DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws

De huidige tijd kan er toe leiden dat een belastingplichtige zorgen heeft over de betaalbaarheid van zijn hypotheek. Overleg met de kredietverstrekker is dan de aangewezen route. Kredietverstrekkers kunnen hun klanten – die als gevolg van de coronacrisis tijdelijk niet in staat zijn aan hun betalingsverplichtingen te voldoen – de mogelijkheid bieden tot een betaalpauze van maximaal zes maanden. In deze periode hoeft dan geen of minder rente en aflossing betaald te worden voor de hypotheek. Let wel; deze achterstand moet in de toekomst wel alsnog worden voldaan. Aanvankelijk gaf een beleidsbesluit van 16 juni 2020 een goedkeuring in dit kader. Dit is later verlengd.

De Wet Inkomstenbelasting 2001 regelt voor eigenwoningschulden vanaf 1 januari 2013 hoe achterstand in de aflossing en rentebetaling moet worden ingelopen, als deze op enig moment is opgelopen. Als niet aan deze wettelijke eisen wordt voldaan, loopt de belastingplichtige het risico dat het recht op aftrek van rente en kosten vervalt. Om het in bepaalde gevallen mogelijk te maken ook op een andere dan in de fiscale wetgeving vastgelegde wijze de aflossingsachterstand in te halen, worden twee goedkeuringen opgenomen.

Goedkeuringen in het beleidsbesluit 

De eerste goedkeuring ziet toe op het zo snel mogelijk na afloop van de uitstelperiode van maximaal zes maanden vaststellen van een nieuw annuïtair schema. Op basis hiervan wordt het inhalen van de aflossingsachterstand uitgesmeerd over de resterende looptijd van de maximale termijn van 360 maanden van de lening. Dat is anders dan de huidige wettelijke regeling. Hierin staat dat een in 2020 opgelopen achterstand, in 2021 moet zijn ingehaald. Als dat niet lukt kan een nieuw annuïtair schema pas per 1 januari 2022 worden vastgesteld. 

Ten tweede wordt toegestaan de resterende lening te splitsen, waarbij voor de resterende hoofdsom (zonder rekening te houden met de aflossingsachterstand) het bestaande annuïtaire schema van toepassing blijft. Voor het deel van de aflossingsachterstand wordt dan een afzonderlijke (hypothecaire) lening met een eigen annuïtair schema afgesloten, waarbij de looptijd maximaal gelijk is aan de resterende looptijd van de oorspronkelijke hoofdsom. In de huidige wettelijke regeling moet voor de totale resterende hoofdsom een nieuw annuïtair schema wordt vastgesteld.  

Maatwerk

Door deze regelingen ontstaan meer mogelijkheden tot maatwerk. Uiteraard moet naast de gemiste aflossingen ook de uitgestelde rente alsnog aan de kredietverstrekker worden betaald. Deze uitgestelde rente is aftrekbaar volgens de reguliere fiscale regels. Afhankelijk van de wijze waarop belastingplichtige en geldverstrekker dit regelen, kan het zijn dat deze rente aftrekbaar is op het moment van rentedragend schuldig worden (2020) of op het moment van feitelijke betaling (veelal in 2021, maar mogelijk deels ook in 2020 of latere jaren).

Familiebank of eigenwoninglening bij BV

In de situatie dat de eigenwoninglening niet bij een commerciële uitvoerder is overeengekomen, maar bijvoorbeeld bij de ouders of bij de eigen BV, is het onder voorwaarden ook mogelijk een betaalpauze overeen te komen. Hiervoor gelden enkele specifieke voorwaarden. 

Geldigheid beleidsbesluit 

Het beleidsbesluit geldt voor belastingplichtigen die zich tussen 12 maart en 1 januari 2021 melden, of hebben gemeld bij hun kredietverstrekker en een betaalpauze overeenkomen van maximaal zes maanden. Deze betaalpauze moet uiterlijk op 1 januari 2021 ingaan. Echter, in een brief van het kabinet van 9 december 2020  is de termijn van 1 januari 2021 verlengd naar 1 april 2021. Onder nadere voorwaarden kan ook voor betaalpauzes die sinds 12 maart al zijn overeengekomen – en mogelijk deels al ten uitvoering zijn gebracht in de periode voorafgaande aan publicatie van het besluit – gebruik worden gemaakt van de regeling, zoals opgenomen in het beleidsbesluit. 

Voorlopige aanslag

Het is verstandig om bij een situatie als deze na te gaan of een opgelegde voorlopige aanslag over 2020 en/of de voorschotbeschikking(en) toeslag(en) op basis van het eerder geschatte inkomen over 2020 moet(en) worden aangepast. Hiermee kan voorkomen worden dat in 2021 terugbetalingen moeten plaatsvinden.

(Bron: BDO)

Op 9 december en 18 december heeft het kabinet laten weten een aantal steunmaatregelen te verlengen en uit te breiden. In dit bericht leest u de stand van zaken rondom de fiscale steunmaatregelen voor ondernemers.

Steunmaatregelen die worden verlengd

Bijzonder uitstel van betaling wordt verlengd tot: 1 april 2021

  • Heeft u nog niet eerder om het bijzonder uitstel van betaling van (standaard) drie maanden gevraagd, dan kunt u dat alsnog tot uiterlijk 1 april 2021 doen.
  • Heeft u wel al eerder om dat corona-uitstel gevraagd en is dat verleend, dan kunt u onder voorwaarden nog om verlenging van dat uitstel vragen tot 1 april 2021.
  • Heeft u al eerder in 2020 verlenging gekregen, dan geldt het uitstel automatisch tot 1 april 2021

Zodra het uitstel eindigt moet u direct voldoen aan uw nieuw opgekomen betalingsverplichtingen. Heeft u geen verlenging van het uitstel, dan geldt dat ook voor openstaande belastingschulden van vóór 12 maart 2020. Als u geen verlenging heeft dan gaan deze zogenaamde pre-coronaschulden ook niet mee in een betalingsregeling van 36 maanden die op 1 juli 2021 start. Een verzoek om verlenging kan dus zeker lonen. Denkt u er wel aan dat uw betalingsproblemen dan hoofdzakelijk moeten worden veroorzaakt door corona én u moet voldoen aan een aantal andere voorwaarden, waaronder een bonus- en dividendverbod.

Administratieve verplichtingen loonheffingen

Verlenging van het uitstel van een aantal administratieve verplichtingen rondom de loonheffingen tot 1 april 2021

Belastingheffing grenswerkers

Verlenging van het akkoord met Duitsland en België over de belastingheffing van grenswerkers tot 1 april 2021

Duitse netto-uitkeringen

Verlenging van de vrijstelling voor een aantal Duitse netto-uitkeringen tot 1 april 2021

Btw-nultarief mondkapjes

Verlenging van het btw-nultarief op mondkapjes tot 1 april 2021

Hypotheek betaalpauze

Verlenging van behoud van recht op hypotheekrenteaftrek bij een hypotheekbetaalpauze tot 1 april 2021.

Voortzetting vaste vergoeding woon-werkverkeer

Verlenging tot 1 februari 2021 van de mogelijkheid om de vaste reiskostenvergoedingen woon-werkverkeer zonder fiscale consequenties, ongewijzigd voort te zetten, zolang de werknemer daar op 12 maart 2020 een onvoorwaardelijke recht op had. In januari komt het kabinet nog terug op hoe het na 1 februari om wil gaan met de onbelaste vaste reiskostenvergoedingen.

Is het reispatroon van uw personeel het afgelopen jaar veranderd (men is meer gaan thuiswerken), dan is deze reiskostenvergoeding vanaf 1 januari 2021 mogelijk niet meer gericht vrijgesteld. Of dat daadwerkelijke het geval is, hangt af van de omstandigheden.

Vooralsnog lijkt het erop dat de verlenging niet geldt voor de vergelijkbare tegemoetkoming voor overige vaste vergoedingen.

Nieuwe maatregelen

Btw-nultarief vaccins en testkits COVID-19

Tijdelijke invoering van een btw-tarief van 0% op COVID-19-vaccins en –testkits tot 1 april 2021.

Vrijstelling van inkomsten- en vennootschapsbelasting TVL

Vrijstelling van inkomsten- en vennootschapsbelasting van de eenmalige opslag op de TVL, die de horeca in het 4e kwartaal 2020 ontvangt voor voorraad- en aanpassingskosten (de zogenaamde TONK-regeling).

Maatregelen die (vooralsnog) niet worden verlengd

Overige vaste vergoedingen

In 2020 bestaat de mogelijkheid om fiscaal vriendelijk vaste vergoedingen, waaronder vaste reiskostenvergoedingen woon-werkverkeer, zonder fiscale consequenties ongewijzigd voort te zetten, zolang de werknemer daar op 12 maart 2020 een onvoorwaardelijke recht op had. Voor de vaste reiskostenvergoeding wordt deze tegemoetkoming verlengd tot (minimaal) 1 februari 2021. Het lijkt erop dat die verlenging niet geldt voor de overige vaste vergoedingen.[DA1] 

Lager loon bij gebruikelijk loonregeling

Voor werknemers en hun partners die arbeid verrichten voor de vennootschap waarin (één van) beiden een aanmerkelijk belang houdt, geldt de zogenaamde gebruikelijk loonregeling. In verband met corona mag in 2020 een lager loon in aanmerking worden genomen gebaseerd op de omzetdaling over de eerste vier maanden van 2020 ten opzichte van de eerste vier maanden van 2019. Voor 2021 is vooralsnog niet voorzien in een verlenging van deze regeling.

Vrije ruimte werkkostenregeling

Voor 2020 is de vrije ruimte voor de werkkostenregeling met terugwerkende kracht verruimd van 1,7% naar 3% voor de eerste € 400.000 fiscale loonsom. In 2021 gaat dat percentage over de eerste € 400.000 terug naar 1,7%. Het percentage voor de loonsom boven de € 400.000 gaat per 1-1-2021 van 1,2% naar 1,18%.

Tegemoetkoming ondernemersfaciliteiten

Om in aanmerking te komen voor een aantal ondernemersfaciliteiten, waaronder de zelfstandigenaftrek, moet u voldoen aan het zogenaamde urencriterium van 1225 uur. Voor 2020, om precies te zijn de periode 1 maart tot 1 oktober 2020, gold een tegemoetkoming. Vooralsnog is deze tegemoetkoming niet verder doorgetrokken.

Verlaagde belastingrente [FP2] Wordt een aanslag door uw toedoen te laat vastgesteld of wordt in de aanslag afgeweken van de aangifte, dan wordt belastingrente in rekening gebracht. Die belastingrente was tijdelijk verlaagd tot 0,01%, maar is op 1 oktober 2020 weer verhoogd naar 4%. Dat percentage van 4% geldt tot 31 december 2021 ook voor de vennootschapsbelasting. De belastingrente voor de vennootschapsbelasting zal dus tot die tijd niet worden verhoogd naar de oorspronkelijke (minimaal) 8%.

Denkt u dat een voorlopige aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld, overweeg dan een verzoek om een nadere voorlopige aanslag. Door een dergelijk verzoek kan de belastingrente immers worden beperkt en (als dat verzoek tijdig is) zelfs nog worden voorkomen.

Zoals gebruikelijk moet een en ander nog opgenomen en verder uitgewerkt worden in het Besluit noodmaatregelen coronacrisis. In de komende periode zullen wij in ieder geval ook de op website opgenomen teksten ter zake van de genoemde onderwerpen updaten. Houdt u dus vooral onze website in de gaten.

Tot slot

Corona blijft ons in de greep houden. Natuurlijk kan dat er ook toe leiden dat fiscale steunmaatregelen (alsnog) verder worden verlengd. De tijd zal het leren. Maar vanzelfsprekend houden wij u op de hoogte.

(Bron: Flynth)

Met een jaarrekening zullen ondernemingen relatief sneller een lening kunnen krijgen dan zonder. Dat is in coronatijd goed om in het achterhoofd te houden. Dat gebeurt uiteraard alleen als uit de gegeven informatie blijkt dat er sprake is van een gezonde onderneming. De jaarrekening heeft dan ook een tweeledig belang: informeren en profileren.

Zeker in deze economisch moeilijke tijden door de coronacrisis, doen ondernemingen er alles aan om overeind te blijven. Financiering, of die nu komt in de vorm van overheidssteun, of via leningen en kredietverstrekking, is soms onontbeerlijk om faillissement te voorkomen. Ondernemingen kunnen hun jaarrekening gebruiken als troefkaart voor financiering. Veel rechtspersonen zijn sowieso verplicht een jaarrekening te deponeren. Vanuit de internationale literatuur wordt gesproken over twee doelstellingen van de jaarrekening:

  • Stewardship (rekenschapsfunctie): bestuurders moeten eigenlijk laten zien wat zij met het voor hen ter beschikking staande geld hebben gedaan. Met andere woorden, hoe hebben zij gepresteerd?
  • Decision usefulness: dit betreft de nuttigheid van het jaarverslag in het bepalen van de toekomstige genereerbaarheid van de onderneming. Of anders gezegd, is het nuttig om hierin te investeren?

Spelregels nodig voor het opstellen van de jaarrekening

Deze twee vormen van informatie maken wel bepaalde spelregels noodzakelijk voor het opstellen van de jaarrekening, zodat geen appels met peren worden vergeleken. Anders zou elke onderneming zomaar kunnen roepen dat ze een omzet heeft van € 3 miljoen, zonder dat daar een goede en heldere onderbouwing aan ten grondslag ligt. De spelregels zijn zowel internationaal als nationaal vastgelegd. Gelukkig is er geen strak keurslijf van regels waarvan een ondernemer niet mag afwijken. Want ondanks de internationale invloeden heeft Nederland nog steeds een eigen positie met eigen vastlegging in het Burgerlijk Wetboek.

Jaarrekening geeft breed aanvaard financieel inzicht

Op grond van de wettekst voor rechtspersonen geeft de jaarrekening volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd zo’n goed inzicht dat bijvoorbeeld banken of andere investeerders een verantwoord oordeel kunnen vormen over het vermogen en het resultaat, en voor zover zichtbaar uit de  jaarrekening, over de solvabiliteit en de liquiditeit van de onderneming. Het grote voordeel van uniforme regelgeving is het positieve effect op de vergelijkbaarheid. Doordat de wetgever voor de diverse posten in de jaarrekening het aantal verwerkingswijzen heeft beperkt, is het mogelijk om jaarrekeningen met elkaar te vergelijken. Juist omdat de jaarrekening een betrouwbare status heeft met gedegen informatie, is het een prachtig instrument voor de ondernemer om zich te profileren en geld binnen te halen via kredietverstrekkers. Banken vertrouwen namelijk op een consistent stelsel van grondslagen van waardering en resultaatbepaling dat aan de basis ligt van iedere jaarrekening die volgens de geldende regelgeving opmaakt. Gebruik de jaarrekening dan ook als visitekaartje van de onderneming om gemakkelijker financiering rond te krijgen!

(Bron: Rendement)

Vanaf het voorjaar van 2021 kunnen ondernemers voor de aanschaf of lease van een uitstootvrije oftewel schone bestelbus tot € 5.000 subsidie krijgen. Dit heeft staatssecretaris van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat onlangs bekendgemaakt.

Om ondernemers te stimuleren over te gaan tot de aanschaf of lease van een schone bestelbus gaat er in het voorjaar van 2021 een subsidieregeling gelden voor deze bestelbussen. De subsidie is 10% van de nieuwprijs van de bus met een maximum van € 5.000. Deze regeling geldt tot en met 2025. In totaal is er € 185 miljoen aan subsidie beschikbaar, voor 2021 is dit € 22 miljoen. Ondernemers moeten er waarschijnlijk wel snel bij wezen want op is op

Actieradius van 100 kilometer is voorwaarde

Om de subsidie voor de schone bestelbus te kunnen claimen moet een ondernemer aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • De bestelbus moet een minimale actieradius hebben van 100 kilometer.
  • Er geldt een maximum voor het aantal bestelbussen waar een onderneming subsidie voor kan aanvragen.
  • Bij doorverkoop van de bestelbus binnen drie jaar moet de subsidie deels worden terugbetaald.

Bij de aanschaf van een schone bestelbus kunnen ondernemers natuurlijk ook gebruikmaken van de andere fiscale regelingen zoals de milieu-investeringsaftrek.

(Bron: Rendemant)

Onder de Nederlandse wet kan het gebeuren dat een ondernemer in één keer zijn afgetrokken voorbelasting moet herzien. Hoe vervelend dat voor hem is, het Europees recht staat zo’n herziening ineens in beginsel toe.

Een stichting kwalificeerde als een ondernemer voor de omzetbelasting. Zij had in 2013 zeven appartementen laten bouwen. Zij trok toen de voorbelasting af omdat deze appartementen toen voor belaste doeleinden waren bestemd. De oplevering was in juli 2014. Vier appartementen zijn met ingang van 1 augustus 2014 vrijgesteld verhuurd. In het derde kwartaal 2014 heeft de stichting het aan die appartementen toe te rekenen gedeelte van de voorbelasting in één keer herzien en op aangifte voldaan. Tegen deze voldoening is zij in bezwaar en beroep gekomen. Zij meent dat voor investeringsgoederen een herziening in één keer van de oorspronkelijk toegepaste aftrek op het tijdstip van de ingebruikneming in strijd is met het Europees recht.

Eindarrest

Omdat de hoogste nationale rechter daarover Unierechtelijke twijfel had, heeft hij prejudiciële vragen gesteld (14 december 2018, NTFR 2019/38). Na beantwoording ervan door het Hof van Justitie (17 september 2020, ECLI:EU:C:2020:731, C-791/18) wijst de Hoge Raad nu eindarrest. De herziening in een keer van alle in rekening gebrachte omzetbelasting bij ingebruikneming van een investeringsgoed is niet in strijd met het Unierecht. Daarmee verklaart de Hoge Raad het cassatieberoep ongegrond.

(Bron: Taxence)

Het kabinet vindt het nodig om de arbeidsmarkt (op verschillende punten) te hervormen om onder meer duidelijkheid te creëren over de kwalificatie van de arbeidsrelatie en te komen tot een gelijker speelveld op het gebied van fiscaliteit, sociale zekerheid en arbeidsrecht. Het huidige kabinet zal daartoe een eerste stap maken, maar de echte veranderingen worden overgelaten aan het volgende kabinet. In dit artikel informeren wij u over de stand van zaken met betrekking tot het werken met zelfstandigen, gelet op de recente ontwikkelingen en voor zover het de loonheffingen aangaat.

Wetsvoorstellen ‘Minimumtarief voor zelfstandigen’ en ‘Zelfstandigenverklaring’ worden niet verder uitgewerkt

Het ‘Wetsvoorstel Minimumtarief voor zelfstandigen’ en het ‘Wetsvoorstel Zelfstandigenverklaring’ heeft gezorgd voor vele reacties vanuit het veld. De gekozen maatregelen zouden grote administratieve lasten met zich meebrengen, voor veel onduidelijkheid zorgen, geen draagvlak hebben en niet uitvoerbaar en handhaafbaar zijn voor de uitvoerende instanties. Het kabinet heeft aangegeven dat het niet goed mogelijk is om tegemoet te komen aan de bezwaren zonder tegelijkertijd fors afbreuk te doen aan de effectiviteit van de maatregelen. Een goed alternatief is niet voorhanden. Dit alles in acht nemende, heeft het kabinet doen besluiten de wetsvoorstellen niet verder uit te werken.

Webmodule

De plannen met betrekking tot de webmodule blijven in stand. Met de webmodule ontwikkelt het kabinet een instrument om opdrachtgevers duidelijkheid en waar mogelijk zekerheid te geven over de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen.

Als uit de beantwoording van de vragen in de webmodule volgt dat buiten dienstbetrekking wordt gewerkt, dan ontvangt de opdrachtgever een zogeheten opdrachtgeversverklaring. Met deze opdrachtgeversverklaring krijgt de opdrachtgever zekerheid dat een bepaalde opdracht buiten dienstbetrekking (en buiten fictieve dienstbetrekking) kan worden uitgevoerd. Voor deze opdracht heeft de opdrachtgever zekerheid dat geen loonheffingen hoeft te worden ingehouden en/of afgedragen. De vrijwaring geldt uiteraard alleen voor zover de vragen in de webmodule naar waarheid zijn ingevuld en er in de praktijk dienovereenkomstig wordt gewerkt. Wordt een indicatie dienstbetrekking afgegeven, dan heeft dit geen rechtsgevolgen. Echter, de kans dat daadwerkelijk sprake is van een dienstbetrekking is reëel en de opdrachtgever doet er dan ook verstandig aan om bij een indicatie dienstbetrekking te onderzoeken of de wijze waarop de arbeidsverhouding is vormgegeven, moet worden herzien. Als de webmodule geen oordeel kan geven, kan de opdrachtgever gebruik maken van de andere instrumenten die duidelijkheid geven over de aard van de arbeidsrelatie.

Opdrachtgevers worden niet verplicht de webmodule te gebruiken, omdat de webmodule bedoeld is als hulpmiddel voor opdrachtgevers die twijfelen aan de kwalificatie van een arbeidsrelatie. Er is geen registratie van afgegeven opdrachtgeversverklaringen, omdat de webmodule anoniem wordt ingevuld.

Pilot webmodule

De webmodule is nog niet definitief. Naar verwachting start op 11 januari 2021 een pilot. In de zomer van 2021 kan dan vervolgens een evaluatie van de pilot plaatsvinden en een beslissing worden genomen over het verdere vervolg van de webmodule. Na afloop van de pilot webmodule beslist het kabinet op welk moment de handhaving (gefaseerd) wordt opgestart, op z’n vroegst is dat 1 oktober 2021.

Handhaving en toezicht

De Belastingdienst houdt toezicht op de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen. De uitvoering hiervan geschiedt binnen de kaders van het handhavingsmoratorium. De Belastingdienst kan onder het handhavingsmoratorium alleen handhaven (naheffingsaanslagen en/of boetes opleggen) als er sprake is van kwaadwillendheid of indien aanwijzingen niet binnen een redelijke termijn zijn opgevolgd.

De looptijd van het toezichtsplan is inmiddels verlengd tot 1 januari 2022.

Modelovereenkomsten

De modelovereenkomsten kunnen voorlopig nog worden gebruikt en verlengd worden als dat nodig is. Of deze overeenkomsten blijven bestaan, wordt nog bekeken. 

(Bron: BDO)

Wat zijn de regels voor winkel- en horecapanden?

Moet u huur betalen als uw huurpand vanwege coronamaatregelen gesloten blijft of eerder op slot moet? Een van de vragen die veel ondernemers hebben. Er blijkt nogal wat onduidelijkheid te bestaan over de mogelijkheden om de huurovereenkomst te beëindigen of de huurpenningen op te schorten of zelfs kwijt te schelden nu er strengere overheidsmaatregelen gelden. De rechter heeft inmiddels enkele uitspraken gedaan over het opschorten van huurpenningen. Winkel- en horecapanden kennen een streng regime van huurtermijnen in vergelijking tot andere bedrijfspanden. Ik vertel u graag hoe het zit.

Afspraken tussen huurder en verhuurder

De strengere sluitingstijden en de overheidsmaatregel om horecapanden helemaal op slot te houden, zorgen ervoor dat veel retailers en horeca-ondernemers, net als in het voorjaar, in problemen komen met het betalen van de huur. Waar huurder en verhuurder afspraken kunnen maken over uitstel of afstel van betalingen, juichen we dat van harte toe.

Ook deze medaille kent echter twee kanten, waardoor de mogelijkheden om concessies te doen met de andere kant van de tafel verder weg lijken dan in het voorjaar. En dat is begrijpelijk. De bedrijfsvoering van verhuurders is ook afhankelijk van een continue stroom aan inkomsten en de bodem van de spaarpot lijkt ook bij de verhuurders in zicht te komen.

Streng regime voor winkel- en horecapanden

Huur van winkel- en horecapanden wordt in de wet geregeld in artikel 7:290 BW. Daarom worden winkel- en horecapanden artikel 290-ruimten genoemd. Voor de huur van zo’n bedrijfsruimte geldt een strenger regime dan voor andere (overige) bedrijfsruimten (artikel 230a-ruimte). Gemene deler in het onderscheid is de vraag of in de verhuurde bedrijfsruimte een voor het publiek toegankelijke ruimte aanwezig is voor rechtstreekse levering van roerende zaken of voor dienstverlening (artikel 7:290 BW) of juist niet (artikel 7:230a BW). Opzegging van de huur van een artikel 290-ruimten kan alleen op basis van opzeggingsgronden die genoemd zijn in de wet. Eva Smidts besteedde in het voorjaar ook aandacht aan deze opzeggingsgronden.

Huurovereenkomsten die betrekking hebben op een artikel 290-ruimte worden opgedeeld in twee termijnen, die samen in totaal voor tien jaar gelden. De eerste termijn duurt altijd tenminste vijf jaar. In het geval dat de eerste termijn langer dan vijf jaar duurt, duurt de tweede termijn zoveel korter dan vijf jaar als de eerste termijn langer duurt dan vijf jaar.

Deze termijnbescherming werkt door in de mogelijkheden om op te zeggen. Verhuurder en huurder kunnen de overeenkomst pas opzeggen na afloop van de eerste termijn en na afloop van de tweede termijn en niet lopende de termijn. Bij die opzegging moet ook rekening worden gehouden met de opzegtermijn. Daarnaast is de verhuurder ook nog eens gebonden aan opzeggingsgronden, die per termijn verschillen. Opzegging door de verhuurder kan alleen op basis van een in de wet genoemde opzeggingsgrond. Na afloop van beide termijnen gaat de huurovereenkomst een nieuwe fase in. Deze fase is doorgaans voor onbepaalde tijd, tenzij uit de overeenkomst een bepaalde tijd voortvloeit of partijen na de tien jaar een bepaalde tijd overeenkomen.

Huur opschorten of kwijtschelden, wat zegt de rechter?

Over de mogelijkheden van opschorting van de huursom is door de uitspraken in kort geding meer duidelijk geworden. De rechter heeft namelijk in een aantal kortgedingzaken uitspraak gedaan over de te volgen lijn, wat betreft opschorting van huurpenningen in tijden van het coronavirus. Uit de uitspraken blijkt dat de rechter de overheidsmaatregelen beschouwt als een gebrek aan het gehuurde. Door dit gebrek acht de rechter opschorting van de huursom van 25% tot 50% gerechtvaardigd.

Kanttekening is wel dat het hier gaat om uitspraken in een kort geding. De uitspraken gelden derhalve nog als voorlopig en zullen in een bodemprocedure eventueel worden bevestigd.

In kort geding heeft de rechter zich nog niet gewaagd aan uitspraken over het kwijtschelden van de huursom, of dit mogelijk is zal uit eventuele bodemprocedures moeten blijken. Uiteraard is geen huurzaak hetzelfde en gelden bij iedere huurzaak verschillende belangen. Dit is iets om rekening mee te houden voor zowel verhuurder als huurder. Wij lichten u dit graag toe.

Conclusie

Verhuurders en huurders van winkel- en horecapanden hebben te maken met een streng wettelijk huurregime. Opzeggen is mogelijk voor de verhuurder, maar enkel en alleen op basis van bepaalde opzeggingsgronden, waarbij bepaalde opzegtermijnen in acht moeten worden genomen. De wet formuleert daarnaast ook opzegtermijnen voor de huurder.

Indien u als verhuurder of als huurder de wens heeft om een huurovereenkomst op te zeggen, zijn de volgende vragen belangrijk:

  • Wordt er opgezegd op basis van een in de wet geformuleerde opzeggingsgrond?
  • Wordt de juiste opzegtermijn in acht genomen?
  • Welke belangen heeft u als verhuurder of als huurder om de overeenkomst op te zeggen of om de huur voort te kunnen zetten?

(Bron: AcconAVM)

Er zijn twee belangrijke wijzigingen doorgevoerd met betrekking tot de uitstel van betaling van belastingen:

✔️ Ondernemers die voor 1 oktober uitstel hebben aangevraagd, kunnen dit verlengen tot 1 januari 2021. 
✔️ Ondernemers die tot nu toe (nog) geen uitstel van betaling van belastingen hebben aangevraagd, kunnen dit alsnog doen.
Dit kan tot 1 januari 2021. 

Motie van Tweede Kamer

Bovenstaande betekent dat niet alleen ondernemers die vóór 1 oktober uitstel hebben aangevraagd dit kunnen verlengen, maar dat ook degenen die nog geen uitstel hebben aangevraagd dit alsnog kunnen doen. De Tweede Kamer had hier een motie voor ingediend. 

Aflossen vanaf 1 juli 2021

De belastingschulden waarvoor uitstel wordt verkregen, moeten in beginsel vanaf 1 juli 2021 worden afgelost. Hiervoor krijgen ondernemers 36 maanden de tijd.

Uitstelportaal heropend

De Belastingdienst zal het digitale uitstelportaal vanaf 4 november heropenen. Via dit portaal kunnen ondernemers uitstel van betaling van belastingen aanvragen. Verzoeken tot uitstel die al langs een andere weg bij de Belastingdienst zijn binnengekomen, zal de Belastingdienst ook in behandeling nemen.

(Bron: De Jong & Laan)

Vanaf 2020 geldt een nieuwe regeling voor de fiets de zaak. Die regeling maakt een eind aan allerlei administratieve ballast. Hoe werkt de regeling en is de fiets van de zaak interessant voor u of uw werknemers?

De oude fietsregeling

De oude fietsregeling bracht veel administratieve rompslomp met zich mee. Voordat de nieuwe regeling werd ingevoerd, moest u namelijk voor het gebruik van een fiets van de zaak exact bijhouden hoeveel u privé en zakelijk fietst. Dat is bij een fiets zonder kilometerteller nog veel lastiger dan bij een auto van de zaak.

De nieuwe fietsregeling

Om dit administratief makkelijker te maken, is per 2020 een nieuwe fietsregeling ingevoerd. Hierbij geldt een vast bijtellingspercentage van 7% en de rittenregistratie is komen te vervallen.

Bijtelling fiets van werknemer 

Gaat het om een fiets van een werknemer, dan geldt de bijtelling als de fiets door de werkgever ter beschikking is gesteld. Het maakt daarbij niet uit of u als werkgever de fiets hebt gekocht of geleast. De bijtelling wordt bij werknemers tot het belaste loon gerekend. De werkgever draagt hierover loonbelasting en premies af.

Niet bij direct eigendom

Belangrijk hierbij is wel dat het bij deze nieuwe 7%-bijtellingsregeling niet mag gaan om een fiets die direct eigendom wordt van de werknemer. Zou dat wel het geval zijn, dan is op het moment van het verstrekken of vergoeden van de fiets de hele waarde van die fiets in één keer belast als loon in natura.

Bijtelling fiets van ondernemer

Bent u ondernemer, dan krijgt u ook een bijtelling voor het privégebruik van de fiets als u de fiets tot het vermogen van uw onderneming rekent of als de fiets door uw onderneming wordt geleast. In principe komen dan alle kosten in aftrek op de winst.

Correctie bij privédoeleinden en/of woon-werkverkeer

Echter, als u de fiets ook voor privédoeleinden en/of woon-werkverkeer gebruikt, wordt de aftrek van de kosten deels gecorrigeerd door een privéonttrekking (de ‘bijtelling’) weer bij de winst te tellen.

Bijtelling bedraagt 7%

De bijtelling, ofwel onttrekking voor het privégebruik van de fiets van de zaak, bedraagt op jaarbasis 7% van de waarde van de fiets (inclusief btw).

(Bron: De Jong & Laan)

Er zijn steeds meer details duidelijk over de corona steunmaatregelen uit het 3e noodpakket voor ondernemers. Hier leest u meer over de NOW, TVL (tegemoetkoming vaste lasten), het uitstel van betaling van belastingen en financieringsmogelijkheden waar u mogelijk gebruik van kunt maken.

Voor werkgevers: 3e tijdvak NOW

Maandag, 16 november, gaat het loket open om het 3e tijdvak van de NOW aan te vragen (tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkbehoud). Als werkgever mag u voor elk tijdvak kiezen of u een aanvraag wil doen.

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

Medio november opent het loket om de TVL aan te vragen.

Uitstel van betaling van belastingen

Ook zijn de mogelijkheden voor het verkrijgen van uitstel van betaling van belastingen onlangs weer verruimd. U kunt nog tot 31 december uitstel en verlenging van eerder uitstel aanvragen. Vanaf 1 januari 2021 zal de belastingdienst afspraken met u gaan maken over de terugbetaling die vanaf 1 juli 2021 moet gaan starten.

Financieringsmogelijkheden

Wij hoeven u niet te vertellen hoe belangrijk het is dat u uw verwachte geldstroom inzichtelijk maakt. En dat u op tijd schakelt om externe financieringen aan te trekken. Het 3e steunpakket kent een langere termijn dan de eerdere pakketten, namelijk tot medio 2021, maar de steun wordt langzaam afgebouwd. Hoewel het tempo hiervan onbekend is, blijft het belangrijk dat u zich hier tijdig op voorbereidt. Ons financieringsteam kan u helpen de mogelijkheden in kaart te brengen en een kredietaanvraag voor te bereiden, dit kan uw kans op succes verhogen.

(Bron: Flynth)