omzetverlies wordt in het tweede kwartaal van 2021 niet verhoogd naar 30% maar blijft staan op 20%;
  • De loonsomvrijstelling (het percentage waarmee de loonsom mag dalen zonder gevolgen voor de NOW-subsidie) wordt in het tweede kwartaal van 2021 niet verhoogd naar 20% maar blijft staan op 10%.

TVL-regeling

  • Het vergoedingspercentage voor de vaste lasten wordt voor zowel het eerste als tweede kwartaal van 2021 verhoogd van 50-70% (afhankelijk van het omzetverlies) naar 85% (ongeacht het omzetverlies);
  • Het minimale omzetverlies blijft voor zowel het eerste als tweede kwartaal van 2021 op 30% staan en wordt niet verhoogd naar 45%;
  • De eis van maximaal 250 werknemers wordt voor zowel het eerste als tweede kwartaal van 2021 losgelaten. Hiermee komen ook grotere bedrijven in aanmerking voor de TVL-regeling;
  • Het maximale subsidiebedrag gaat voor het eerste en tweede kwartaal van 2021 omhoog van € 90.000 naar € 330.000 voor MKB-bedrijven en € 400.000 voor niet-MKB bedrijven (meer dan 250 werknemers);
  • Het minimale subsidiebedrag gaat omhoog van € 750 naar € 1.500;
  • Er komt nader onderzoek of de drempel van € 3.000 aan vaste lasten kan worden verlaagd, zonder dat dit op negatieve wijze doorwerkt in andere elementen van de TVL-regeling;
  • De aanvullende voorraadsubsidie voor de detailhandel uit het vierde kwartaal van 2020 wordt voortgezet in het eerste kwartaal van 2021 en wordt verhoogd van 5,6% naar 21% (opslag op het vastelastenpercentage). De maximale voorraadsubsidie bedraagt € 200.000. Dit valt buiten het hiervoor genoemde maximum (punt 4)

Voorbeelden
Deze wijzigingen leveren onderaan de streep het volgende op:

  • Een hotel met restaurant met een omzet van € 800.000 per kwartaal, een loonsom van € 154.850 per kwartaal, € 320.000 aan vaste lasten per kwartaal en een omzetverlies van 100% zal door de wijzigingen € 393.650 aan NOW- en TVL-subsidie ontvangen in het eerste kwartaal van 2021 (in plaats van € 348.850);
  • Een kledingzaak met een omzet van € 200.000 per kwartaal, een loonsom van € 25.000 per kwartaal, € 30.000 aan vaste lasten per kwartaal en een omzetverlies van 100% zal door de wijzigingen € 81.850 aan NOW- en TVL-subsidie ontvangen in het eerste kwartaal van 2021 (in plaats van € 46.050).

(Bron: BDO)

Op 9 december en 18 december heeft het kabinet laten weten een aantal steunmaatregelen te verlengen en uit te breiden. In dit bericht leest u de stand van zaken rondom de fiscale steunmaatregelen voor ondernemers.

Steunmaatregelen die worden verlengd

Bijzonder uitstel van betaling wordt verlengd tot: 1 april 2021

  • Heeft u nog niet eerder om het bijzonder uitstel van betaling van (standaard) drie maanden gevraagd, dan kunt u dat alsnog tot uiterlijk 1 april 2021 doen.
  • Heeft u wel al eerder om dat corona-uitstel gevraagd en is dat verleend, dan kunt u onder voorwaarden nog om verlenging van dat uitstel vragen tot 1 april 2021.
  • Heeft u al eerder in 2020 verlenging gekregen, dan geldt het uitstel automatisch tot 1 april 2021

Zodra het uitstel eindigt moet u direct voldoen aan uw nieuw opgekomen betalingsverplichtingen. Heeft u geen verlenging van het uitstel, dan geldt dat ook voor openstaande belastingschulden van vóór 12 maart 2020. Als u geen verlenging heeft dan gaan deze zogenaamde pre-coronaschulden ook niet mee in een betalingsregeling van 36 maanden die op 1 juli 2021 start. Een verzoek om verlenging kan dus zeker lonen. Denkt u er wel aan dat uw betalingsproblemen dan hoofdzakelijk moeten worden veroorzaakt door corona én u moet voldoen aan een aantal andere voorwaarden, waaronder een bonus- en dividendverbod.

Administratieve verplichtingen loonheffingen

Verlenging van het uitstel van een aantal administratieve verplichtingen rondom de loonheffingen tot 1 april 2021

Belastingheffing grenswerkers

Verlenging van het akkoord met Duitsland en België over de belastingheffing van grenswerkers tot 1 april 2021

Duitse netto-uitkeringen

Verlenging van de vrijstelling voor een aantal Duitse netto-uitkeringen tot 1 april 2021

Btw-nultarief mondkapjes

Verlenging van het btw-nultarief op mondkapjes tot 1 april 2021

Hypotheek betaalpauze

Verlenging van behoud van recht op hypotheekrenteaftrek bij een hypotheekbetaalpauze tot 1 april 2021.

Voortzetting vaste vergoeding woon-werkverkeer

Verlenging tot 1 februari 2021 van de mogelijkheid om de vaste reiskostenvergoedingen woon-werkverkeer zonder fiscale consequenties, ongewijzigd voort te zetten, zolang de werknemer daar op 12 maart 2020 een onvoorwaardelijke recht op had. In januari komt het kabinet nog terug op hoe het na 1 februari om wil gaan met de onbelaste vaste reiskostenvergoedingen.

Is het reispatroon van uw personeel het afgelopen jaar veranderd (men is meer gaan thuiswerken), dan is deze reiskostenvergoeding vanaf 1 januari 2021 mogelijk niet meer gericht vrijgesteld. Of dat daadwerkelijke het geval is, hangt af van de omstandigheden.

Vooralsnog lijkt het erop dat de verlenging niet geldt voor de vergelijkbare tegemoetkoming voor overige vaste vergoedingen.

Nieuwe maatregelen

Btw-nultarief vaccins en testkits COVID-19

Tijdelijke invoering van een btw-tarief van 0% op COVID-19-vaccins en –testkits tot 1 april 2021.

Vrijstelling van inkomsten- en vennootschapsbelasting TVL

Vrijstelling van inkomsten- en vennootschapsbelasting van de eenmalige opslag op de TVL, die de horeca in het 4e kwartaal 2020 ontvangt voor voorraad- en aanpassingskosten (de zogenaamde TONK-regeling).

Maatregelen die (vooralsnog) niet worden verlengd

Overige vaste vergoedingen

In 2020 bestaat de mogelijkheid om fiscaal vriendelijk vaste vergoedingen, waaronder vaste reiskostenvergoedingen woon-werkverkeer, zonder fiscale consequenties ongewijzigd voort te zetten, zolang de werknemer daar op 12 maart 2020 een onvoorwaardelijke recht op had. Voor de vaste reiskostenvergoeding wordt deze tegemoetkoming verlengd tot (minimaal) 1 februari 2021. Het lijkt erop dat die verlenging niet geldt voor de overige vaste vergoedingen.[DA1] 

Lager loon bij gebruikelijk loonregeling

Voor werknemers en hun partners die arbeid verrichten voor de vennootschap waarin (één van) beiden een aanmerkelijk belang houdt, geldt de zogenaamde gebruikelijk loonregeling. In verband met corona mag in 2020 een lager loon in aanmerking worden genomen gebaseerd op de omzetdaling over de eerste vier maanden van 2020 ten opzichte van de eerste vier maanden van 2019. Voor 2021 is vooralsnog niet voorzien in een verlenging van deze regeling.

Vrije ruimte werkkostenregeling

Voor 2020 is de vrije ruimte voor de werkkostenregeling met terugwerkende kracht verruimd van 1,7% naar 3% voor de eerste € 400.000 fiscale loonsom. In 2021 gaat dat percentage over de eerste € 400.000 terug naar 1,7%. Het percentage voor de loonsom boven de € 400.000 gaat per 1-1-2021 van 1,2% naar 1,18%.

Tegemoetkoming ondernemersfaciliteiten

Om in aanmerking te komen voor een aantal ondernemersfaciliteiten, waaronder de zelfstandigenaftrek, moet u voldoen aan het zogenaamde urencriterium van 1225 uur. Voor 2020, om precies te zijn de periode 1 maart tot 1 oktober 2020, gold een tegemoetkoming. Vooralsnog is deze tegemoetkoming niet verder doorgetrokken.

Verlaagde belastingrente [FP2] Wordt een aanslag door uw toedoen te laat vastgesteld of wordt in de aanslag afgeweken van de aangifte, dan wordt belastingrente in rekening gebracht. Die belastingrente was tijdelijk verlaagd tot 0,01%, maar is op 1 oktober 2020 weer verhoogd naar 4%. Dat percentage van 4% geldt tot 31 december 2021 ook voor de vennootschapsbelasting. De belastingrente voor de vennootschapsbelasting zal dus tot die tijd niet worden verhoogd naar de oorspronkelijke (minimaal) 8%.

Denkt u dat een voorlopige aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld, overweeg dan een verzoek om een nadere voorlopige aanslag. Door een dergelijk verzoek kan de belastingrente immers worden beperkt en (als dat verzoek tijdig is) zelfs nog worden voorkomen.

Zoals gebruikelijk moet een en ander nog opgenomen en verder uitgewerkt worden in het Besluit noodmaatregelen coronacrisis. In de komende periode zullen wij in ieder geval ook de op website opgenomen teksten ter zake van de genoemde onderwerpen updaten. Houdt u dus vooral onze website in de gaten.

Tot slot

Corona blijft ons in de greep houden. Natuurlijk kan dat er ook toe leiden dat fiscale steunmaatregelen (alsnog) verder worden verlengd. De tijd zal het leren. Maar vanzelfsprekend houden wij u op de hoogte.

(Bron: Flynth)

Er zijn steeds meer details duidelijk over de corona steunmaatregelen uit het 3e noodpakket voor ondernemers. Hier leest u meer over de NOW, TVL (tegemoetkoming vaste lasten), het uitstel van betaling van belastingen en financieringsmogelijkheden waar u mogelijk gebruik van kunt maken.

Voor werkgevers: 3e tijdvak NOW

Maandag, 16 november, gaat het loket open om het 3e tijdvak van de NOW aan te vragen (tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkbehoud). Als werkgever mag u voor elk tijdvak kiezen of u een aanvraag wil doen.

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

Medio november opent het loket om de TVL aan te vragen.

Uitstel van betaling van belastingen

Ook zijn de mogelijkheden voor het verkrijgen van uitstel van betaling van belastingen onlangs weer verruimd. U kunt nog tot 31 december uitstel en verlenging van eerder uitstel aanvragen. Vanaf 1 januari 2021 zal de belastingdienst afspraken met u gaan maken over de terugbetaling die vanaf 1 juli 2021 moet gaan starten.

Financieringsmogelijkheden

Wij hoeven u niet te vertellen hoe belangrijk het is dat u uw verwachte geldstroom inzichtelijk maakt. En dat u op tijd schakelt om externe financieringen aan te trekken. Het 3e steunpakket kent een langere termijn dan de eerdere pakketten, namelijk tot medio 2021, maar de steun wordt langzaam afgebouwd. Hoewel het tempo hiervan onbekend is, blijft het belangrijk dat u zich hier tijdig op voorbereidt. Ons financieringsteam kan u helpen de mogelijkheden in kaart te brengen en een kredietaanvraag voor te bereiden, dit kan uw kans op succes verhogen.

(Bron: Flynth)

De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) is verlengd (Tozo 3.0). Er is echter geen vermogenstoets ingebouwd, in tegenstelling tot eerdere berichtgeving. De aanvullende inkomensondersteuning voor levensonderhoud is verlengd tot eind maart 2021. Je inkomen wordt via de Tozo-regeling aangevuld tot het sociaal minimum en hoeft niet te worden terugbetaald.

Wat houdt de regeling ook alweer in?

De Tozo is een versoepelde versie van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz). Als je als zelfstandig ondernemer financiële problemen ondervindt door de gevolgen van het coronavirus, kun je bij de gemeente een aanvullende uitkering aanvragen voor levensonderhoud en/of bedrijfskapitaal. De uitkering voor levensonderhoud vult je inkomen dan aan tot het sociaal minimum. Daarnaast kun je een lening voor bedrijfskapitaal aanvragen, om liquiditeitsproblemen op te lossen. Het kabinet doet een beroep aan de zelfstandige ondernemers om slechts gebruik te maken van de regeling als dat nodig is en roept daarnaast op tot heroriëntatie op de toekomst van je ondernemingsactiviteiten.

Wanneer kun je een beroep doen op de Tozo?

Om in aanmerking te komen voor de ondersteuning, moet je aan een aantal voorwaarden voldoen:

  • Je bent zelfstandige, wat betekent dat je zelfstandig een beroep of bedrijf uitoefent. Je kwalificeert ook als zelfstandige als je onderdeel uitmaakt van een samenwerkingsverband of als je personeel in dienst hebt;
  • Je bent tussen 18 jaar en de AOW-gerechtigde leeftijd;
  • Je woont in Nederland en/of je bedrijf is gevestigd in Nederland
  • Je moet voldoen aan het urencriterium, wat neerkomt op 1.225 uur per jaar ofwel circa 24 uur per week; 
  • Je moet bedrijfsmatig actief zijn (geweest), waaronder ingeschreven zijn bij de KvK vóór 17 maart 2020 (toen de regeling is aangekondigd).

Partnertoets

De Tozo 3.0 bevat wél een partnertoets. Blijft door het inkomen van de partner het gezinsinkomen boven het sociaal minimum, dan krijgt een zelfstandige in de nieuwe regeling dus geen inkomensondersteuning meer. Er geldt echter nog steeds geen vermogenstoets, er wordt niet gekeken naar de levensvatbaarheid van het bedrijf. Ook onder de Tozo 3.0 regeling is dit dus niet het geval. Wel is aangekondigd dat de vermogenstoets vanaf 1 april 2021 alsnog gaat gelden (Bij de Tozo 4.0).

Kun je ook als dga een beroep doen op de regeling?

Ook als dga kun je een beroep doen op de regeling, als je voldoet aan het urencriterium, je volledige zeggenschap in jouw BV hebt en de financiële risico’s draagt. Tot slot dien je als dga naar waarheid te verklaren en aannemelijk te maken dat jouw BV nu geen salaris aan jou kan uitbetalen.

Wat zijn de voorwaarden voor een lening voor bedrijfskapitaal?

Heb je liquiditeitsproblemen in jouw onderneming als gevolg van het coronavirus? Dan kun je een lening van maximaal € 10.157 voor bedrijfskapitaal aanvragen bij de gemeente. Het rentepercentage voor de lening bedraagt 2% en de maximale looptijd is drie jaar. Tot 1 januari 2021 hoeft er niets op de lening te worden afgelost. Om in aanmerking te komen voor de lening, moet je wel naar waarheid verklaren en aannemelijk maken dat er sprake is van liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis.

Aanvragen Tozo 3.0

Ondernemers kunnen de Tozo 3.0 vanaf 1 oktober 2020 aanvragen bij hun woongemeente. Óók als je al Tozo 2.0 hebt gehad, moet je toch een (verkorte) aanvraag doen.

(Bron: Alfa)

Als ondernemer komt er veel op u af, zeker als de coronacrisis impact heeft op uw business. Het steunpakket van de overheid biedt veerkracht, maar we zien ook dat ondernemers soms door de bomen het bos niet meer zien. Herkenbaar voor u? Dan hebben we enkele tips.

Alle regelingen op een rij

Voor welke financiële regelingen komt u wel én niet in aanmerking? Welke gegevens en bewijsstukken moet u hiervoor aanleveren? En wanneer vindt de definitieve vaststelling of eindafrekening plaats? Op deze pagina van Rijksoverheid vindt u een overzicht van alle maatregelen. Tip: bekijk ook eens de regelingencheck van de KVK en de Coronacalculator van VNO-NCW/MKB Nederland.

Raadpleeg een expert

Van zoveel mogelijk regelingen gebruikmaken als mogelijk, is natuurlijk niet altijd verstandig. Veel regelingen zijn gebaseerd op verwachte omzetdaling. Als achteraf blijkt dat uw omzetdaling minder groot is dan verwacht, moet u tegemoetkoming terugbetalen. Ook bij uitstel van belastingbetaling komt er weer een moment dat u moet gaan betalen.

Het is daarom moeilijk om te bepalen van welke regelingen u het beste wel óf geen gebruik kan maken. U hebt immers geen glazen bol. Een adviseur van accon■avm kan u daarbij helpen. Hoewel zij ook niet in de toekomst kunnen kijken, kunnen zij wel uw cijfers interpreteren, uw liquiditeit bewaken en realistische prognoses maken. Ook helpen zij u met de aanvraag en afwikkeling van alle coronaregelingen.

(Bron: AcconAVM(

Het is sinds 7 oktober 2020 mogelijk om vaststelling van de NOW-1 subsidie aan te vragen. Daarnaast is de NOW-3 regeling gepubliceerd. Graag lichten we in dit perspectief toe waar u aan moet denken.

Vaststelling NOW-1 subsidie

Voor ondernemingen en organisaties is het mogelijk om een verzoek tot vaststelling van de NOW-1 subsidie in te dienen via de website van het UWV. Dat moet binnen 24 weken plaatsvinden of binnen 38 weken indien een accountantsverklaring is vereist. Bij het verzoek tot vaststelling van de subsidie moet de werkelijke omzetdaling over de meetperiode worden doorgegeven. Het UWV zal vervolgens controleren wat de loonsom over de subsidieperiode is geweest. Deze gegevens kunnen leiden tot extra subsidie of een terugbetalingsplicht. 

Ondernemingen en organisaties die een voorschot van in totaal € 100.000 of meer hebben ontvangen per concern, een subsidie van in totaal € 125.000 of meer hebben ontvangen per concern of de omzetdaling op het niveau van een zelfstandige werkmaatschappij hebben vastgesteld, moeten bij het verzoek tot vaststelling van de subsidie een accountantsverklaring overleggen. De accountant dient de omzetdaling te controleren en vast te stellen of aan bepaalde voorwaarden van de NOW-regeling is voldaan. Bij een voorschot van € 20.000 of meer, of een subsidie van € 25.000 of meer, is een derdenverklaring vereist van een boekhouder, belastingdeskundige, brancheorganisatie of accountant. De werkzaamheden voor een derdenverklaring zijn minder ingrijpend dan de werkzaamheden voor een accountantsverklaring.

(Bron: BDO)

Vanaf 7 oktober 2020 kunnen ondernemingen de subsidievaststelling aanvragen voor de NOW 1.0-regeling. Deze vaststelling is nodig om de laatste 20% van de subsidie te ontvangen. Bij die vaststelling zal een accountantsproduct horen. Dit kan een derdenverklaring, samenstelverklaring of assuranceverklaring zijn. Wij hebben gemerkt dat er de nodige onduidelijkheid bestaat over de vaststelling van de subsidie en welke rol daarbij is weggelegd voor de accountant. U accountant geeft antwoord op een aantal veelgestelde vragen.

Accountantsprotocol

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft het accountantsprotocol behorende bij de eerste tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW 1.0) openbaar gemaakt. Voor NOW 2.0 en NOW 3.0 zullen aparte protocollen worden uitgebracht. In dit artikel lichten wij toe wat het protocol betekent voor uw vaststelling van de NOW 1.0-subsidie.

Het ministerie van SZW heeft met het accountantsprotocol het doel om een efficiënte en effectieve uitvoering van de vaststelling te bevorderen. In de regeling is vastgelegd wanneer voor de subsidievaststelling een verklaring van een accountant (accountantsverklaring) vereist is.

Daarnaast geeft het protocol aan welke werkzaamheden in dat geval ten minste van de accountant worden verlangd, indien het voorschotbedrag minimaal € 100.000 of het vast te stellen subsidiebedrag minimaal € 125.000 bedraagt.

Om vast te stellen of op grond van de regeling een accountantsverklaring vereist is, dienen de verschillende aanvragen van de loonheffingennummers in de organisatie of in de groep bij elkaar opgeteld te worden. Bent u onderdeel van een groep, maar vraagt u op individueel niveau de regeling aan (artikel 6a van de regeling), dan is in alle gevallen een accountantsverklaring nodig.

Verschillende accountantsproducten

In het protocol wordt onderscheid gemaakt tussen drie verschillende accountantsproducten, namelijk:

  • Aan assurance verwante opdrachten, inclusief aanvullende werkzaamheden.
  • Assurance-opdrachten met beperkte mate van zekerheid, inclusief aanvullende werkzaamheden.
  • Assurance-opdrachten met een redelijke mate van zekerheid.

Maar hoe weet u welk accountantsproduct u dient te overleggen? Dit kunt u bepalen aan de hand van de volgende vragen:

1. Past u artikel 6a toe?

De NOW 1.0-regeling schrijft voor dat u de omzetdaling moet bepalen op het niveau van uw NOW-groep (Nederlandse entiteiten en buitenlandse entiteiten met Nederlands SV-loon). Wanneer de groep echter geen 20% omzetdaling realiseert maar een werkmaatschappij wel, mag onder voorwaarden de omzetdaling op het niveau van de werkmaatschappij worden aangevraagd. Het ministerie van SZW stelt dan wel de eis dat u de zwaarste accountantsverklaring dient te verkrijgen bij uw vaststelling, namelijk een accountantsverklaring met redelijke mate van zekerheid.

2. Voldoet u aan de criteria van controleplicht?

Bent u controleplichtig over (een gedeelte van) 2019 of 2020 op grond van het Burgerlijk Wetboek of op grond van een andere wettelijke verplichting? Als dit het geval is, dan voldoet u aan de criteria van controleplicht.

De controleplicht geldt niet per loonheffingennummer maar voor de rechtspersoon die de subsidie aanvraagt of de groep.

3. Wat is de omvang van uw subsidie?

Hierbij gaat het niet om het subsidiebedrag per loonheffingennummer, maar om het totale bedrag dat u aan subsidie heeft ontvangen in de organisatie of in de groep. Dit houdt in dat bij alle aanvragen tot vaststelling van de subsidie hetzelfde type accountantsproduct wordt verstrekt als sprake is van een groep met meerdere aanvragen

Welk product is voor u van toepassing?

Afhankelijk van uw situatie, kunt u in onderstaand overzicht bepalen wat voor uw situatie van toepassing is.

Type organisatieOrganisatie die niet voldoet aan criteria controleplichtOrganisatie die voldoet aan criteria controleplichtAanvraagniveau werkmaatschappij (artikel 6a van de regeling)
Subsidiebedrag   
< € 25.000Assurance-opdracht met redelijke mate van zekerheid
€ 25.000 <€ 125.000DerdenverklaringDerdenverklaring
€ 125.000 <€ 375.000Aan assurance verwante opdracht, inclusief aanvullende werkzaamhedenAssurance-opdracht met beperkte mate van zekerheid, inclusief aanvullende werkzaamheden
>= € 375.000Assurance-opdracht met beperkte mate van zekerheid, inclusief aanvullende werkzaamhedenAssurance-opdracht met redelijke mate van zekerheid 

Wat is het verschil tussen de producten?

De derdenverklaring is een mededeling van een financieel specialist. Dit hoeft geen accountant te zijn. De derde geeft ook geen zekerheid bij de vaststelling. Dit product is daarmee het minst diepgaand qua werkzaamheden.

De aan assurance verwante opdracht is te vergelijken met een samenstellingsverklaring. Er is echter een belangrijk verschil. Naast het samenstellen van de aanvraag tot vaststelling, zal de accountant op grond van het protocol ook aanvullende voorgeschreven werkzaamheden moeten verrichten. Het ministerie van SZW verlangt niet die mate van diepgang en omvang van werkzaamheden als zij bij een zogenaamde assurance-opdracht zou verwachten. Het levert wel aanzienlijk meer werk op dan bij de derdenverklaring.

De opdracht met beperkte mate van zekerheid en redelijke mate van zekerheid zijn beide assurance-opdrachten. Het protocol maakt qua omvang en diepgang van de werkzaamheden geen onderscheid tussen beide producten. Indien echter bevindingen worden geconstateerd, wegen die voor een assurance-opdracht met beperkte mate van zekerheid mogelijk op andere wijze mee in de subsidievaststelling dan wanneer een redelijke mate van zekerheid moet worden verkregen.

Hoe gebruikt de overheid het accountantsproduct bij de definitieve vaststelling?

De accountants wordt gevraagd om een proforma-berekening van de omzetdaling op basis van de regelgeving van SZW op te stellen indien fouten of onzekerheden zijn gevonden. Het UWV zal aan de hand hiervan de juiste hoogte van de subsidie bepalen. Wanneer de accountant echter de aanvraag tot vaststelling afkeurt of zich van een oordeel onthoudt op basis van de regelgeving van SZW, zal dit leiden tot nihilstelling van de subsidie. Dit geldt ook als bij de vaststelling helemaal geen verklaring wordt afgegeven, terwijl dit wel vereist is. Het kan zijn dat de bevinding van de accountant wordt veroorzaakt door zogenaamde inherente beperkingen. Dit zijn beperkingen die buiten de schuld van de onderneming om zijn ontstaan. In zo’n geval zal dit bij een verklaring met beperkte mate van zekerheid niet tot nihilstelling hoeven te leiden en beperkt het UWV zich bij een verklaring met redelijke mate van zekerheid tot een korting van 10%.

Procedure en termijnen 

De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt, vergezeld van een accountantsverklaring, ingediend binnen 38 weken na 6 oktober 2020. In het geval u kunt volstaan met een derdenverklaring, dan bedraagt de termijn 24 weken.

Welke werkzaamheden mag u verwachten van uw accountant? 

Ten aanzien van de werkzaamheden van de accountant wordt onderscheid gemaakt in de volgende onderdelen van de aanvraag tot vaststelling:

  • Gegevens over de netto-omzet van de referentieperiode, de netto-omzet van de meetperiode en de hierop gebaseerde omzetdaling. Indien sprake is van een groep, dienen alle onder de groep ressorterende aanvragen / loonheffingennummers deze gegevens op het niveau van de groep te bevatten, tenzij artikel 6a wordt toegepast.
  • De nettolonen die in de periode maart tot en met mei 2020 zijn betaald aan de werknemers.
  • Er is geen sprake van gefingeerde dienstverbanden in de periode maart tot en met mei 2020.
  • Indien sprake is van een vaststelling op grond van artikel 6a: het voldoen aan de voorwaarden van artikel 6a.
  • Andere informatie in de aanvraag tot vaststelling.

Netto-omzet

Netto-omzet wordt als volgt omschreven: netto-omzet zoals gedefinieerd in het Burgerlijk Wetboek gecorrigeerd voor de in de winst- en verliesrekening verantwoorde wijziging in onderhanden projecten en bepaald op basis van grondslagen en detailtoepassingen die consistent zijn met de grondslagen en detailtoepassingen zoals deze door u zijn gehanteerd in de laatste voor 1 maart 2020 vastgestelde jaarrekening. Hierbij is ook van belang om aan te geven dat onder netto-omzet baten, giften, overige ontvangsten en subsidies vallen. Ook de compensaties van andere regelingen dienen te worden meegerekend.

Wanneer u onderdeel uitmaakt van een groep, dan moet u voor het bepalen van de omzetdaling van de groep rekening houden met alle Nederlandse ondernemingen die onder de groep vallen. Ook eventuele buitenlandse ondernemingen met Nederlands SV-loon moeten bij het bepalen van de omzetdaling worden meegenomen. Dit is de zogenaamde omzetdaling van de ʽNOW-groep’. Elk groepsonderdeel moet dan in haar aanvraag hetzelfde percentage netto-omzetdaling en dezelfde meetperiode hanteren.

Hierbij wordt uitgegaan van de groep zoals deze op 1 maart 2020 bestond.

De accountant dient vast te stellen dat de omzet op het goede organisatorische niveau is berekend. Dit geldt ook voor de meetperiode. Daarnaast stelt de accountant vast dat de omzet voor de referentieperiode in overeenstemming met de regeling is berekend.

Loonsom

De loonsom wordt voor een groot deel getoetst door het UWV. De accountant richt zich op twee aspecten, te weten:

  • Vaststellen dat de nettolonen ook daadwerkelijk aan de werknemers zijn uitbetaald op de juiste bankrekeningnummers over de periode maart tot en met mei 2020.
  • Vaststellen dat geen sprake is van gefingeerde dienstverbanden in de periode maart tot en met mei 2020.

U bent onderdeel van een groep, maar vraagt op het niveau van de werkmaatschappij NOW aan

Naast de hierboven beschreven werkzaamheden, zal de accountant aanvullende werkzaamheden verrichten om vast te stellen of u voldaan heeft aan de aanvullende voorwaarden. Deze werkzaamheden betreffen:

  • Vaststellen dat de groep minder dan 20% omzetdaling heeft, maar de werkmaatschappij 20% of meer.
  • Vaststellen dat de omzet over de meetperiode in overeenstemming met de aanvullende voorwaarden is berekend, waaronder geen uitkering van dividend en bonus aan de raad van bestuur en directie en geen inkoop van eigen aandelen. De voorwaarde geldt voor zowel de aanvragende vennootschap als voor het groepshoofd of moedermaatschappij.

Welke voorbereiding verwacht uw accountant van u?

Ter voorbereiding van de controle tot vaststelling van de subsidie, kunt u een start maken met het verzamelen van onderbouwingen voor de netto-omzet van de referentieperiode, de netto-omzet van de meetperiode en de hierop gebaseerde omzetdaling, nettolonen die in de meetperiode zijn betaald aan de werknemers en de daarbij behorende uitbetaling aan de werknemers, indien sprake is van een vaststelling op grond van artikel 6a hoe u voldaan heeft aan de gestelde voorwaarden.

Mazars is bezig met het ontwikkelen van een volledige lijst met op te leveren stukken. Deze kunt u van uw Mazars contactpersoon verwachten zodra de NBA-standaarden voor de NOW- verklaring definitief zijn.

Uw werkelijke omzetdaling blijkt minder te zijn dan 20%

Wanneer uw omzetdaling minder is dan 20%, zal u uw voorschot moeten terugbetalen. U kunt dan een nihilstelling aanvragen, door in het aanvraagformulier uw omzetpercentage (<20%) in te voeren. Daarbij hoeft u geen accountantsverklaring te overleggen. Ook is het mogelijk om de aanvraag in te trekken en het subsidievoorschot terug te betalen.

(Bron: Mazars)

Vaststellingsaanvragen NOW 1

Op woensdag 7 oktober is het loket geopend om de vaststellingsaanvragen voor de NOW 1 in te dienen. Flynth is druk bezig om voorbereidingen te treffen, zodat wij u zo goed mogelijk van dienst kunnen zijn. Want de informatie die nodig is om u bij deze vaststellingsaanvragen te ondersteunen, is pas vandaag in definitieve vorm ter beschikking gesteld vanuit het ministerie en de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). De te gebruiken modellen zijn nog niet allemaal beschikbaar. Wij vragen u dus nog even geduld te hebben. Houd contact met uw Flynth accountant over de planning.    

Indientermijnen lopen tot in 2021

De indientermijnen voor subsidies met een voorschot < €100.000 of vaststellingsaanvraag < €125.000 (derden-verklaring benodigd) lopen tot 24 maart 2021. Voor subsidies met grotere bedragen (accountantsverklaring benodigd) is dit 30 juni 2021. Dus er is nog ruim de tijd om de aanvraag in te dienen. Ook als u onze hulp wilt hebben bij het indienen van een voorschot < €20.000 of een vaststellingsaanvraag < €25.000, welke aanvraag voor 24 maart 2021 moet zijn ingediend, vragen wij u nog even geduld te hebben omdat wij ook deze werkzaamheden nog aan het uitwerken zijn.  

NOW 2

Het is niet meer mogelijk om NOW 2 aan te vragen. Afhankelijk van het moment van aanvragen loopt deze regeling uiterlijk tot 30 november 2020. De vaststellingsaanvragen kunnen pas ingediend gaan worden nadat de uiterste termijn voor de tegemoetkoming is afgelopen. 

NOW 3

Op 29 september heeft de Tweede Kamer ingestemd met het derde steun- en herstelpakket voor werkenden en ondernemers in verband met de coronacrisis.. De Minister van SZW heeft aangegeven dat hij de definitieve derde NOW-regeling binnen twee weken wil publiceren. Ook zullen een aantal aanpassingen worden doorgevoerd in de NOW-1 en 2 regeling. Wij zullen binnenkort een nadere toelichting publiceren.  
 

(Bron: Flynth)

Veel ondernemers hebben gebruikgemaakt van de mogelijkheid om de NOW 1.0 en 2.0 aan te vragen. Maar er heerst onduidelijkheid over de verplichting om te veel ontvangen subsidie terug te betalen. En over welke verklaring u moet overleggen bij de definitieve aanvraag. Welke verplichtingen en mogelijkheden heeft u als werkgever bij gebruik van de NOW? Wij zetten het voor u uiteen.

Wat speelt er?

De NOW is een subsidie die afhankelijk van de omzetdaling door de coronacrisis loonkosten vergoedt. De regeling is bedoeld voor het behoud van werkgelegenheid. De NOW kent twee tijdvakken. Voor het eerste tijdvak (NOW 1.0) moest er uiterlijk op 5 juni 2020 een aanvraag zijn ingediend. Voor het tweede tijdvak (NOW 2.0) kan tot en met 31 augustus 2020 een aanvraag worden ingediend.

Vaststelling aanvragen voor de NOW

Een vaststelling van de aanvraag kan ingediend worden vanaf 7 oktober 2020 (NOW 1.0) of 16 november 2020 (NOW 2.0). In beide regelingen is de verplichting opgenomen dat u voor uw onderneming binnen 24 weken (of 38 weken als u een accountantsverklaring moet overleggen) na deze data een definitieve vaststelling van de subsidie moet aanvragen.

Verklaring voor vaststellingsverzoek NOW: drie situaties mogelijk

In een aantal gevallen zal u als ontvanger van de NOW een verklaring moeten overleggen bij het vaststellingsverzoek. Daarbij zijn drie situaties te onderscheiden.

Situatie 1

Uw onderneming heeft een voorschot ontvangen dat € 20.000 of lager is, en de definitieve toegekende subsidie is niet hoger dan € 25.000. In dat geval hoeft uw onderneming geen enkele verklaring te overleggen.

Situatie 2

Uw onderneming heeft een voorschot ontvangen van meer dan € 20.000, maar minder dan € 100.000. En de uiteindelijke toegekende subsidie is meer dan € 25.000, maar minder dan € 125.000. De onderneming moet dan een zogenaamde ‘derdenverklaring’ overleggen. Deze derdenverklaring kan worden afgegeven door een accountant, administratiekantoor of een belasting- of financieel adviseur. In deze derdenverklaring bevestigt deze persoon dat uit de administratie blijkt dat de in het vaststellingsverzoek gemelde omzetdaling zich daadwerkelijk heeft voorgedaan.

Helaas is momenteel nog niet duidelijk wat de inhoud van de derdenverklaring precies zal zijn. De verwachting is dat het werk dat deze derde hiervoor moet verrichten in de praktijk relatief beperkt zal zijn.

Situatie 3

Wanneer de onderneming meer dan € 100.000 aan voorschot en/of een uiteindelijk toegekende subsidie van meer dan € 125.000 heeft gekregen, moet de onderneming bij het vaststellingsverzoek een zogenaamde accountantsverklaring overleggen. Dat houdt in dat een registeraccountant (RA) of een accountant-administratieconsultent (AA) een verklaring moet afgeven over de omzetdaling en mogelijk ook de loonkosten.

Let op! De werkzaamheden en de tijd die gepaard gaan met het afgeven van een accountantsverklaring, zullen in de praktijk omvangrijker zijn dan bij een derdenverklaring. Welke werkzaamheden de accountant precies moet uitvoeren, wordt door de beroepsorganisatie momenteel nog besproken met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Voorkom schuiven met omzetcijfers!

Het lijkt in een crisissituatie natuurlijk aantrekkelijk om met omzetcijfers te gaan schuiven om zo een hogere subsidie te krijgen. Houd er wel rekening mee dat wanneer een adviseur of accountant dit constateert, u geen verklaring krijgt en dus geen subsidie ontvangt en het reeds ontvangen voorschot moet terugbetalen. Daarnaast loopt u het risico dat u wegens het plegen van fraude wordt vervolgd.

De werkzaamheden van de derde voor de derdenverklaring en de accountants zullen altijd zien op de beoordeling van de gemaakte omzet. Daarnaast zullen zij ook altijd kijken naar de omzet van de opvolgende maanden en het onderhanden werk op het moment van aanvang en het einde van de aangegeven omzetperiode.

Wat kunt u nu al doen?

Aangezien de verwachting is dat veel ondernemers een derden- of accountantsverklaring nodig hebben om de definitieve aanvraag NOW 1.0 en NOW 2.0 tijdig en compleet in te dienen, gaan wij nu al in overleg met onze cliënten om de omzet over de aangevraagde periode te bepalen. Deze werkzaamheden kunnen namelijk nu al gedaan worden. Bovendien weet u daardoor ook sneller wat de daadwerkelijke omzetdaling en de te verwachten definitieve subsidie gaat zijn. Mocht u nog subsidie terug moeten betalen, kunt u hier rekening mee houden in uw liquiditeitsprognoses.

U heeft NOW ontvangen, maar nu blijkt dat uw omzetdaling minder is dan 20%

Tijdens de voorbereidende werkzaamheden kan duidelijk worden dat uw omzetdaling minder is dan 20%. U heeft dan geen recht op NOW. Betekent dit dat u dan nog wel een derdenverklaring of accountantsverklaring moet overleggen?

Nee, u geeft dan bij de definitieve aanvraag aan, dat u een omzetdaling heeft van minder dan 20%. Vervolgens is het overleggen van een verklaring niet noodzakelijk. U heeft tenslotte geen recht op de NOW. Weet u nu al dat u geen recht heeft op de NOW? Dan kunt u uw aanvraag intrekken. Dit moet schriftelijk gedaan worden bij het UWV. U ontvangt vervolgens van het UWV een brief waarin staat hoe en wanneer u het te veel ontvangen bedrag kunt terug betalen. Wilt u zich nu al voorbereiden op het aanvragen van een vaststellingsverzoek? Neem dan contact op met uw contactpersoon bij DRV of vul het contactformulier hieronder in.

(Bron: DRV)